Na jaren van onderhandelingen tussen de Europese instellingen en EU-lidstaten heeft de Europese Raad een meerderheid bereikt over de invoering van de ‘Corporate Sustainability Due Diligence Directive (CSDDD)’. De noodzaak tot actie – ook met de verkleinde reikwijdte van de richtlijn – blijft onverminderd hoog. Zeker gezien de toezichts- en sanctiemechanismen die onderdeel zijn van de CSDDD.
De richtlijn verplicht ondernemingen binnen de EU met meer dan 1.000 werknemers om risico’s voor mensenrechten en milieu in hun waardeketen te identificeren en te verminderen. Bedrijven moeten hiervoor due diligence-processen opstellen, oftewel een doorlopend proces om risico’s in de keten in kaart te brengen en deze te mitigeren. Ik raad ondernemingen aan om zich goed voor te bereiden op deze processen door het uitvoeren van een eigen risicoanalyse en door in gesprek te gaan met belanghebbenden in de waardeketen. Zeker gezien de toezichts- en sanctiemechanismen die onderdeel zijn van de CSDDD, waardoor ondernemingen ook civiel aansprakelijk kunnen worden gesteld bij schade veroorzaakt aan een natuurlijke of rechtspersoon.
Ook voor ondernemingen tot 1.000 werknemers is er geen reden om nu achterover te leunen. De Europese wetgeving over duurzaamheidsrapportage is ook voor hen nu al van toepassing. De CSRD (Corporate Sustainability Reporting Directive) vereist dat ondernemingen transparantie verschaffen over de impact van hun activiteiten op mens en milieu. Deze rapportageverplichting vraagt ook naar de gehele waardeketen te kijken. Daarnaast zijn zij onderdeel van de waardeketen van grotere bedrijven.
Daarbij pleit ik voor nog betere voorlichting van overheidswege en bijvoorbeeld VNO-NCW op dit terrein. Ondernemers weten nu vaak het verschil en de samenhang niet tussen de CSDDD en de CSRD. Het is essentieel dat ondernemingen hun negatieve impact in de waardeketen blijven inventariseren en beperken. Dit voor hun waardecreatie op de lange termijn.
Jessica Boekhoudt, Director Sustainability bij Mazars Nederland