Grote explosies, imitatie-regenbuien en een crew die naar filmlocaties over de hele wereld vliegt: duurzaam is het maken van een film eigenlijk niet te noemen. Hoe brengen we hier verandering in? Universitair hoofddocent Media- en cultuurwetenschappen Judith Keilbach en haar team deden anderhalf jaar lang onderzoek en presenteerden onlangs hun rapport ‘Op weg naar een duurzame filmindustrie’ aan het Nederlands Filmfonds.
Er zijn pilots gedaan op zes Nederlandse filmsets waar de ‘best practices’ uit een eerder uitgevoerde deskresearch zijn geïmplementeerd.
Eco-managers
Misschien wel de interessantste uitkomst van het onderzoek is de invloed van de zogenaamde eco-managers. Zij kijken onder meer naar de CO2-uitstoot, hoe er minder op en neer kan worden gereden, of de crew gebruik kan maken van een hybride generator en of er bijvoorbeeld een bestaand decor en tweedehands kostuums beschikbaar zijn.
“We zagen dat de eco-managers veel meer invloed hadden dan de eco-consultants. De belangrijkste dingen gebeuren immers voordat je begint met draaien, in de pre-productie. Met een goede planning kom je al heel ver. Uiteindelijk hebben we daadwerkelijk drie eco-managers kunnen opleiden.”
Obstakels en knelpunten
De zes pilots lieten ook de obstakels en knelpunten voor een verduurzaming van de filmsector zien, zegt Keilbach. “De hoge werkdruk en last minute aanpassingen dragen bij aan een gebrek aan prioriteit voor duurzaamheid en de dataverzameling over CO2 wordt als lastig ervaren.”
“Veel Nederlandse films zijn bovendien internationale coproducties, wat sowieso leidt tot veel transport. Daarnaast speelt de hiërarchische cultuur parten, een eco-manager heeft gezag nodig om iets te kunnen betekenen, en de Nederlandse infrastructuur is niet op duurzame oplossingen ingericht. Het aanbod is beperkt en de kosten zijn hoog.”
Aanbevelingen voor het Nederlands Filmfonds
Om duurzame filmproductie te stimuleren zou het Nederlands Filmfonds duurzaamheidsmaatregelen moeten vervroegen, vergoeden en verplichten, vindt Keilbach. “Duurzaamheid moet zo vroeg mogelijk in het proces worden geïntroduceerd, idealiter al in de ontwikkelingsfase en in ieder geval in de fase van pre-productie. Het moet direct voor de hele crew duidelijk zijn dat duurzaamheid aandacht verdient.”
Met dit soort onderzoek kunnen wij geesteswetenschappers ook bijdragen aan de verduurzaming van de aarde.
Inmiddels heeft het Nederlands Filmfonds in een rondetafelgesprek een actieplan opgesteld voor een daadwerkelijke verduurzaming van de filmsector. Speerpunten zijn het vergroten van draagvlak binnen de sector en het toegankelijk maken van kennis en expertise. De komende periode zullen ideeën worden uitgewerkt en getoetst om tot concrete afspraken te komen.
Problemen met verduurzaming, niet alleen in de filmsector
Het viel Keilbach op dat het probleem niet zozeer ligt in onwil om te veranderen, maar eerder in de manier waarop die verandering moet plaatsvinden. In de podcast Konkav Kasty zegt ze: “Tijdens interviews zagen we dat iedereen eigenlijk van iemand anders verwachtte dat ze in actie zouden komen. Niemand durfde zelf te beginnen. Daarom is ons onderzoek niet alleen interessant voor de media-industrie; je vindt deze problematiek ook terug in vele andere sectoren.”
Met haar onderzoek hoopt Keilbach te laten zien dat geesteswetenschappers kunnen bijdragen aan een schonere aarde. “Vroeger had ik het idee dat andere disciplines beter konden helpen de aarde te verduurzamen, maar ook wij kunnen met dit soort onderzoek bijdragen aan de oplossing.”
Dit artikel is eerder gepubliceerd op de website van Universiteit Utrecht