Duurzaamheid wordt voor softwarebedrijven een essentiële manier om de continuïteit en legitimiteit van hun bedrijf te waarborgen. Databescherming en AI-ethiek, diversiteit en energiezuinigheid zijn daarbij de sleutelthema’s.
Nu onze samenleving in steeds grotere mate gedigitaliseerd raakt, neemt de invloed van softwarebedrijven toe. Ze bepalen hoe we contact hebben met vrienden, wat voor informatie we tot ons nemen en hoe we ons verplaatsen. Vanwege die prominente rol worden softwarebedrijven ook met een steeds kritischer oog bekeken, door zowel burger als overheid.
Sociale mediabedrijven worden onder de loep genomen vanwege de manier waarop zij verkiezingsuitslagen kunnen beïnvloeden. Technologiebedrijven komen regelmatig in het nieuws vanwege schendingen van de privacy. En al worden softwarebedrijven over het algemeen – en terecht – bejubeld vanwege de manier waarop zij zaken makkelijker maken, de valkuilen zijn legio: van algoritmes die onterecht discrimineren tot energieslurpende streamingdiensten. Ondernemers in de digitale wereld bevinden zich dan ook niet in een grenzeloze speeltuin waar enkel commerciële kansen leidend zijn, maar worden continu voor een uitdagende evenwichtsoefening gesteld waar regulering en publieke opinie de dynamiek bepalen. Daarnaast hebben zij hun eigen uitdagingen, zoals het aantrekken van personeel in een krappe arbeidsmarkt. Daarmee is duurzaamheid voor softwarebedrijven niet alleen een nobel streven, maar tevens een essentiële manier om de continuïteit en legitimiteit van hun bedrijf te waarborgen. Databescherming en AI-ethiek, diversiteit en energiezuinigheid zijn hierin drie sleutelthema’s.
Thema 1: Databescherming en AI-ethiek
In een digitale samenleving waar dagelijks grote hoeveelheden data worden geproduceerd, verwerkt en uitgewisseld, is privacy helaas niet altijd een gegeven. Dat is een van de redenen waarom in 2018 de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) werd ingevoerd. De AVG biedt echter geen kant- en klaar afvinklijstje voor bedrijven, maar is constant in beweging. Met nieuwe technologische ontwikkelingen en uitdijende jurisprudentie krijgt de AVG steeds meer vorm. Zo zal uit een recente rechtszaak tegen taxibedrijf Uber blijken wat ‘transparantie’ precies inhoudt in de context van besluitvorming door algoritmes. Softwarebedrijven doen er dus goed aan om nieuwe rechtszaken op het gebied van dataverwerking met aandacht te volgen.
Het gebruik van data gaat tegenwoordig hand in hand met de inzet van Artificial Intelligence (AI), een set aan technologieën die (elementen van) de menselijke intelligentie nabootst en daarvoor gebruik maakt van grote hoeveelheden data. AI kan helaas ongemerkt leiden tot ongewenste discriminatie, bijvoorbeeld wanneer het in software voor personeelsselectie wordt gebruikt. De Europese Commissie betwijfelt mede daarom of de huidige AVG-wetgeving volstaat voor effectieve handhaving en bekijkt momenteel de mogelijkheden voor specifieke regulering op kunstmatige intelligentie. In 2021 komt de Commissie met een voorstel, waarin onder andere specifieke aandacht komt voor het voorkomen van discriminatie. Tot die tijd kunnen softwarebedrijven zichzelf overigens al langs de ethische meetlat leggen met de Assessment List for Trustworthy Artificial Intelligence.
Voorsorteren
Hoewel het wettelijke kader op het gebied van databescherming en AI-ethiek volop in ontwikkeling is, kunnen softwarebedrijven dus wel degelijk al voorsorteren op de relevante thema’s. Dat is niet alleen belangrijk om nu en in de toekomst boetes te voorkomen, maar ook omdat softwaregebruikers hun stem duidelijk laten horen. Burgers zijn assertief wat betreft hun digitale rechten en deinzen er niet voor terug om een corrigerende tik uit te delen. Zo riepen De Consumentenbond en de Data Privacy Stichting recent mensen op om zich aan te sluiten bij een massaclaim tegen Facebook. Ook kunnen Nederlanders jaarlijks hun stem uitbrengen voor de Big Brother Award van stichting Bits of Freedom. De prijs komt toe aan de ‘privacyschender van het jaar’, iets wat altijd op de nodige media-aandacht kan rekenen. Overigens zijn mogelijke boetes en de schandpaal niet de enige stimulansen voor bedrijven om te investeren in de privacy van hun gebruikers. In een enquête van IT-netwerkbedrijf Cisco geeft maar liefst 74 procent van de bedrijven aan een significant positief effect te zien in termen van klantloyaliteit en -vertrouwen.
Thema 2: Diversiteit
Waar aandacht voor privacy kan leiden tot trouwere klanten, kan een divers personeelsbestand leiden tot betere processen en producten. In de context van softwareontwikkeling is dat niet anders. Uit onderzoek blijkt dat divers samengestelde teams van softwareontwikkelaars efficiënter samenwerken en meer creativiteit tonen. Het denken vanuit meerdere perspectieven kan er daarnaast voor zorgen dat digitale oplossingen beter aansluiten op de behoeften van een bredere doelgroep. Amazon stelt zelfs dat ‘inclusive design’, waarin mensen met een beperking als uitgangspunt worden genomen, producten oplevert die voor iedereen beter zijn.
