Volgens de FNV en het CNV handelen deze reisorganisaties in strijd met het beleid van de Nederlandse regering en de Europese Unie in Myanmar te werken. “Indirect steunen ze met hun vakanties het militaire bewind aldaar dat mensenrechten schendt; bijvoorbeeld met dwangarbeid. Dat druist in tegen de internationale OESO-gedragscodes’, aldus CNV-hoofdbestuurder R. van Splunder woensdag.
De klacht is door de vakbeweging ingediend bij Economische Zaken, omdat daar het zogeheten Nationaal Contactpunt voor Multinationale Ondernemingen is ondergebracht. Dit contactpunt ziet toe op de naleving van OESO-gedragsregels. Van Splunder gaat ervan uit dat het ongeveer een half jaar duurt voordat het contactpunt de klacht heeft gecontroleerd en kan vaststellen of sprake is van schending van de gedragscode.
Eerder dit jaar is het Birma Centrum Nederland (BCN) een campagne begonnen tegen reisbureau’s die vakanties verkopen naar Myanmar. Volgens BCN hebben aan deze oproep onder meer organisaties als Djoser, Kras Ster Vakanties, Shoestring, Boer & Wendel, Talisman en Academische Reizen wel gehoor gegeven.
De zeven reisbureau’s waartegen nu een klacht is ingediend, zijn volgens FNV-medewerker T. Etty een en andermaal gevraagd hun Birma-reizen te stoppen. “Ze hebben zelfs geen gehoor gegeven aan ons verzoek in ieder geval volgens de gedragscodes te handelen en ter plaatse actie te ondernemen tegen dwangarbeid.” Etty beschuldigt de zeven ervan indirect te profiteren van de infrastructuur (vliegvelden en wegen) die met dwangarbeid is aangelegd.
De FNV heeft vorig jaar zomer ook al een klacht ingediend bij Economische Zaken over de Schiedamse bouwer van schepen en offshore-installaties IHC Caland, die voor de kust van Birma actief is. “Tot onze teleurstelling heeft het contactpunt hierover echter nog geen uitspraak gedaan”, aldus Etty.