Kinderarbeid, lonen ver onder het bestaansminimum en zelfs het wettelijk minimumloon, ongezonde arbeidsomstandigheden en sterke belemmering van het recht op organisatie zijn kenmerkend voor de productie van voetballen in India. Dat onthulde de LIW vorig jaar juni in haar rapport “The Dark Side of Football – Child and adult labour in India’s football industry and the role of FIFA”. Het bleek dat de wereldvoetbalbond FIFA en grote sportmerken als Adidas en het Engelse Mitre hun contractuele verplichtingen om te zorgen voor behoorlijke arbeids-omstandigheden, systematisch schenden. In een reactie sprak de FIFA van een ‘veelomvattend rapport’ en beloofde de kwestie te onderzoeken en te bespreken met haar partners in het bedrijfsleven. Een jaar na deze belofte is noch inhoudelijk op het rapport gereageerd, noch zijn er maatregelen aangekondigd of genomen om de situatie te verbeteren.
Het Nederlandse bedrijf Rucanor heeft vorig jaar naar aanleiding van het rapport de banden met haar Indiase leverancier verbroken omdat – volgens Rucanor – hun invloed als kleine afnemer op de betreffende Indiase exporteur minimaal is. Adidas Benelux, die bij dezelfde exporteur inkoopt, heeft nooit op het rapport gereageerd. Importeur Kubbinga, onder meer leverancier van Aldi, importeert nog wel voetballen van hetzelfde bedrijf uit India.
De Landelijke Werkgroep heeft het NCP verzocht om ook NCP’s uit andere voetbalimporterende landen te betrekken bij de toetsing van bedrijven aan de OESO Richtlijnen voor Multinationale Ondernemingen. De LIW vraagt het NCP tevens om het onderzoek uit te breiden naar Pakistan en China. Bedrijven importeren steeds meer voetballen en andere sportgoederen uit China zonder dat er enige duidelijkheid is over de arbeidsomstandigheden waaronder deze producten zijn gemaakt.
Bedrijven als Adidas hebben zelf geen vestigingen in India. Zij bestellen hun voetballen bij Indiase bedrijven die via een systeem van ‘koppelbazen’ hun productie uitbesteden aan kleine werkplaatsen en huishoudens. Volgens de OESO Richtlijnen moeten bedrijven hun leveranciers ‘waar mogelijk stimuleren’ om de OESO Richtlijnen na te leven. Zeker van grote bedrijven die opdrachten geven voor producten met door hen bepaalde specificaties, mag dan verwacht worden dat afspraken worden gemaakt over naleving van arbeidsnormen plus een inkoopprijs die naleving mogelijk maakt. Verder is er sprake van contractbreuk door importerende bedrijven die een overeenkomst met de FIFA hebben. Dit is strijdig met de bepaling in de Richtlijnen dat bedrijven goede beginselen van ondernemingsbestuur moeten ondersteunen en handhaven en in de praktijk moeten toepassen.
Eind mei van dit jaar heeft de wereldwijde Global March Against Child Labour in Japan de campagne “Let’s kick child labour out of the world!” gelanceerd met een oproep tot een -kinderarbeidvrij WK Voetbal 2002′ in Korea en Japan (zie persbericht op: www.indianet.nl).