De duurzame kritiek op Black Friday is weer losgebarsten. En die kritiek lijkt sterker te worden. Want waar bedrijven zich eerst vooral uitspraken tegen overconsumptie, sluit een keten als Dille & Kamille nu zijn fysieke winkels én de webshop. Er is zelfs een Green Friday. Deze initiatieven lijkt echter zonder al te veel resultaat – de omzetcijfers van Black Friday stijgen nog ieder jaar. Mijns inziens gaan de boycot-initiatieven dan ook voorbij aan waar ze écht over moeten gaan: het feit dat we sowieso niet de echte prijzen betalen voor onze producten.

Het wringt

Laten we een jurk pakken als voorbeeld. Leuk voor Kerst, nu alvast in huis. En op Black Friday goedkoper dan normaal. Een normale prijs die al lager ligt dan de echte prijs. Want die betaalt het milieu met CO2-uitstoot en bergen textielafval. En niet te vergeten de slecht betaalde arbeidskrachten in lagelonenlanden. Dáár zit het echte probleem. Maar wat de consument of een individueel bedrijf daaraan kan doen? Weinig. 

Er is echter hoop. In 2023 gaat namelijk de Uitgebreide Producenten Verantwoordelijkheid (UPV) in: een richtlijn die textielproducenten verantwoordelijk maakt voor het inzamelen, hergebruiken en recyclen van textiel. Ook de afvalfase doet mee, in de vorm van een afvalheffing. De richtlijn moet het gebruik van fossiele grondstoffen remmen en hergebruik en recycling stimuleren.  

Hoe die UPV er precies uit komt te zien weten we nog niet. Wat we wel weten is dat hier de schoen (of jurk) wringt: degenen die op dit moment met de overheid om tafel zitten om invulling te geven aan de UPV, zijn niet per se de koplopers op het gebied van circulair textiel. Die koplopers verwelkomen die UPV met open armen, omdat ze de noodzaak en urgentie ervan inzien – maar degenen die nu om tafel zitten, hebben een businessmodel dat gebaseerd is op fossiele grondstoffen en hebben dus geen belang bij een circulaire bedrijfsvoering. De middenmoot, zou je kunnen zeggen.  

Daarom is het nog maar de vraag of een belangrijke impuls in de afvalheffing, tariefdifferentiatie, er komt. Gerecyclede kleding krijgt dan een lage afvalheffing en fast fashion een hoge. Deze differentiatie is er nu niet, waardoor de heffing een soort ‘afkoop’ wordt, en fast fashion in stand blijft. En dat terwijl producenten juist actief zouden moeten bijdragen aan hergebruik en recycling.

Rechtlijnig

Een ander probleem is dat circulaire bedrijfsvoering niet in het systeem zit. De textielketen is nog volledig lineair. Dat betekent goedkoop produceren in Azië, transporteren naar Nederland, kort dragen, en hop, naar de afvalberg. Een berg die we vervolgens goeddeels vervoeren naar andere continenten. De milieuschade van die berg is ongekend – om nog maar te zwijgen over de CO2-uitstoot van dit systeem.  

Wat er nodig is om van een lineair naar een circulair systeem te gaan? Een integrale aanpak. Daarvoor moeten alle partijen op directieniveau samenwerken. Maar veranderen is voor die grote partijen moeilijk. Daarom moeten niet zij, maar de koplopers in circulair textiel om tafel zitten met het ministerie. Hun kennis en ervaring zorgt voor een duurzame vormgeving van de UPV. En ze kunnen andere partijen helpen bij de omschakeling van lineaire naar circulaire businessmodellen. 

Pak die verantwoordelijkheid

Willen we consumenten de échte prijs laten betalen voor hun jurk, dan moet de UPV ook écht werken. Dus minister, geef de leiding aan circulaire koplopers, pas tariefdifferentiatie toe bij afvalheffing en begeleid directies van textielbedrijven in de transitie naar een circulaire textielsector. Dan kunnen consumenten volgend jaar hun kerstjurk gerust op Black Friday kopen. En hoeven we het niet nóg een keer over boycots te hebben. 

Maria van der Heijden, directeur/bestuurder MVO Nederland

Deze column verscheen op 24 november 2022 als ingezonden brief in Trouw. en op de website van MVO Nederland