De nieuwe EU-ontbossingsverordening introduceert nieuwe verplichtingen, zoals het in kaart brengen van geografische coördinaten van productielocaties, om hiermee ontbossing tijdens het productieproces uit te kunnen sluiten. Exploitanten moeten elke partij goederen traceren tot aan de oorsprong van specifieke landpercelen, waarbij datapunten zoals satellietbeelden zullen ondersteunen. Voor importeurs is het essentieel om zo spoedig mogelijk dergelijke data te verzamelen, om te voldoen aan deze nieuwe verplichting in de strijd tegen ontbossing en bedreiging van de ecosystemen. Met handhaving gepland voor 30 december 2024, worden veel ondernemers uitgedaagd om te voldoen aan deze strenge regelgeving.
Wat is de EUDR?
In de periode tussen 1990 en 2020 is in totaal een bebost gebied ter grootte van de Europese Unie verloren gaan. Om deze ontbossing een halt toe te roepen is vanaf 2023 de EU-ontbossingsverordening (‘EUDR’) van kracht. De EUDR is de opvolger van de European Timber Regulation (‘EUTR’), die sinds 2013 geldt voor de import van hout en houtproducten. Op grond van de EUDR mogen er geen producten meer op de Europese markt worden geproduceerd, geïmporteerd of geëxporteerd, die hun herkomst vinden in na 30 december 2020 ontbost gebied.
Om welke producten gaat de verordening?
De EUDR is van toepassing op de volgende producten:
- Cacao
- Koffie
- Soja
- Palmolie
- Hout
- Runderen
- Rubber
Bovendien is de verordening van toepassing op hiervan afgeleide producten zoals leer, chocolade, meubels, papier, rundvlees en houtskool. Niet voor alle van de genoemde grondstoffen afgeleide producten geldt op grond van de EUDR een invoerverbod. De volledige lijst van verboden grondstoffen en hiervan afgeleide producten, gerubriceerd op goederencode (zogenaamde ‘HS-codes’), wordt door de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) periodiek bijgehouden en gepubliceerd.
Verplichtingen voor bedrijven
Bedrijven die producten willen invoeren waarop de EUDR van toepassing is in de EU, dienen te verklaren dat de bestanddelen van deze producten niet bijdragen aan ontbossing na 31 december 2020 (de ‘cut-off date’). De verordening houdt in dat producten verboden zijn, en dus niet kunnen worden ingevoerd, als ze afkomstig zijn van akkerland dat na 31 december 2020 is ontbost.
Hiervoor moeten zogenoemde gepaste zorgvuldigheidvereisten (‘due diligence verplichting’) in acht worden genomen. Dit houdt in dat importeurs moeten kunnen aantonen waar de grondstoffen vandaan komen. Bij de invoer moet precieze geografische informatie worden verstrekt over de betreffende landbouwgrond, door middel van satellietbeelden en gps-coördinaten. Hiermee zal de situatie ten tijde van de levering en die per 1 januari 2021 worden vergeleken, zodat er kan worden vastgesteld dat de producten niet zijn verkregen als gevolg van ontbossing die heeft plaatsgevonden na 1 januari 2021.
Deze verplichtingen gelden voor een grotere groep dan alleen de importeur. Ook de volgende schakels in de handelsketen moeten beoordelen of aan de zorgvuldigheidvereisten is voldaan, aan de hand van de verstrekte informatie van de leverancier. Er geldt een onderscheid tussen grote importeurs en MKB-importeurs. Grote importeurs zijn ondernemingen met een personeelsbestand van meer dan 250 FTE, dan wel met een omzet van meer dan 50 miljoen euro óf een balanstotaal van meer dan 43 miljoen euro. Op de eerste groep rust zowel een volledige due diligence- als informatieverplichting ten aanzien van de in te voeren of te verhandelen producten.
MKB-importeurs zijn in principe vrijgesteld van de due diligence verplichting, maar hebben wel een informatieverplichting. Deze groep moet dus ook kunnen aantonen van wie de producten zijn verkregen en, bijvoorbeeld door te verwijzen naar referenties, dat de in te voeren producten niet zijn ontstaan als gevolg van ontbossing.
Sancties voor het niet naleven van de EUDR
De EU-landen zullen de naleving van de EUDR ter plekke gaan controleren. Daarbij zullen zij ten aanzien van de betreffende goederen een inschatting maken van de landen en de sectoren waarbij het risico van ontbossing het grootst is. De verordening zal worden gehandhaafd door een aantal mogelijke sancties.
Ten eerste kunnen aan de importeur boetes worden opgelegd, die kunnen oplopen tot vier procent van de omzet van een bedrijf in een EU-land in het voorafgaande jaar. Hierbij wordt tevens de mogelijkheid opengelaten om over deze vier procent-grens heen te gaan, om ervoor te zorgen dat de boete hoger is dan het potentiële economische voordeel.
Daarnaast kan de omzet die met dergelijke producten wordt gerealiseerd in beslag worden genomen, of kunnen “foute” producten aan de grens worden geweigerd en worden ingenomen door de autoriteiten. Ook kan een bedrijf, bij ernstige of herhaaldelijke inbreuken, tijdelijk (maximaal 12 maanden) worden uitgesloten van publieke tenders. Het is ook mogelijk dat er een tijdelijk verbod wordt opgelegd om de betreffende goederen in de handel te brengen, op de markt aan te bieden of uit te voeren.
Tenslotte heeft de Europese Commissie aangekondigd de overtreder en de opgelegde sanctie openbaar te zullen maken op haar website.
Wanneer treedt de EUDR in werking?
De EUDR is per 31 mei 2023 in werking getreden, waarbij importeurs van kwalificerende producten 18 tot 24 maanden (afhankelijk van de omvang van de onderneming) de tijd wordt gegeven om hun organisatie zodanig in te richten dat ze aan de regelgeving te kunnen voldoen. Per 30 december 2024 zullen, voor grote ondernemingen, de hierboven benoemde verplichtingen van kracht zijn.
Voor het MKB gelden deze verplichtingen met ingang van 30 juni 2025. Na twee jaar zal een evaluatie van de regeling plaatsvinden, mogelijk worden dan ook wetlands en savannes als te beschermen “bos” aangemerkt en worden maïs en biodiesel toegevoegd aan de lijst van verboden producten.
Marco Visser, Senior Tax Advisor bij Grant Thornton Nederland