Het goede doen voor de wereld en tegelijkertijd winst maken is geen makkelijke opgave. Dat ervaart althans Jaap Wassink (country director Coca-Cola European Partners Nederland). In een interview in Forum, het opinieblad van VNO-NCW, zegt hij daarover: ‘Het is een worsteling, want als bedrijf wil je groeien én winst te maken. Maar tegelijkertijd wil je ook de juiste keuzes maken op bijvoorbeeld het gebied van duurzaamheid. Dat is een constante spagaat en dat ervaar ik ook zo: hoe kan ik mijn bedrijf laten groeien, en tegelijkertijd de wereld niet verpesten?’

Intrinsieke motivatie

Beiden zijn enorm belangrijk, ervaart Wassink. En veel bedrijven worstelen met dezelfde ’transitie’ van ‘alleen maar winst’ maken naar intrinsiek gemotiveerd zijn om de wereld beter te maken. Wat daarbij helpt, is open staan voor ideeën over hoe het beter, gezonder of duurzamer kan. Wassink: ‘We lopen niet weg voor bijvoorbeeld statiegeld of een suikertaks omdat ze per definitie slecht voor onze business zouden zijn.’ Coca-Cola moet geen ‘nee-bedrijf’ zijn, zegt hij.

Gedragsveranderingen

Wel vindt hij het belangrijk om eerst zélf te proberen of hij minder caloriehoudende dranken kan verkopen en de afvalberg kan laten slinken voordat er met paardenmiddelen wordt gewerkt. Voor beide problemen zijn gedragsveranderingen bij consumenten heel belangrijk. ‘Maar als blijkt dat de pilots zoals afgesproken met de politiek niet slagen – en daar ziet het er nu naar uit – dan zal ik statiegeld omarmen. Het helpt ons ook in onze doelen.’

Rust en energie

Erkennen dat je niet alles goed doet als bedrijf en dat zo’n spagaat tussen groeien en ‘het goede doen’ bestaat, geeft een hoop rust én energie, zegt Wassink. Die houding kan hij iedere ondernemer aanraden. ‘Ik denk dat ondernemers moeten wegstappen van dat opgeheven vingertje, dat ‘ik leg het u nog één keer uit.’ Schiet niet meteen in de verdediging.’

Dit artikel is eerder gepubliceerd op de website van VNO-NCW