Voor een groot aantal kantoorgebouwen dreigt een mogelijke sluiting in januari 2023. Ongeveer 10% van de kantooroppervlakte heeft nog geen energielabel C of beter en bij 38% ontbreekt zelfs het label, terwijl dit een vereiste is om over anderhalf jaar open te mogen blijven. Samen gaat het om 27,5 miljoen vierkante, evenveel als in de vijftien grootste kantoorsteden bij elkaar opgeteld. Utrecht springt er positief uit. Inmiddels voldoet 80% van de kantoorruimte daar wel aan deze voorwaarde. Hengelo is de hekkensluiter met een score van 29%, blijkt uit onderzoek van vastgoedadviseur Colliers
”Van de gebouwen die nu nog geen label hebben, is een deel in theorie wel duurzaam genoeg”, zegt duurzaamheidsexpert Jeroen Bloemers van Colliers. ”Het aanvragen van een label is voldoende. Dit geldt voor ongeveer de helft van deze groep, als we uitgaan van het bouwjaar. Over het algemeen geldt: hoe nieuwer het kantoor, hoe duurzamer.”
Utrecht nummer één
In Utrecht heeft 80% label C of beter en daarmee is het de duurzaamste gemeente. Dat komt vooral door de moderne bedrijvenparken Papendorp en Rijnsweerd waar veel kantoren al label A hebben. Nieuwegein, Amsterdam, Haarlemmermeer en Rotterdam staan ook in de top vijf. Ongeveer twee derde van de kantoorruimte in deze steden voldoet aan de komende verplichting.
De verduurzaming in middelgrote steden komt nog niet echt op stoom. Zij hebben vaak concurrentie van de grotere steden bij het aantrekken van bedrijven, met hogere leegstand als gevolg. Hierdoor komt er vaak te weinig geld binnen bij vastgoedeigenaren om te investeren in verduurzaming. In Hengelo is maar 29% van de kantooroppervlakte klaar voor 2023. Het oude stadskantoor van de gemeente speelt hierin een grote rol. Het gebouw voldoet niet en zal waarschijnlijk getransformeerd worden naar woningen. In Assen en Venlo is de situatie niet veel beter en ligt dit percentage op 34%.
Meeste winst mogelijk in Amsterdam
In de 25 grootste kantorensteden van het land staan veel moderne kantoren met een goed energielabel. ”Toch liggen juist hier veel verduurzamingskansen”, legt Bloemers uit. ”Het gaat direct om grote oppervlakten. Zo is in Amsterdam 1,8 miljoen vierkante meter kantoorruimte nog niet 2023-proof.” Vooral op de west-as langs de A10, in Amsterdam-Noord en Amsterdam-Zuidoost blijft verduurzaming achter. In Zuidoost wordt dit deels opgelost door grootschalige transformatieprojecten. In Den Haag en Rotterdam valt nog meer dan een miljoen vierkante meter te verduurzamen.
Institutionele beleggers koplopers
De vastgoedeigenaar is bepalend voor de verduurzaming van het gebouw. Institutionele investeerders lopen hierin voorop. 70% van hun vaak moderne kantoorgebouwen heeft inmiddels minstens label C. Eigenaren die het gebouw zelf als kantoor gebruiken en particuliere investeerders doen het een stuk minder goed met minder dan 50%. Het lukt vaak niet om hun investering terug te verdienen, waardoor ingrepen achterblijven. Opvallend is de matige score van de overheid. Slechts de helft van hun kantooroppervlak is klaar voor 2023.
Strenge handhaving
Om meer vastgoedeigenaren in actie te laten komen, is goed informeren en handhaven volgens Bloemers cruciaal. ”Vooral ook richting eigenaren van onderwijsgebouwen, winkels, woningen of bedrijfsruimten. Zij krijgen later ook te maken met steeds strengere duurzaamheidseisen van de overheid. Door niet te handhaven, zien zij misschien niet de noodzaak om mee te werken aan de grote verduurzamingsopgave waarvoor we staan.” Kleine investeringen zoals het plaatsen van ledverlichting of het isoleren van het dak kunnen al zorgen voor een sprong in het energielabel. ”In die zin is label C een goede eerste stap, alleen echt ambitieus is het nog niet.”