Wie is en wat doet Rob van Tilburg?
Binnen Royal HaskoningDHV geef ik leiding aan de Adviesgroep Duurzaam ondernemen; een team van bevlogen professionals die ondernemingen ondersteunen bij het vormen en waarmaken van hun ambities in deze. Gelukkig managen professionals zich vooral zelf, waardoor er meer dan genoeg ruimte over blijft om ook zelf actief bedrijven te kunnen helpen bij het realiseren van hun maatschappelijke strategie.
Je bent auteur van het recent verschenen boek “Duurzaam ondernemen waarmaken”. Welke meerwaarde biedt dit boek t.o.v. de vele reeds verschenen MVO-boeken?
Uniek aan dit boek is denk ik de bedrijfskundige invalshoek. Het beschrijft niet zo zeer allerlei duurzaamheid-inhoudelijke best-practices, maar we illustreren veel meer via welke bedrijfskundige interventies bedrijven zo ver gekomen zijn. Niet alleen vanuit het oogpunt van de onderneming als geheel, maar juist ook per bedrijfskundige discipline, als communicatie, marketing, operations, strategisch management en ga zo maar door.
Tot welke nieuwe inzichten ben je gekomen in het onderzoek dat voor het boek is uitgevoerd?
Oei, dat zijn er heel veel. Misschien wel de belangrijkste is dat we nog scherper hebben gekregen onder welke bedrijfskundige condities welke veranderstrategie voor de hand ligt. Soms is dat een revolutionaire benadering, zoals bijvoorbeeld Desso en Van Gansewinkel volgden met hun Cradle2Cradle strategie. Andere keren is de meer evolutionaire weg het meest passend, via bijvoorbeeld traditioneel managerial aangestuurde processen zoals indicatoren, verslaglegging, doelstellingen en dergelijke. KPN en KLM gooiden daar hoge ogen mee. Maar ook de rol van partnerships met NGO’s en de betekenis die dit in bepaalde fasen voor een bedrijf kan hebben waren van grote waarde.
Wat kunnen ondernemers met het in het boek beschreven fasenmodel?
Met dit boek bieden we ondernemingen inzicht in veranderprocessen op het gebied van duurzaamheid. Het model onderscheid twee assen: maatschappelijke responsiviteit en grondhouding jegens maatschappelijke opgaven. Zo komen we op 4 archetypen van fasen: inactief, reactief, actief en pro-actief. Met dit model kunnen ze zichzelf en / of hun organisatie positioneren ten opzichte van maatschappelijke verantwoordelijkheid. Gekoppeld aan hun bedrijfscondities kan dan de meest passende strategie worden uitgestippeld, waarin duurzaamheid is geïncorporeerd.
In elke fase past ook weer een andere benadering van duurzaamheidinvullingen. Neem keten management; een reactief bedrijf zal door middel van gedragscodes haar aansprakelijkheid willen afzekeren, terwijl een bedrijf in de actieve fase veel meer door middel van dialoog en samenwerking met leveranciers tot verbetering kan komen.
Is het gedachtegoed van het boek en het model ook bruikbaar in je adviespraktijk?
Ja, buitengewoon. Nu al merken in onze dagelijkse adviespraktijk dat het veel herkenning oproept. Dat ondernemingen hun eigen proces kunnen herkennen, begrijpen en herstructureren. Soms leidt dat tot het inslaan van een nieuwe weg, die opeens veel beter past bij de onderneming.
Welk belangrijkste advies kun je aan ondernemingen meegeven die starten met MVO?
Ga structureel na welke maatschappelijke opgaven voor de onderneming van belang zijn. Betrek daar medewerkers bij; zij zijn de ambassadeurs van de organisatie. Analyseer wat ook externe stakeholders van je verwachten. Beschouw welke veranderbenadering het beste past bij de omstandigheden waarin het bedrijf verkeert: past de meer radicalere weg, of meer de weg van de geleidelijkheid. Beschouw duurzaamheid vooral niet als een boekhoudkundige exercitie, maar analyseer in welke domeinen door duurzaamheid waarde gecreëerd kan worden. Bijvoorbeeld in de markt, of richting investeerders, qua reputatie of in de arbeidsmarkt. En los van deze meer rationele waarden, durf als leider van een organisatie ook je persoonlijke overtuiging te delen. Als iets een aanjager voor duurzaamheid kan zijn, is dat zeker ook betrokkenheid van de directie als betrokken burger.
