De Europese ontbossingswet, die eind dit jaar ingaat, zal niet alleen een wissel trekken op de prijs en beschikbaarheid van koffie, maar ook op andere grondstoffen. Het gaat dan om cacao, palmolie, hout (inclusief papier), rubber, soja en vlees (inclusief leer).
Als belangrijke importeur en doorvoerland van grondstoffen zal Nederland veel gaan merken van de ontbossingswet. Zo is de kans groot dat er straks containers in de havens van Rotterdam en Antwerpen staan die niet verder mogen.
De ontbossingswet komt als een tsunami op retailers en hun leveranciers af. Zij moeten van elke batch producten die zij vanuit andere plekken in de wereld importeren bewijzen dat er geen ontbossing aan kleeft. Het betekent dat zij tot op de kilometer nauwkeurig moeten aanwijzen waar hun grondstoffen zijn verbouwd, als het risico op ontbossing groot is. Niet eenvoudig, want veel producten komen van meerdere toeleveranciers, of bestaan uit een mix van grondstoffen. Vaak gaat het om complexe ketens.
Waar andere klimaatdoelen, zoals de duurzaamheidsrapportages, in richtlijnen zijn verpakt, gaat het hier om een harde verplichting. Hoe bedrijven die bewijslast precies moeten invullen en hoe de controles georganiseerd worden, is nog onduidelijk. Daarom is het voor bedrijven aantrekkelijk om deze maanden nog extra veel grondstoffen te importeren.
Dat de ontbossingswet eraan komt, is op zichzelf heel goed nieuws. Als er iets is wat deze generatie voor toekomstige generaties kan doen, is dat het behoud van de (oer) bossen. Juist in die landen waar onze grondstoffen vandaan komen, zijn de bossen kwetsbaar.
De Europese Unie gaat met de ontbossingswet veel verder dan andere landen en continenten. Dat zullen consumenten en bedrijven gaan merken. Wat duidelijk zal worden, is wat de echte prijs is van de grondstoffen die we gebruiken.
Leontien Hasselman-Plugge, Co-CEO, ImpactBuying