Twintig jaar geleden was ik er al van overtuigd dat energie-efficiëntie een van de gemakkelijkste en snelste manieren is om emissies te verminderen en te verduurzamen. Mijn collega’s en ik hebben die boodschap sindsdien keer op keer herhaald. Wat is er sindsdien veranderd? Veel. Maar toch in sommige opzichten niet genoeg.
Want hoewel die simpele boodschap – dat efficiënter omgaan met energie goed is voor mensen, planeet en de economie – populairder is geworden, blijft het een onderschatte en vaak over het hoofd geziene oplossing in onze zoektocht naar lagere emissies en een grotere energiezekerheid.
Van één naar twee issues: de klimaat- en energiecrisis
Wat wel is veranderd, zijn de drijfveren voor actie.
Elke recordoverstroming, -droogte en -hittegolf heeft bewijs geleverd dat de opwarming van de aarde geen fabeltje is. Er wordt niet langer alleen gesproken over klimaatverandering, maar over een planetaire crisis. Om een totale catastrofe te voorkomen, moeten we de uitstoot van broeikasgassen massaal en onmiddellijk terugdringen.
De tweede verandering zijn de herhaalde energiecrisissen van de afgelopen 10 jaar, en vooral die van de afgelopen 16 maanden. De extra motivatie om in actie te komen is niet alleen aangewakkerd door de oorlog in Oekraïne, maar ook door jaren van te weinig investering in energiesystemen.
De drang om het mondiale energielandschap opnieuw vorm te geven, gaat niet langer alleen over het klimaat en decarbonisatie. Het gaat er nu ook om de klap van de energiecrisis te verzachten en industrieën, infrastructuur, huizen en economieën minder afhankelijk te maken van een beperkt aanbod van een beperkt aantal leveranciers.
Te weinig aandacht voor energie-efficiëntie
Dit alles heeft tot waardevolle vooruitgang geleid. Beleidsmakers in de EU, de VS, India en elders hebben hun klimaatverplichtingen aangescherpt en actie ondernomen om de inzet van alternatieve energie te vergemakkelijken en te stimuleren. De productie van hernieuwbare energie en de verkoop van elektrische voertuigen zijn zo sterk gestegen dat het Internationaal Energieagentschap (IEA) schat dat de wereldwijde vraag naar fossiele brandstoffen tegen het einde van dit decennium zijn piek zal bereiken.
Wat echter niet genoeg is veranderd, is dat de aandacht nog steeds grotendeels uitgaat naar de aanbodkant, oftewel, hoe energie wordt opgewekt. De vraagzijde van de energievergelijking – hoe efficiënt energie wordt verbruikt – krijgt nog steeds minder aandacht dan het verdient.
Dit ondanks het feit dat er al een groot aantal bewezen energie-efficiënte technologieën bestaat.
Neem bijvoorbeeld systemen voor gebouwbeheer, airconditioning en verwarming die zijn uitgerust met slimme regelaars en mogelijkheden voor real-time gegevensanalyse, waarmee energieverspilling kan worden opgespoord en aangepakt. Of automatiseringssoftware die processen, energieverbruik en onderhoud kan optimaliseren op industriële locaties en in hele productie- en logistieke netwerken van bedrijven. Maar ook elektrische warmtepompen, die schoner, veelzijdiger en veel energie-efficiënter zijn dan hun tegenhangers op fossiele brandstoffen.
Dit soort hulpmiddelen missen de glamour van elektrische auto’s of windturbines. En omdat energie-efficiëntie abstracter is en zich over miljoenen acties en locaties uitstrekt – kantoren, magazijnen, winkelcentra, datacenters – is het moeilijker om het volledige potentieel ervan te herkennen.
Uit een onafhankelijk onderzoek onder meer dan 500 directieleden dat we vorig jaar hebben laten uitvoeren, bleek bijvoorbeeld dat hoewel duurzaamheidsoverwegingen nu hoog op de bedrijfsagenda staan, slechts ongeveer de helft de basis vastlegt. De meesten houden geen rekening met de totale mix van hulpmiddelen die vandaag de dag beschikbaar zijn.
En toch is het prima mogelijk om technologieën voor schone energieopwekking te combineren met elektrificatie en digitalisering die efficiëntie opleveren (Electricity 4.0 ), of het nu gaat om industriële lokaties, nieuwe gebouwen of de renovatie van bestaande gebouwen
We hebben de ingrediënten – laten we ze nu gebruiken
Naarmate de wereldbevolking blijft groeien en de economieën zich verder ontwikkelen, zal onze collectieve behoefte aan schone en betaalbare energie blijven toenemen. De opkomst van hernieuwbare energiebronnen kan slechts een deel daarvan opvangen. Het optimaliseren van ons energieverbruik moet dus ook een integraal onderdeel zijn van de aanpak van de klimaat- en energiecrisis.
Het is eigenlijk een no-brainer en het is relatief laaghangend fruit dat veel sneller wordt terugverdiend dan velen beseffen. Bij installatie van digitale energiebeheeroplossingen in bestaande gebouwen, is de investering snel al binnen twee tot vijf jaar terugverdiend.
Het IEA bracht in juni in Parijs ministers, CEO’s en andere leiders samen om het onderwerp centraal te stellen. Omdat we een mentaliteitsverandering en een nog groter bewustzijn nodig hebben bij bedrijven, infrastructuurexploitanten, de bouw- en vastgoedsector, het grote publiek – en van de beleidsmakers die de invoering kunnen helpen versnellen door vastberaden beleidsondersteuning.
We hebben alle ingrediënten. Wat we niet hebben is tijd.
We kunnen niet nog eens twee decennia, of zelfs maar twee jaar, voorbij laten gaan voordat we de kracht van elektrificatie en digitale energie-efficiëntietechnologieën ten volle benutten.
Jean-Pascal Tricoire, voorzitter van Schneider Electric