De productieketens van koffie, katoen en cacao zijn nog niet duurzaam. Wel bestaan er verschillende initiatieven van overheden, maatschappelijke organisaties en bedrijven om productie en handel in die richting te ontwikkelen. Verena Bitzer bekeek in hoeverre deze initiatieven duurzame ontwikkeling bevorderen. Ze concludeert dat de samenwerkingsverbanden geen structurele verbeteringen opleveren voor boeren en landbouwarbeiders in ontwikkelingslanden.
Partnerschappen zijn vooral business-driven
Verena Bitzer onderzocht tientallen van dergelijke samenwerkingsverbanden. Zij concludeert dat de partnerschappen kleine veranderingen stimuleren die tot grote veranderingen kunnen uitgroeien. Ze dragen onder meer bij aan nieuwe manieren van produceren. Maar vanuit een ontwikkelingsperspectief zijn de positieve effecten echter nogal indirect en dubbelzinnig, stelt Bitzer. De voordelen voor producenten zijn vaak onzeker omdat partnerschappen vaak vooral resultaatgericht en ’topdown’ opereren en bijvoorbeeld geen bijdrage leveren aan de versterking van het lokale kapitaal.
Opnieuw onderhandelen over duurzame ontwikkeling
Oorzaak van de magere bijdrage aan structurele ontwikkeling van partnerschappen zijn hun achterliggende motieven: die zijn van neoliberale aard en vooral ingegeven door zakelijke doelstellingen. Aspecten als ‘empowerment’ van de lokale gemeenschap maken hiervan geen deel uit. Daadwerkelijke duurzame ontwikkeling is waarschijnlijk meer gebaat bij een politieke discussie dan bij de puur economische aanpak van partnerschappen, veronderstelt Bitzer. De maatschappelijke organisaties die de bedrijven tot duurzaamheid hebben uitgedaagd, kunnen hen misschien ook interesseren in een nieuwe, bredere visie op duurzame productie.
Het promotieonderzoek Partnering for Change in Chains. On the Capacity of Partnerships to Promote Sustainable Change in Global Agricultural Commodity Chains werd uitgevoerd aan de Universiteit Utrecht in het kader van het onderzoeksprogramma Partnerships for sustainable development. Dit programma is gefinancierd wordt door het NWO-programma Gamma-onderzoek milieu, omgeving, natuur (GaMON).
Over NWO
De Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) is dé nationale wetenschapsfinancier en heeft tot taak het wetenschappelijke onderzoek in Nederland te laten excelleren via nationale competitie. Jaarlijks geeft NWO ruim 700 miljoen euro uit aan subsidies voor toponderzoek en toponderzoekers, vernieuwende instrumenten en apparatuur, en aan instituten waar toponderzoek wordt bedreven. NWO financiert het onderzoek van ruim 5300 getalenteerde wetenschappers aan universiteiten en instellingen. Selectie door middel van peer review is in handen van onafhankelijke deskundigen. NWO bevordert de overdracht van kennis naar de maatschappij.