Welke ontwikkelingen verwacht je zelf op MVO-gebied in de komende jaren?
Bijna te veel om op te noemen. Maar laat ik enkele belangrijke accentueren. Bedrijven zullen andere verdienmodellen gaan ontwikkelen, waardoor duurzaamheid en bedrijfseconomisch succes meer hand in hand gaan. Nog meer experimenten met verleasing bijvoorbeeld, waarmee Thomas Rau experimenteert, maar neem ook iets als ToestelLease dat KPN recent succesvol introduceerde. Nog meer zullen bedrijven het hun klanten makkelijk gaan maken te kiezen voor duurzaamheid; door hen heldere keuzes te bieden. Maar ook klassieke thema’s als materiaal efficiency zullen weer een vlucht gaan nemen, al was het alleen maar uit toenemend schaarste besef en dito prijsontwikkeling: verspilling zal zo uit het systeem worden georganiseerd. Het corrigerend reputatiemechanisme, zowel bij goed als bij slecht nieuws, zal in kracht alleen maar groeien. Kijk alleen maar naar het groot aantal succesvolle korte campagnes van de afgelopen jaren van actieorganisaties. Of het nu gaat over het succes de plofkip of het aantal bedrijven dat zich recent haastte om onder druk van de Plastic Soep Foundation de micro beads (minuscule bolletjes plastics in cosmetica en verzorgingsproducten) deze uit te bannen.
Maar vooral: bedrijven zullen meer en meer zich gaan realiseren dat ze met hun producten en diensten oplossingen kunnen gaan bieden voor maatschappelijke uitdagingen, in plaats van zich alleen maar onderdeel van het probleem te voelen. Niet meer beperken van ongewenste effecten maar met commerciële proposities duurzaamheid bevorderen.
Wat is het leukste dat je in je MVO-adviespraktijk bent tegengekomen?
Om het maar even in het heden te houden, dan was dat denk ik wel de lancering van ons boek. We hebben het echt als voorrecht ervaren dit te mogen publiceren (dank Stichting Management Studies voor deze prachtige vraag!). Het komt niet vaak voor dat je zo de gelegenheid krijgt om alle inzichten die je in de jaren op je vakgebied op deed op en basis van aanvullend gedegen onderzoek bij 20 grote ondernemingen aan het papier toe te mogen vertrouwen. En als na twee jaar hard zwoegen de reacties zo positief zijn, ja, dan is dat voor ons als auteurs wel een hele mooie ervaring.
Wat is de minst leuke casus die je in je MVO-adviespraktijk bent tegengekomen?
Uiteraard lukt het ook wel eens niet om een onderneming te bewegen tot een hoger niveau va duurzaamheid. Dat is altijd teleurstellend. Een enkele keer blijkt een onderneming met ons een samenwerking te zijn aangegaan, vooral om zich reputationeel of qua PR te versterken. Zo’n ervaring had ik vorig jaar met een grote cliënt over het aanpakken van kinderarbeid in de keten. Deze onderneming bleek geen enkel probleem te zien daarmee, zolang het maar niet in verband met hem als afnemer werd gebracht. Dat je zo’n klant een enkele keer niet op andere gedachten kan brengen is dan erg teleurstellend.
Welke rol speelt duurzaamheid in je privéleven?
Ja, dit dreigt een beetje saai antwoord te worden van groene stroom inkoop, weinig auto rijden en biologisch eten. Maar dat zijn een natuurlijk de hygiëne factoren, de no-brainers. Leuker vind ik het om juist mijn omgeving mee te nemen in mijn fascinatie voor natuur, mooie landschappen en de waarde daarvan. Menig vergadering wordt bruut onderbroken doordat ik het niet kan laten mijn collega’s even op een overvliegende havik te wijzen. Met al onze inspanningen voor het behoud van duurzaamheidswaarde voor later, moeten we natuurlijk niet vergeten van de pracht van het nu te genieten.
Bestel het boek “Duurzaam ondernemen waarmaken” [url]//www.duurzaam-ondernemen.nl/detail_page.phtml?&&page=boek_order_duonwaarmaken[link]hier[/url] online!