Toekomstbestendig ondernemen is sturen op én rapporteren over datgene wat ertoe doet. Met een dubbele materialiteitsanalyse maakt u dit inzichtelijk. Het vormt het fundament van een goed duurzaamheidsbeleid en -verslag. En is bovendien een verplichting onder de aankomende Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD). Lees meer over het belang van sturen op materialiteit, en hoe u zelf een analyse uitvoert.
Waarom materialiteit?
Het materialiteitsprincipe vormt de basis van de aankomende CSRD-richtlijn, die vanaf 2024/2025 alle grote bedrijven verplicht om jaarlijks te rapporteren over duurzaamheidsbeleid en -prestaties. Concreet houdt het materialiteitsprincipe in dat in het jaarverslag staat welke duurzaamheidsaspecten het meest relevant (materieel) zijn voor de organisatie en haar stakeholders. Een verslag – en strategie – op basis van materialiteit zorgt ervoor dat aandacht en resources naar die zaken gaan die het meest belangrijk zijn. Zo wordt bijvoorbeeld duidelijk waar de milieu-footprint het grootst is. En waar kansen liggen om positieve waarde te creëren, bijvoorbeeld inzet op eerlijke ketens en een inclusieve werkomgeving. En op welke vlakken klimaatverandering zorgt voor bedrijfsrisico’s.
Dubbele materialiteit
Materialiteit is al een tijd onderdeel van veelgebruikte frameworks voor (duurzaamheids)verslaglegging, zoals GRI, Integrated Reporting Framework en SASB (die laatste zijn onlangs samengegaan in de Value Reporting Foundation en gaan vallen onder de nieuwe ISSB van de IFRS foundation). Dubbele materialiteit werd in 2019 geïntroduceerd door de Europese Commissie met de NFRD-richtlijn. De aankomende CSRD-regelgeving is een uitbreiding van deze NFRD-richtlijn, en heeft eveneens dubbele materialiteitsprincipe als basis.
Het dubbele van zo’n analyse heeft ermee te maken dat deze aan de ene kant gaat over de belangrijke duurzaamheidsgerelateerde risico’s en kansen voor de organisatie, zoals water- en droogteschade, reputatierisico’s of CO2-heffingen. Dat wordt vaak aangeduid als ‘outside-in’: de (financieel) materiële impact op de organisatie. Aan de andere kant gaat het over de (potentiële) impact, positief of negatief, die de organisatie heeft op mensen en milieu. Denk aan schade aan biodiversiteit, mensenrechtenschendingen of een positieve bijdrage aan het oplossen van het wereldvoedselprobleem. Dit perspectief heet ‘inside-out’.
Hoe de materialiteitsanalyse landt in de CSRD-richtlijn en rapportage eisen
In een jaarverslag worden de materiële thema’s gepresenteerd. Ook staat in het verslag het proces beschreven van hoe deze thema’s samen met stakeholders zijn bepaald. Voor de geselecteerde materiële onderwerpen is helder en transparant hoe de organisatie op die onderwerpen stuurt via beleid, processen, governance, doelstellingen, KPI’s en resultaten. De selectie van materiële thema’s brengt dus focus aan in het CSRD-rapportage framework, en bepaalt voor welke thema’s eventueel aanvullend beleid moet worden ontwikkeld en/of data moet worden verzameld.
Materialiteitsanalyse voor een verslag én voor bedrijfsstrategie
Een jaarverslag is uiteindelijk geen doel op zich. Een materialiteitsanalyse biedt naast een goede basis voor efficiënte verslaglegging ook waardevolle input voor de bedrijfsstrategie. De combinatie van zowel het ‘outside-in’ als het ‘inside-out’ perspectief zorgt voor inzicht in waar een onderneming zich op moet focussen, in combinatie met de risico’s, kansen en impacts die spelen.
Aan de slag met de analyse
Een materialiteitsanalyse laat de relevante thema’s zien vanuit stakeholderperspectief, en vanuit organisatieperspectief. Start een analyse met het opstellen van een lijst van mogelijk relevante thema’s, op basis van verschillende perspectieven:
- Mondiale onderwerpen, zoals CO2 en diversiteit
- Regionale onderwerpen, zoals thema’s vallend onder Europese regelgeving
- Sectorspecifieke onderwerpen: zoals CO2 in transport en logistiek, afval en circulariteit in de bouw
- Bedrijfsspecifieke onderwerpen
Daarnaast is het belangrijk om die thema’s te toetsen bij stakeholders, van binnen en van buiten de organisatie. Dit kunnen medewerkers zijn, klanten, leveranciers, financiers, de directe omgeving van het bedrijf, maar ook de maatschappij in het algemeen. Dat kan met interviews, vragenlijsten of een enquête. Is de prioritering en relevantie vanuit stakeholders helder? Bepaal vervolgens de prioritering vanuit de organisatie. Vaak worden de resultaten van beide perspectieven gevisualiseerd in een materialiteitsmatrix.
Jurre Anema, Senior Impact Consultant bij Grant Thornton