Een element in hun voorstel is het idee van een regieraad. Het model van een regieraad is al drieënhalf jaar geleden toegepast in de bouw, om die sector uit het slop te trekken na de bouwfraude. Het ministerie van Economische Zaken, gesteund door de ministeries van Vrom en Verkeer en Waterstaat, richtte indertijd die raad van deskundigen op. De regieraad kwam met een actieplan om de bestaande, starre en niet op kwaliteit gerichte cultuur in de bouw te doorbreken en om de sector meer te richten op innovatie en duurzaamheid. Met onderliggende organisaties in de bouw heeft de raad vernieuwingsakkoorden gesloten, met concrete afspraken om tot kwaliteitsverbetering en duurzaamheid te komen. Die afspraken worden elk halfjaar geëvalueerd.

Peter Fraanje, beleidsmedewerker duurzaamheid van de bouwbrancheorganisatie Bouwend Nederland, is blij met elk initiatief rond duurzaamheid en ook met de regieraad. Hij hoopt wel dat er ‘een koppeling zal komen tussen beide raden.’

Maar over een regieraad voor duurzaamheid leven ook twijfels. Zoals bij Wim van der Maas, oud-directeur van MKB-Nederland, en nu adviseur van onder meer de gespecialiseerde aannemerij, georganiseerd in Conga. Van der Maas: ‘Je mag je afvragen hoe effectief dat wordt met zo’n breed thema.’

Ook deskundigen op het duurzaamheidstoneel hebben niet veel op met het idee van een regieraad. ‘Ik zou het zeer teleurstellend vinden’, reageert Margot Cooymans, directeur van het Amersfoortse adviesbureau Good Company. Het bureau adviseert het bedrijfsleven al veertien jaar op het terrein van duurzaamheid. ‘Een volstrekt overbodige institutie. Het wordt een praatclub met vast en zeker goede intenties, maar er moet nu heel concreet worden doorgepakt op de criteria waaraan de verschillende bedrijfstakken moeten voldoen. Zo moeilijk is dat niet. Er liggen al richtlijnen van het Global Reporting Initiative, die onder auspiciën van de Verenigde Naties zijn opgesteld. Die bieden ontzettend goed houvast. Onder meer om te kunnen beantwoorden aan de eisen die de overheid aan de eigen inkoop gaat stellen’, aldus Cooymans.

De rijksoverheid heeft zich eraan gecommitteerd om in 2010 voor 100% duurzaam in te kopen, en de lagere overheden voor 50%. ‘Wat betekent dat voor de productie van een paperclip, voor de kantorenbouw? Ik denk dat de koepelorganisaties dus vooral de nadruk moeten leggen op een inspanningsverplichting aan zichzelf om hun achterbannen om te krijgen. Waarom moet dat allemaal zo lang duren?’

Overigens mag de overheid zelf ook wel meer ernst maken met duurzaam inkopen, aldus Cooymans. ‘De overheid besteedt nog altijd vooral aan op de laagste prijs. Terwijl bijvoorbeeld de bouwsector al lang heeft aangegeven duurzamer te willen presteren.’ Peter

Fraanje van Bouwend Nederland beaamt dat. ‘Heel veel overheidsbestedingen gaan nog traditioneel.’

Vooral in het mkb zijn de brancheorganisaties onder leiding van het door het ministerie van Economische Zaken drie jaar geleden in het leven geroepen kennisplatform MVO (Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen) Nederland al bezig om de criteria per branche in te vullen. Maar Wim Lageweg, directeur van MVO Nederland, wil zich niet uitspreken over de wenselijkheid van een regieraad.

Met de brancheorganisaties stelt MVO Nederland programma’s op voor de betreffende achterbannen. Het gaat Lageweg vooralsnog vooral om bewustwording en om het bieden van concrete handvatten aan bedrijven om met duurzaamheid aan de slag te gaan. ‘De regieraad voor de bouw werkt al met concrete convenanten. Wij werken nog aan bewustwording. Maar ik denk dat het wel naar convenanten toe zal gaan.’

Uit een interne inventarisatie van MVO Nederland blijkt volgens Lageweg dat alle partijen – brancheorganisaties, koepels, multinationals en niet-gouvernementele organisaties – MVO Nederland graag willen zien doorgaan na eind 2008 als haar taak er officieel opzit. ‘Dan hoeft er in ieder geval wat mij betreft geen nieuwe, geldverslindende club als een regieraad bij te komen’, voegt Cooymans toe.