Een circulair model vormt een volledig andere aanpak voor bedrijven die voorheen ‘gewoon’ producten verkochten. Er is een nieuw businessmodel nodig dat waarde behoud van producten als uitgangspunt heeft, in plaats van spullen af te danken.
Wat zijn de mogelijkheden? Thomas Leenders, verantwoordelijk voor new business development bij Philips Lighting, zet enkele varianten uiteen die verder gaan dan (ver)kopen, gebruiken en weggooien.
De wereld wordt steeds drukker, grondstoffen raken op, de afvalbergen groeien. “We weten allemaal dat het zo niet eeuwig door kan gaan. Geen wonder dus dat steeds meer organisaties drijfveren zien om de circulaire economie en duurzame bedrijfsmodellen in de bedrijfsstrategie op te nemen. Maar ‘van bezit naar gebruik’ vergt een servicemodel in plaats van een productiegericht model,” aldus Leenders. Hoe ziet dat eruit?
Geen eigendom, maar huur
In het circulaire model verschuift de manier waarop de klant betaalt, van een hoge initiële investering (gevolgd door afschrijving) naar kosten over de hele levensduur of zelfs meerdere levensduren. Het voordeel: er is geen terugverdientijd voor de klant. Kosten zijn vanaf dag één lager dan de afschrijving in de oude constructie. Leenders: “Dit is een van de bekendste businessmodellen in de circulaire economie. Klanten sluiten voor het gebruik van een product een huurcontract af of betalen een bedrag per gebruik. Ze worden dus geen eigenaar van een product. Het is een aantrekkelijke propositie voor bedrijven die nu nog hoge operationele – en flexibele kosten hebben. In het nieuwe model zijn de kosten exact voorspelbaar.”
Deeleconomie
Een tweede businessmodel is het sharingplatform. Ook hierin is de gebruiker geen eigenaar. Hij betaalt een bedrag om tijdelijk producten te gebruiken die eigendom zijn van iemand anders. “Denk aan BlaBlaCar, Greenwheels of de OV-fiets. De duurzaamheid zit hier niet in het circulaire model, maar in het optimale gebruik van een product. Gebruikers, individuen of bedrijven, vinden elkaar op een platform en delen de producten of diensten die daar worden aangeboden. Op deze manier wordt een auto of fiets veel vaker gebruikt. Uiteraard moeten we aantekenen dat deze businessmodellen soms kritiek krijgen, als de economische motieven de overhand nemen en daardoor de oorspronkelijk nobele gedachte van ‘eerlijk delen’ sterk verwatert. Maar de successen zijn er, daar kan niemand omheen,” aldus Leenders.
Circular supplies en resource recovery
Twee andere duurzame opties zijn vooral relevant voor bedrijven die werken met schaarse grondstoffen of brandstoffen. In het circular supplies-model komen volledig hernieuwbare, recyclebare of biologisch afbreekbare grondstoffen in de plaats van deze schaarse stoffen. Leenders: “Een voorbeeld is Royal DSM, dat een biobrandstof ontwikkelde van (onder meer) maïsafval. Uit een voorheen waardeloze, maar volstrekt natuurlijke grondstof ontstaat zo plotseling CO2-neutrale biodiesel.
Het resource recovery-model is vergelijkbaar, met als enige verschil dat de grondstof in dit model uit bestaande producten worden gewonnen. Via technologie en innovatie hergebruikt een bedrijf deze producten en wint daarmee reeds verwerkte grondstoffen terug. Dit maximaliseert de economische waarde. Het cradle-to-cradle-principe is het bekendste voorbeeld van dit model. Daarbij verwerkt een bedrijf afval tot bijvoorbeeld brandstof. Zoals het Walt Disney World Resort, dat al het weggegooide voedsel laat omzetten in biogas om elektriciteit mee op te wekken.”
Product life cycle
Het laatste businessmodel probeert hergebruik juist zo lang mogelijk uit te stellen. In dit model richt het bedrijf zich op het verlengen van de levenscyclus van producten. “Denk bijvoorbeeld aan de zogenaamde refurbished telefoons. De winstgevendheid van deze ultralange levensduur zit hem in het simpele feit dat u langer inkomsten met het product kunt genereren. Producten en materialen die u anders zou weggooien, houdt u nu en verbetert u zelfs, bijvoorbeeld door te repareren en uit te breiden. Vervolgens verkoopt u het vernieuwde product door óf u gebruikt het zelf,” stelt Leenders.
“Duurzame (en vooral circulaire) businessmodellen vormen een positieve, maar gedurfde stap voor organisaties. Het vergt een sterke overtuiging, maar ook een bredere blik op uw organisatie om het gevestigde lineaire ‘wegwerpontwerp’ los kan laten. Hoe meer organisaties en fabrikanten hier samen in optrekken, hoe groter de voordelen en de impact. De echte opbrengst zal pas in de toekomst zichtbaar zijn, maar elke ondernemer weet toch dat de kost voor de baat uitgaat?” besluit Leenders.