Zes nieuwe landen scharen zich achter een Nederlands initiatief voor schoon zwaar wegverkeer. Het gaat om Colombia, Ghana, IJsland, Israël, Kaapverdië en Papoea Nieuw-Guinea. Het is voor het eerst dat ook Afrikaanse landen zich scharen achter dit Nederlandse initiatief.
Vandaag op de klimaattop in Dubai zetten de zes nieuwe landen hun handtekening onder de ambitie dat vanaf 2040 alle nieuwe vrachtwagens en bussen in hun land rijden zonder uitlaatgassen. Bijvoorbeeld elektrisch of op waterstof. Het is een volgende stap op weg naar volledig schoon en uitstootvrij wegvervoer in 2050. Het totaal aantal landen dat heeft getekend, staat nu op 33.
Schoner en gezonder
Vrachtwagens en bussen zijn erg belangrijk voor vervoer van goederen en personen. Nederland is een echt transportland. Maar het zwaar vervoer brengt ook veel vervuiling met zich mee. Het zorgt voor ruim een derde van de CO2-uitstoot en zo’n 70% van de stikstofuitstoot van al het wegverkeer wereldwijd, en produceert veel schadelijke gassen die mensen direct inademen.
Nederland heeft in het Klimaatakkoord afgesproken dat het al het zware wegverkeer in 2050 schoon wil hebben. Om dat te halen, moet je uiterlijk vanaf 2040 zorgen dat alle nieuwe vrachtwagens op de weg schoon zijn. Nederland lanceerde daar in 2021, op de klimaattop in Glasgow, een akkoord voor. Inmiddels doen 33 landen mee.
Steeds meer landen doen mee
Staatssecretaris Heijnen (Infrastructuur en Waterstaat): “Op de klimaattop van vorig jaar schaarde de VS zich achter het Nederlandse doel. Dat was een grote stap, omdat de VS het tweede land in de wereld is als je kijkt naar de hoeveelheid vrachtwagens die er rondrijden. Dit jaar sluiten onder meer Ghana en Kaapverdië zich aan. Dat vind ik belangrijk, omdat klimaatverandering een mondiale transitie is en de vraag naar mobiliteit de komende decennia hard gaat groeien in veel Afrikaanse landen. Ik vind het mooi om te zien dat steeds meer landen meedoen. Daarmee stimuleren we de wereldwijde markt voor uitstootvrije vrachtwagens. Dat leidt uiteindelijk tot meer en goedkoper aanbod voor andere transportondernemers die over willen stappen op elektrische vrachtwagens of vrachtwagens op waterstof. We zijn inmiddels met 33 landen die meedoen, maar ik blijf andere landen zoeken om zich aan te sluiten, want hoe meer vrachtwagens niet meer op fossiele brandstoffen rijden, hoe beter.”
Kwaku Ofori Asiamah, minister van transport in Ghana: “Het goederenvervoer op het Afrikaanse continent zal vóór 2050 verdubbelen. Daarom moeten we wereldwijde samenwerking zoeken om ervoor te zorgen dat deze groei duurzaam is. Overheden moeten de particuliere sector aanmoedigen en ondersteunen met de juiste mix van beleid en regelgeving om ervoor te zorgen dat we onze klimaatdoelstellingen in het komende decennium bereiken. Ghana is er trots op een van de eerste Afrikaanse landen te zijn die zich bij dit wereldwijde initiatief aansluit en dat het klaar is om samen te werken met spelers uit de industrie om de overgang mogelijk te maken”.
Wereldwijde samenwerking belangrijk
Naast 33 landen doen 115 deelstaten, banken, bedrijven en vrachtwagenbouwers mee. Zoals Californië en Quebec, DHL, Heineken, Scania, BYD, Siemens en sinds vandaag ook o.a. EVBox, VDL Bus & Coach, Fountain Fuel en het Zuid-Afrikaanse KDG Logistics. Landen, deelstaten en bedrijven die zich achter dit initiatief scharen, maken deel uit van een netwerk waarin veel kennis wordt uitgewisseld.
Meer fietsen, minder uitstoot
In Dubai heeft staatssecretaris Heijnen ook aangekondigd dat een Nederlands initiatief om de wereldwijde kennis om fietsinfrastructuur te vergroten, wordt uitgebreid. België en Luxemburg sluiten zich aan bij het initiatief om fietsgebruik wereldwijd te stimuleren, en zullen ook financieel bijdragen. Daarvoor wordt volgend jaar een fonds opgericht.
Afgelopen jaar zijn zes workshops gegeven in landen zoals India, Ghana en Colombia. Volgend jaar worden dat er twaalf, het jaar daarna weer dubbel zo veel, en daarna weer, enzovoort. De landen waar volgend jaar een workshop plaatsvindt zijn onder meer: Mexico, Indonesië, Tonga, Kenia en Zuid-Afrika.
In de workshops kijken Nederlandse fietsexperts samen met lokale organisaties en bestuurders wat de knelpunten zijn op fietsgebied. Zo wordt bijvoorbeeld gekeken op welke plekken fietspaden aangelegd kunnen worden en welke fondsen daarvoor kunnen worden aangeboord. En hoe werkgevers fietsen kunnen stimuleren. Bijvoorbeeld door fietsen te verstrekken aan hun werknemers, door fietsenstallingen te bouwen en bijvoorbeeld van douches te voorzien.
Staatssecretaris Heijnen: “Als je steden wil verduurzamen, dan moet je niet alleen aan voertuigen met motoren denken zoals auto’s en vrachtwagens. De fiets is een uitstekende vervanger voor korte autoritjes. En door fietsen te stimuleren kan je het verschil maken: kinderen die naar school kunnen omdat het te voet te ver is en op de fiets niet. Of volwassenen die een betere baan binnen bereik zien komen omdat ze erheen kunnen fietsen, en zo hun gezin kunnen onderhouden.”
Meer informatie
Deelnemende landen aan de MOU over zwaar wegverkeer:
Naast Nederland doen Aruba, België, Canada, Chili, Colombia, Curaçao, Denemarken, de Dominicaanse Republiek, Ghana, Ierland, IJsland, Israël, Finland, Kaapverdië, Liechtenstein, Kroatië, Litouwen, Luxemburg, Nieuw-Zeeland, Noorwegen, Oostenrijk, Oekraïne, Papoea Nieuw-Guinea, Portugal, Schotland, Turkije, Uruguay, het Verenigd Koninkrijk, de Verenigde Staten, Wales en Zwitserland mee.
Landen waar fietsworkshops afgelopen jaar georganiseerd zijn:
Dubai, India, Ghana, Colombia, Rwanda en Vietnam
Landen waar komend jaar naar verwachting fietsworkshops en/of vervolgtrainingen gegeven worden (deze lijst wordt nog aangevuld):
Colombia, Mexico, Chili,