Er is echter nog een dwingender argument voor diversiteit: de ICT-sector kampt al jaren met moeilijk vervulbare vacatures. Ook in tijden van corona is de vacaturegraad hoog: zo’n 43 vacatures per duizend banen, tegenover 24 voor alle sectoren gemiddeld. Een van de oplossingen voor deze krapte ligt in het aanspreken van doelgroepen die traditioneel gezien minder goed vertegenwoordigd zijn in de ICT-sector. Zo ligt het percentage vrouwelijke softwareontwikkelaars in Nederland met slechts 8,4 procent van de totale hoeveelheid softwareontwikkelaars bijzonder laag.
Krapte
Hoewel deze onevenwichtigheid deels wordt veroorzaakt doordat vooralsnog een bescheiden hoeveelheid vrouwen kiest voor een technische opleiding, zijn softwarebedrijven hier zelf ook debet aan. Een niet-inclusieve bedrijfscultuur is een van de voornaamste redenen dat vrouwen technologiebedrijven verlaten. Deze masculiene cultuur – ook wel ‘brogrammer culture’ genoemd – bemoeilijkt het daarnaast om sowieso vrouwen aan te nemen doordat deze doorklinkt in het werving- en selectieproces. Vrouwen voelen zich bijvoorbeeld minder snel aangesproken door een vacature of moeten het uiteindelijk toch afleggen tegen een mannelijke kandidaat. Softwarebedrijven die zich bewust inzetten om medewerkers buiten de bekende vijver aan te trekken en te behouden, verhogen de kans op succes in een door krapte geplaagde arbeidsmarkt.
Thema 3: Energieverbruik
Het is een kwestie van tijd voor softwarebedrijven worden betrokken in de huidige discussie over datacenters en hun energieverbruik. Nu draait deze voornamelijk om de techgiganten die hun ‘hyperscalers’ in de Nederlandse polder neerzetten en de gemeenten die daar toestemming voor geven. Softwarebedrijven zijn in dit vraagstuk echter ook een belangrijke partij. Ontwikkelaars van digitale diensten zijn immers vaak afnemer van de clouddiensten die in deze datacenters draaien. Zo leunt Netflix grotendeels op de cloud van Amazon, en maakt Zoom gebruik van de clouddiensten van Amazon, Microsoft en Oracle. Softwarebedrijven kunnen – indirect – invloed uitoefenen op het energieverbruik van datacenters door hun keuze voor een cloudprovider afhankelijk te maken van de mate waarin het datacenter gebruikmaakt van hernieuwbare energie en van de energie-efficiëntie van de faciliteit.
Schone code
Daarnaast kunnen ontwikkelaars hun software zó bouwen dat deze minder geheugen, dataopslag of dataverkeer vergt. Hiermee is hun invloed op het energieverbruik van datacenters dus ook van directe aard. Door bijvoorbeeld de code op te schonen en te herstructeren (‘software refactoring’) kan een softwareprogramma substantieel energiezuinger worden. Energiezuinige software is helaas nog grotendeels onontgonnen terrein; de kennis van programmeurs op dit vlak is beperkt en het meten van het energieverbruik van verschillende softwarecomponenten is ingewikkeld. Het vergt dus al tijdens het ontwikkelproces een duidelijke wil om de voetafdruk van de software te beperken.
Dit geldt specifiek voor software die kunstmatige intelligentie gebruikt. Het trainen van de onderliggende modellen kost veel energie, en het energieverbruik stijgt exponentieel met de laatste procenten extra ‘accuraatheid’. Zo zouden ontwikkelaars van gezichtsherkenningssoftware zichzelf de vraag kunnen stellen of die paar extra correct herkende gezichten opwegen tegen de extra energie die het kostte om het model te verbeteren. De Europese Commissie onderzoekt de mogelijkheden om energiezuinige ontwikkeling van AI te stimuleren. Wellicht komt die stimulans straks vanuit een ‘ecolabel’ voor software, een oplossingsrichting die in academische hoek wordt verkend.
Noodzaak
Softwarebedrijven opereren in een uitdagend speelveld. Niet alleen hebben zij doorlopend te maken met arbeidsmarktkrapte, ook worden aan digitale oplossingen door zowel burger als overheid steeds meer eisen gesteld. Voor deze bedrijven staan thema’s als databescherming en AI-ethiek, diversiteit en energiezuinigheid dan ook niet gelijk aan holle frasen of pogingen tot ‘greenwashing’, maar ze zijn bittere noodzaak. Het is mooi meegenomen dat investeringen op dit vlak uiteindelijk kunnen leiden tot digitale producten die beter zijn voor mens, natuur en maatschappij.
Julia Krauwer, Sector Banker TMT (Technologie, Media & Telecom) bij ABN Amro.
Dit artikel is eerder gepubliceerd op de website van Emerce