Het goed uitvoeren van de SDG-toets bij nieuw Nederlands beleid en regelgeving is erg simpel en kan een enorm positief effect hebben op ontwikkelingslanden en gendergelijkheid. Toch wordt de toets bij 95% van het relevante beleid en regelgeving niet goed toegepast, zoals het wetsvoorstel van Invest International, dat maandag behandeld zal worden in de Tweede Kamer.
Volgende week buigt de Nederlandse politiek zich over de oprichtingswet van ‘Invest International’, een fonds waarmee Nederlandse bedrijven duurzaam kunnen investeren in het buitenland. Een win-win situatie zou je zeggen: Nederlandse bedrijven verdienen en andere landen profiteren van de investeringen.
Toch is niet duidelijk hoe en of de meest kwetsbare landen en groepen van dit nieuwe fonds gaan profiteren. Gelukkig bestaat er een verplicht instrument dat bij nieuw beleid en regelgeving ambtenaren vraagt de gevolgen voor ontwikkelingslanden en gendergelijkheid in kaart te brengen.
Maar, verantwoordelijk minister Kaag en haar ambtenaren pasten dit instrument niet zichtbaar toe bij Invest International. En zij zijn niet de enigen. Uit onderzoek van Building Change, een samenwerkingsverband tussen Partos, Woord & Daad en Foundation Max van der Stoel, blijkt dat ministeries bij slechts 5% van relevant beleid deze effecten inzichtelijk in kaart brengen.
De SDG-toets
Sinds 2015 heeft Nederland zich gecommitteerd aan de Duurzame Ontwikkelingsdoelen (SDG’s) van de Verenigde Naties. Die vormen een belangrijke verander-agenda om de wereld meer in balans te brengen, met doelstellingen voor bijvoorbeeld het beëindigen van armoede of bereiken van gendergelijkheid. Al sinds 2016 vroegen Tweede Kamerleden om een instrument dat deze doelen stimuleert en niet-duurzame besluiten kan voorkomen. Minister Kaag voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking ging hier in 2018 mee aan de slag. In 2019 was de SDG-toets een feit.
De SDG-toets klinkt als een APK-keuring en in zekere zin is dat ook waar. Alleen gaat het hier niet om je Fiat Panda die wel of niet nog een jaar meekan, maar over de duurzaamheid van Nederlands beleid.
De SDG-toets klinkt als een APK-keuring en in zekere zin is dat ook waar. Alleen gaat het hier niet om je Fiat Panda die wel of niet nog een jaar meekan, maar over de duurzaamheid van Nederlands beleid. Sinds 2011 moet beleid en regelgeving dat wordt voorgelegd aan het Parlement door een vragenlijst heen, die de kwaliteit van het beleid checkt. Dit heet het Integraal Afwegingskader voor beleid- en regelgeving (IAK). De SDG-toets is simpelweg een toevoeging van twee vragen aan deze lijst: wat is het effect van nieuw beleid en regelgeving op ontwikkelingslanden en op de gelijkheid tussen vrouwen en mannen?
Invest International
Terug naar het wetsvoorstel over de oprichting van Invest International. Deze wet lijkt gebakken voor de SDG-toets. Het is makkelijk te veronderstellen dat Nederlandse handel in het buitenland positieve én negatieve gevolgen kent voor lokale belanghebbenden, zeker als het gaat om ontwikkelingslanden met een kwetsbare economie en bestuur. Bovendien lijkt de wet een uitstekende mogelijkheid voor Nederland om zich in te zetten voor gendergelijkheid.
Op het moment dat het wetsvoorstel bij de Tweede Kamer kwam, hadden de twee vragen in de Memorie van toelichting dan ook beantwoord moeten worden. Wat blijkt: in de Memorie van toelichting worden eventuele negatieve gevolgen voor ontwikkelingslanden genegeerd en is met geen woord gerept over gender.
Een vraag niet beantwoorden over ontwikkelingslanden en gendergelijkheid lijkt misschien niet zo significant, maar het heeft grootse gevolgen.
Een vraag niet beantwoorden over ontwikkelingslanden en gendergelijkheid lijkt misschien niet zo significant, maar het heeft grootse gevolgen. Ten eerste kan destructief beleid op het gebied van ontwikkelingslanden en gendergelijkheid voorkomen worden. Ten tweede zorgt een transparante beantwoording van de vragen voor een groeiend bewustzijn onder politici en ambtenaren over het effect dat Nederlands beleid kan hebben op ontwikkelingslanden en gendergelijkheid. En dat, met de juiste instelling, Nederlands beleid júíst positieve ontwikkelingen teweeg kan brengen.
Hoe nu verder?
Twee jaar na de invoering van het instrument is het tijd om de SDG-toets daadwerkelijk zichtbaar in werking te zetten. Dit kan door het bewustzijn omtrent de SDG-toets in Den Haag te vergroten en een transparante beantwoording van de vragen te verplichten.
Tijdens het vorige week gevoerde debat over de begroting van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking vroegen de PvdA en SGP dan ook opnieuw naar een betere invulling van de SDG-toets. Minister Kaag zei nogmaals toe hiermee bezig te gaan. Hoopvol nieuws, echter moet nog blijken of die woorden worden opgevolgd met daden.
Nederland moet alles op alles zetten om de doelen te halen, beginnend met het beantwoorden van een stel simpele vragen.
Extra inspanningen zijn noodzakelijk om het behalen van de SDG’s in binnen- en buitenland realistischer te maken. Daarom moet Nederland pal achter duurzame ontwikkeling staan en alles op alles zetten om de doelen te halen, beginnend met het beantwoorden van een stel simpele vragen.
Dat hoeft de Nederlandse politiek niet alleen te doen. De grote hoeveelheid aan uiteenlopende initiatieven uit het maatschappelijk middenveld, staan klaar om te ondersteunen met denk- en daadkracht.
Door Jurrian Veldhuizen (Foundation Max van der Stoel), namens Building Change.
Dit artikel is eerder gepubliceerd op de website van SDG Nederland