In het NRC van 18 mei uit journalist Bram Vermeulen zijn verbazing over het Ministerie van Financiën, met in het kielzog staatsverzekeraar Atradius, die ondanks het geweld in Mozambique rondom olie- en gaswinning toch een verzekeringspolis van 900 miljoen euro verleende aan het Nederlandse baggerbedrijf Van Oord dat de gaswinning helpt mogelijk maken. Met een exportkredietverzekering van de Nederlandse staat kan Van Oord het benodigde geld voor de mega investering lenen. Wanneer er onverhoopt iets mis gaat met het project staat de Nederlandse staat garant voor de schuld. Om een lening en een kredietverzekering te kunnen afsluiten moet het project voldoen aan eisen op het gebied van verantwoord ondernemen. Naast het voorkomen van negatieve impact op de bevolking en milieu mogen er bijvoorbeeld geen corrupte handelingen nodig zijn voor het verkrijgen of uitvoeren van het project.
In het geval van het gasrijke deel van Mozambique is dat een grote uitdaging omdat er al jaren een burgeroorlog woedt. Gelukkig bestaan er internationale standaarden, op het gebied van mens en milieu, maar ook voor zakendoen in conflictlanden en op het gebied van mensenrechten. Verschillende consultancy bureaus opereren op deze social-performance markt: sommigen produceren baseline studies en impact analyses, vereiste bijlagen voor ieder exploratie- of productiecontract, anderen leveren maatwerk waardoor bedrijven in hun DNA socialer worden en maatschappelijke ontwikkeling ondersteunen.
Bij navraag door het NRC gaf het Ministerie aan dat de 15 consultants die ze hadden ingehuurd om het project te beoordelen tot de conclusie waren gekomen dat “het project veilig kan worden uitgevoerd voor mens, dier en milieu”. Mijn eerste reactie was vooral hilariteit, hoe kon het mogelijk zijn dat zoveel consultants er naast zouden zitten? Maar toen besefte ik dat het hier ging om mijn beroepsgroep en beroepseer, en dat vraagt om een reactie.
Allereerst, de consultant beslist zelf nooit over een project, en een conclusie dat het project veilig is, zal altijd gepaard gaan met minimale criteria en overwegingen ter advies. In iedere analyse worden de risico´s alsook de benodigde maatregelen voor het voorkomen van de risico´s beschreven. Op basis daarvan kunnen alle belanghebbende managers, bank en kredietverzekeraar vertegenwoordigers en ambtenaren hun beslissingen nemen.
Daarnaast maakt de consultant een sociale baseline en impact analyse op verzoek van een van de entiteiten die ze als bijlage toevoegen aan overeenkomsten tussen elkaar; het contract tussen een brandstofrijk land & het bedrijf dat naar olie gaat boren, de leningsovereenkomst tussen de kredietverstrekker & het bedrijf & toeleverancier, het contract tussen leningverstrekker, kredietverzekeraar & de verzekeraar en de overheid van het land waar het bedrijf ingeschreven staat. De baseline studies en impact analyses worden hierdoor gebruikt als einddoel om een contract, lening of verzekering te verkrijgen terwijl de studies nu juist het startpunt zijn om met belanghebbenden het gesprek aan te gaan, hun historie te begrijpen en de gezamenlijke toekomst uit te stippelen.
Door de consultant in te huren als de entiteit voor de productie van sociale studies is er naast de vele betrokken partijen (overheden, bedrijven, financiers) een extra entiteit bijgekomen. Het werken in isolatie leidt onvermijdelijk tot vingerwijzen wanneer de spanning oploopt. Alleen samenwerking tussen alle partijen (regeringen, vertegenwoordigers van alle bevolkingsgroepen, bedrijven, financiële instellingen en consultants), leidt tot gezamenlijke verantwoordelijkheid voor maatschappelijke- en investeringsvraagstukken.
Het is al met al dus niet verwonderlijk dat wanneer de consultant en haar sociale studies worden ingezet ten behoeve van het binnenhalen van een contract, lening of garantstelling niet leidt tot de gewenste sociale situatie ter plekke maar tot enkel meer documenten.
Dr. Katinka C. Van Cranenburgh is oprichter van Community Wisdom Partners. Zij was zelf niet betrokken in het Mozambique project.