Recycling- en afvalverwerkingsbedrijf Renewi ondersteunt het doel van de Nederlandse overheid om het primaire grondstoffengebruik voor 2030 te halveren. Alleen met het juiste beleid is het mogelijk om dit samen binnen zeven jaar te doen. Een volgend kabinet moet hiervoor onder andere een verbod instellen op het verbranden van recyclebare materialen, stelt Renewi.
Het gebruik van fossiele grondstoffen is in veel gevallen goedkoper dan de inzet van grondstoffen uit recycling’, zegt Marc den Hartog, Managing Director Commercial Waste Nederland bij Renewi. ‘Op dit moment loont het daardoor vaak niet recyclebare stromen als hout en plastic uit het restafval te sorteren. Een verplichte inzet van gerecycled materiaal, in combinatie met een verbod op het verbranden van dit soort waardevolle materialen zou de transitie naar een circulaire economie enorm versnellen.’
Als recyclebare materialen worden verbrand, verdwijnen ze uit de economie en blijven we afhankelijk van schaarse, primaire grondstoffen. Hoogwaardige recyclaten hebben een kleinere ecologische voetafdruk dan nieuwe materialen en spelen daarmee een belangrijke rol in het terugdringen van CO2-uitstoot. ‘Door gebruikte materialen een nieuw leven te geven en terug te brengen in de economie, leveren we een bijdrage aan het verminderen van emissies en verminderen we de druk op grondstoffen’, aldus Den Hartog.
In Vlaanderen bestaat al een verbod op het verbranden van diverse afvalstromen en daarmee recyclebare materialen. Vlaamse bedrijven zijn al verplicht om afval te scheiden op basis van 24 afvalstromen. Als beter aan de bron wordt gescheiden, wordt de kwaliteit van het recyclaat ook beter. Een aanzienlijk deel van het bedrijfsrestafval dat in het verleden in Vlaanderen werd verbrand, wordt nu gerecycled. Neem het voorbeeld van onze nieuwe sorteerlijn in Gent; daarmee krijgt nu 56% van het ingezamelde bedrijfsrestafval een nieuw leven. Renewi pleit daarom voor het implementeren van deze Vlaamse wetgeving in Nederland.
Om in 2030 het doel van 50% minder primaire abiotische grondstoffen te halen, zoals mineralen en fossiele grondstoffen, moet volgens Renewi niet alleen het verbranden van waardevolle grondstoffen verboden worden. Ook de toepassing van recyclaten dient te worden gestimuleerd, zodat bedrijven primaire grondstoffen in hun producten gaan vervangen.
Dit kan bijvoorbeeld door een heffing op het gebruik van primaire grondstoffen. Marc den Hartog: ‘Door het opnemen van de milieukosten in prijzen worden de kosten neergelegd waar de milieuschade daadwerkelijk ontstaat. De opbrengst kan worden ingezet voor subsidiëring van duurzame alternatieven. Voor een gelijk speelveld zou een Europese aanpak het meest wenselijk zijn. Nederland zou zich, dan ook in dat verband, hard moeten maken om de ontwikkeling van de circulaire economie te versnellen.’
Naast een heffing op het gebruik van primaire grondstoffen is ook een verplichte toepassing van recyclaat in producten een prikkel op de juiste plek. Voor plastics wil het demissionaire kabinet, vooruitlopend op EU-wetgeving, een verplichting voor plasticproducenten invoeren die toeziet op de toepassing van gerecycled plastic of biogebaseerd plastic. Den Hartog: ‘Dit beleid kan dienen als testcase en een voorbeeld zijn voor veel andere productgroepen en materialen.’
Het is belangrijk dat de circulaire economie snel erkend wordt als antwoord op meerdere maatschappelijke opgaven, niet alleen op het klimaatprobleem. De circulaire economie levert namelijk niet alleen een enorme bijdrage aan het terugdringen van de CO2-uitstoot. Hergebruik en recycling van grondstoffen heeft ook een positieve impact op biodiversiteit, voorkomt milieuvervuiling en reduceert leveringsrisico’s.
Marc den Hartog: ‘Het streven naar een 100% circulaire economie is niet slechts een losstaand instrument dat klimaatverandering tegengaat maar vraagt om een integrale aanpak. Circulaire economie hoort daarom niet alleen thuis bij het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, maar ook bij andere ministeries, zoals Economische Zaken en Klimaat, Buitenlandse Zaken, Binnenlandse Zaken en Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.’
Renewi verwerkt jaarlijks 11 miljoen ton afval en wint daaruit 64% secundaire grondstoffen terug. Het recycling- en afvalverwerkingbedrijf produceert jaarlijks zo’n 7 miljoen ton aan secundaire grondstoffen en vermijdt hiermee 2.5 megaton CO2-uitstoot.