Op de eerste conceptversie van de internationale richtlijn voor duurzaam inkopen is negatief gestemd. Naast Nederland hebben ook Brazilië, Denemarken, Ierland, Italië, Noorwegen, Zweden, het Verenigd Koninkrijk en Amerika negatief gestemd. Gezien het stemresultaat (tien landen negatief en maar zeven landen positief) en de hoeveelheid commentaar (350 unieke commentaren) wordt verwacht dat er een tweede conceptversie van de richtlijn verschijnt.
Op 22 tot en met 27 februari as. worden deze tijdens een tweede internationale vergadering in Brazilië besproken. Ook Nederland is hierbij aanwezig met een kleine afvaardiging van de normcommissie ‘Duurzaam inkopen’. Deze normcommissie bestaat zowel uit vijf Ministeries (SZW, EZ, I&M, BZK en BUZA), adviesbureaus (zoals Royal HaskoningDHV en Learn2improve) en gebruikers/inkopers (zoals NEVI, PIANOo, Alliander, Eneco, Essent en TBI).
Nederlandse standpunt
De Nederlandse normcommissie was het vrij snel eens over het uitbrengen van een negatieve stem. In deze eerste conceptversie staat dat een inkoper gedetailleerde uitleg behoeft over principes en kernthema’s van MVO volgens ISO 26000. Inkopen is echter een functie of activiteit dat onderdeel is van een organisatie. Het is dus niet aan de inkoper om te bepalen wat het MVO-beleid van een organisatie is, maar aan het management of de directie. Evengoed moet de inkoper wel in staat zijn de MVO-doelstellingen en -prioriteiten te vertalen naar zijn dagelijkse inkoopwerkzaamheden. Volgens de Nederlandse normcommissie moet de nieuwe internationale richtlijn een inkoper dan ook praktische handvatten bieden. Nederland heeft in haar commentaar voorgesteld om een aanpak of stappenplan op te nemen in de richtlijn die een inkoper helpt om uiteindelijk professioneel en daarmee duurzaam te kunnen inkopen.
Nederland heeft op het gebied van duurzaam inkopen al verschillende instrumenten ontwikkeld, zoals MVI stappenplan of duurzaam inkopen met ambitie. Duurzaam inkopen is uiteindelijk professioneel inkopen. De Nederlandse instrumenten zijn dan ook veel meer gericht op het professionaliseren van de inkoop.