De ministerraad heeft ingestemd met een voorstel daartoe van minister Kaag voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. Het IMVO-beleid is sinds 2013 gebaseerd op vrijwillige maatregelen. Via convenanten zijn bedrijfssectoren gestimuleerd hier werk van te maken. Volgens een evaluatie hebben de convenanten meerwaarde, maar wordt hiermee slechts een klein deel van de bedrijven bereikt.
Uit ander onderzoek blijkt dat effectief IMVO-beleid een doordachte combinatie van maatregelen vraagt, waaronder ook verplichtende om achterblijvers te dwingen hun verantwoordelijkheid te nemen. Het kabinet is het daarmee eens en heeft in lijn met adviezen van onder meer de Sociaal-Economische Raad een sterke voorkeur voor een Europese aanpak. Europese bedrijven hebben samen meer invloed, waardoor misstanden op grotere schaal kunnen worden aangepakt en voorkomen, en Nederlandse bedrijven ondervinden dan geen nadeel ten opzichte van hun Europese concurrenten.
Het kabinet wil de minimumnorm voor internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen wettelijk vastleggen. Bij zo’n verplichte due diligence (‘gepaste zorgvuldigheid’) moeten bedrijven onder meer de risico’s op negatieve gevolgen voor mens en milieu, zoals kinderarbeid, slavernij en vervuiling, in kaart brengen. Ook dienen ze deze risico’s aan te pakken en hierover te communiceren.
Het kabinet zal zich ervoor inzetten om de IMVO-ontwikkelingen in Europa te beïnvloeden om zo’n verplichting voor elkaar te krijgen. Daarnaast werkt het kabinet aan aanvullende nationale maatregelen die bedrijven helpen en stimuleren om beter hun verantwoordelijkheid te nemen voor mens en milieu in het buitenland. Daarvoor komt er een apart IMVO-steunpunt.