Terecht is er veel aandacht voor klimaatverandering, duurzaamheid, inclusiviteit en governance. Het zijn onderwerpen waar je nauwelijks tegen kunt zijn. Dat ben ik ook niet. Wel ben ik tegen de commercie en hypocrisie die er omheen hangt. Tegen de adviesindustrie die om dit soort onderwerpen heen is ontstaan met compliance als doel, niet als middel.
De genoemde onderwerpen komen samen onder de noemer ESG: environmental, social en governance. In de reis daarnaartoe doemden termen op als maatschappelijk verantwoord ondernemen (mvo), triple-P (People, Planet, Profit) en langetermijnwaardecreatie. Vanaf het eerste uur stonden de grote accountants- en adviesorganisaties vooraan om hun rol te claimen. Jaap ten Wolde (voorheen KPMG) zag mvo ruim twintig jaar geleden als ‘bounty beach’ voor accountants.
Ik word de laatste tijd regelmatig gevraagd om bij bedrijven en op seminars over ESG te spreken, met name over de wijze van verslaglegging, de toetsing, de rol van de accountant en greenwashing. Maar ook om als buitenstaander te reflecteren op ESG-verslagen: op wat daarin staat, en op wat ontbreekt. Bij dergelijke sessies wordt vaak openhartig gesproken, stellen accountants zich kwetsbaar op en verhalen zij over de ‘hijgerigheid’ van het eigen gilde. Ook van accountants binnen de ‘Big4’ hoor ik dat zij zichzelf en hun collega’s onvoldoende geëquipeerd vinden en daarom hekelen zij de commerciële gerichtheid van hun werkgever. Ik deel enkele observaties.
Zo speelt de vraag wie de ESG-verslagen moet toetsen en van een verklaring moet voorzien. Accountantsorganisaties hebben deze slag grotendeels gewonnen. Zij hebben daarvoor 25 jaar gelobbyd. Weliswaar worden zij in de Europese en Nederlandse wet- en regelgeving vooralsnog niet exclusief aangewezen om ‘assurance’ te verstrekken, maar duidelijk is dat zij vooraan in de rij staan.
Accountants zijn bedreven in controles op en het verstrekken van assurance bij financiële verslaggeving, maar zijn veel minder goed uitgerust als het gaat om ESG-informatie. Kantoren nemen daarvoor dan ook materiedeskundigen aan. De accountant kan die deskundigen aansturen. Maar of daarbij afdoende wordt doorgrond welke werkzaamheden op welke wijze moeten worden uitgevoerd, is nog maar de vraag. Een belangrijke vraag, omdat het antwoord bepalend is voor de beoordeling of de accountant wel in staat is om een verklaring bij het ESG-verslag af te geven. Karel Wildschut, hoogleraar Auditing, noemde accountants in deze eens ‘de slippendragers van specialisten’.
Indien de accountant bij de toetsing van niet-financiële informatie niet meer doet dan een slippendrager, waarom zou deze dan de verklaring moeten tekenen? Het is daarom goed dat wet- en regelgeving de mogelijkheid openlaten om dat door andere partijen te laten doen (‘independent assurance service providers’, kortweg IASP’s).
Accountantsorganisaties die niet hun accountants maar IASP’s laten tekenen, vallen dan wel door de mand: na een jarenlange lobby onder het mom ‘wij zijn de perfecte auditors voor dit domein’, kun je het niet maken om binnen accountantsorganisaties anderen verklaringen te laten aftekenen. Of gaan ze dat toch doen, bijvoorbeeld om tuchtrechtelijke risico’s en aansprakelijkheidsrisico’s te ontlopen?
Vooralsnog verdienen de accountantskantoren niet zozeer aan de toetsing van niet-financiële informatie. Wel aan advisering over de naleving van bijbehorende wet- en regelgeving. Daarvoor zijn checklists en procesbeschrijvingen opgesteld en worden rapportagemallen en -modellen ontwikkeld. Verkocht door specialisten, maar niet zelden uitgerold door onervaren medewerkers.
Sommige ondernemers maakt dat wellicht niets uit, als ze maar kunnen laten zien dat zij voldoen aan de wettelijke eisen. Maar degenen die intrinsiek gemotiveerd zijn om écht iets aan ESG te doen, nemen compliance niet als uitgangspunt en laten dit alles niet over aan hun accountant of andere adviseurs.
De controle van financiële informatie, met name de jaarrekening, is kerntaak van de accountant. De kwaliteit van dergelijke controles staat al een tijd onder druk en die wordt niet verminderd door een uitbreiding van taken. Binnen de accountancy betogen sommigen dat de aandacht die bijvoorbeeld uitgaat naar onderwerpen als fraude, corruptie en witwassen — de poortwachtersrol van de accountant — wel wat minder kan om zo bijvoorbeeld ruimte te kweken voor het ESG-domein. Een gotspe: eerst lobbyen voor extra werkzaamheden, dan zeggen dat je het te druk hebt en vervolgens verzoeken om iets van de kerntaak af te snijden.
Met deze bijdrage wil ik enig tegenwicht bieden aan de commercie en industrie rond ESG. Ik ben niet tegen ESG en evenmin tegen accountants die daar echt werk van maken. Zo zijn Wim Bartels, Nancy Kamp Roelands en Dick de Waard hiervoor belangrijke pioniers. Maar nu dit onderwerp prominente aandacht heeft in de bestuurskamers van accountantsorganisaties en in de begroting als belangrijke inkomstenbron is opgenomen, moeten we alert zijn dat het niet vooral over inkomsten gaat maar over de inhoud.
Marcel Pheijffer, hoogleraar accountancy aan Nyenrode Business Universiteit en Universiteit Leiden.
Dit opinie-artikel is ook verschenen in het FD en met toestemming auteur hier gepubliceerd
Noot: In 2002 schreef Folkert van der Molen het artikel ‘Milieukundigen onder de wals van de accountants?‘