Wordt elektrische mobiliteit op dit moment meegenomen in de Regionale Energie Strategie (RES)? Met deze vraag startte Joost Brouwer van Bureau 2030, in opdracht van Nationaal kennisplatform laadinfrastructuur (NKL), een verkenning naar de rol van Mobiliteit in de Regionale Energie Strategie (RES). Joost vertelt over zijn bevindingen. Joost Brouwer is oprichter van Bureau 2030 en maakt het abstracte en vaak complexe werkveld van de energietransitie graag praktisch en concreet.
“Er zijn veel programma’s en veel gremia met energietransitie bezig, op nationaal, regionaal en lokaal niveau. Over het algemeen is er nog weinig samenhang.”
Inzicht en overzicht
Het resultaat van deze verkenning is dan ook tweeledig: aan de ene kant geeft het een goed inzicht in hoe elektrische mobiliteit op dit moment in de energietransitie wordt meegenomen. En daarnaast geeft het een praktisch en uitgebreid overzicht van de verschillende programma’s en gremia én hun onderlinge samenhang. Joost: “Door de huidige situatie zo uitgebreid op een rij te zetten en de koppeling met elektrische mobiliteit te maken, kunnen we duidelijk zien waar de koppelkansen liggen.”
Kansen en oplossingen
Een van de belangrijkste aanbevelingen uit de verkenning is om elektrische mobiliteit integraal onderdeel te maken van de energietransitie. Maar waarom is dit eigenlijk zo belangrijk?
Joost: “We maken allemaal gebruik van dezelfde energie infrastructuur. Door beter aan te sluiten op bestaande programma’s en de koppelkansen goed te benutten, voorkomen we dat we als mobiliteit straks de boot missen. Ook kan ‘Elektrisch Vervoer’ oplossingen bieden. Zeker als je kijkt naar het inzetten van elektrische voertuigen voor de opslag van energie. Door slim te laden kun je te veel opgewekte energie opslaan in de batterij van elektrische voertuigen, of bij een piekbelasting van het net kun je offloaden. Zo voorkom je netcongestie.Een andere kans is dat vraag en aanbod beter bij elkaar gebracht kunnen worden: waar zitten je zon- en windbronnen of waar wil je die als gemeente plaatsen (je aanbod) en waar zit je vraag (bewoners, bedrijven, voertuigen)? Zitten deze goed bij elkaar in de buurt zodat je je opgewekte energie meteen ter plekke kwijt kunt en daarmee overbelasting voorkomt? Door de laadinfrastructuur hier meteen in mee te nemen kun je je lokale vraag en aanbod nog beter op elkaar afstemmen en voorkom je verspilling van energie.”
De resultaten van de verkenning
Er zijn op nationaal en regionaal niveau 11 gremia die betrokken zijn bij de energietransitie. In de verkenning wordt kort aangegeven wat ze doen en wat de link met mobiliteit kan zijn. Joost: “Zo heeft iedereen nu hetzelfde startpunt en kunnen we samen kijken waar de koppelkansen liggen en hoe we elektrische mobiliteit – en daarmee de laadinfrastructuur – een plek kunnen geven in de RES.”
Andere conclusies zijn:
-
Laadinfrastructuur is in 17% van RES’en meegenomen.
-
Op alle niveaus zijn de thema’s mobiliteit en energie nog te veel gescheiden
-
Integratie van programma’s is complex, de rol van de netbeheerder is hierin belangrijk
-
De grootste energiebehoefte zit bij logistiek laden
Meer weten?
Lees hier het rapport Verkenning Mobiliteit in RES.