Organisaties moeten veel meer de focus leggen op gebouwstandaarden die de mens meenemen in de beoordelingsmix, zoals de WELL Building-standaard. Nu ligt vaak enkel de nadruk op duurzaamheidsaspecten. Dat stelt tapijttegelfabrikant Interface.
Gebouwen hebben een enorme invloed op de mens, zo tonen allerlei onderzoeken onomstotelijk aan. Een slechte akoestiek, weinig daglicht en onvoldoende ruimte voor sociale cohesie hebben een negatieve invloed op ons welzijn.
Grote invloed
Gebouwen zijn niet enkel stenen constructies met een bepaalde milieubelasting. Het zijn plekken waar mensen samenkomen. Mensen die zich geborgen, productief, fit, geïnspireerd en verbonden met anderen willen voelen. Toch richten traditionele certificeringsnormen zoals BREEAM zich voornamelijk op zaken als energie, water en afval. Dat terwijl gebouwen een grote invloed uitoefenen op de gezondheid en het welzijn van medewerkers. Niet zo gek: we brengen maar liefst 90 procent van onze tijd door in gebouwen. Slecht ontworpen kantoren zijn letterlijk ziekmakend. Andersom kan een gebouw dat wel in menselijke behoeften voorziet een voorsprong geven op de concurrentie.
Maar hoe weet een organisatie dat een gebouw zo ‘mensvriendelijk’ mogelijk is? Daarvoor werd in 2014 de WELL-standaard ontwikkeld. Dat is een internationale gebouwcertificering met een sterke focus op gezondheid en welzijn. Bij een certificering worden gebouwen beoordeeld op zeven aspecten: lucht, water, voeding, licht, fitness, comfort en psyche.
5 argumenten voor de WELL-standaard
Interface geeft vijf argumenten om ook de WELL Building-standaard te omarmen:
- Gebouwen moeten concurreren met alternatieven
Dankzij allerlei technologische en maatschappelijke ontwikkelingen zijn we veel minder afhankelijk van fysieke locaties. De tijd dat we ons altijd verplicht moesten verzamelen in gebouwen ligt achter ons. Shoppen gaat ook prima vanaf de bank, en we werken net zo gemakkelijk aan de keukentafel.
Die flexibiliteit dwingt gebouwen in een soort concurrentiepositie. Ze strijden met de bank en de keukentafel om de gunst van de gebruiker. Gebouwen moeten ons weer echt wat te bieden hebben. Een gebouw dat aantoonbaar rekening houdt met ons welzijn heeft dan – letterlijk – de beste papieren. - Mens-centraal design bevordert de productiviteit
Medewerkers zijn productiever in een gebouw dat rekening houdt met hun welzijn. Zo hebben goede ventilatie, biophilic design en minimale afleiding door storend geluid hierop een positief effect. Ook ruimten die uitnodigen tot samenwerking of die concentratie bevorderen, dragen bij aan een hogere productiviteit. Bovendien zorgen deze aspecten voor een hogere kwaliteit van het werk.
Op dit punt kunnen veel organisaties nog winst behalen. Volgens de jaarlijkse Leesman Index vindt slechts 57 procent van de werknemers dat zijn of haar werkplek de productiviteit bevordert. Anderen wijzen bijvoorbeeld op het gemis aan een stilteruimte. WELL-certificering garandeert dat een gebouw de juiste randvoorwaarden creëert voor een productiviteitsboost. Zo verdienen voor de certificering benodigde investeringen zichzelf terug. - De standaard werkt als een magneet op nieuw talent
De WELL-standaard werkt als een magneet op jong talent. Een gebouw kan in belangrijke mate bijdragen aan wat tegenwoordig in hr-kringen ‘employee experience’ wordt genoemd. Een certificering verzekert dat het gebouw bijdraagt aan een zo prettig mogelijke werkervaring. En juist dat is enorm belangrijk voor het aantrekken en vasthouden van talent.
Een werkgever toont met een WELL-certificering aan dat hij om zijn personeel geeft en dat het gebouw een bewezen bijdrage aan dat welzijn levert. Zeker voor millennials is dat een belangrijk criterium bij de keuze voor een werkgever. - Gezonde gebouwen zorgen voor gezonde medewerkers
36 procent van het ziekteverzuim ontstaat door werkstress, aldus het TNO. De jaarlijkse kostenpost? Een slordige 2 miljard euro.
Ziekmeldingen en stressklachten zijn natuurlijk niet altijd terug te voeren op het gebouw. Toch kan een prettige werkomgeving een belangrijke rol spelen in het terugdringen van stress, en zo ook het ziekteverzuim verminderen.
De WELL-standaard waarborgt zaken die de gezondheid van medewerkers bevorderen en stress verlagen. Denk aan frisse lucht, minder geluidsoverlast, voldoende mogelijkheden voor beweging, gezonde voeding in de kantine en voldoende daglicht. Het behoeft geen uitleg dat een gecertificeerd gebouw het ziekteverzuim en de bijbehorende kosten terugdringt. Ook dit draagt bij aan een goede ROI van benodigde investeringen. - Het verstevigt onze internationale concurrentiepositie
Steeds meer landen omarmen de WELL-standaard. Met name China en de VS kennen een groot aantal gebouwen met deze certificering. Ook in naburige landen als Frankrijk en het VK is de standaard in opkomst. Achterblijven is niet goed voor ons imago en onze positie als innovator op het gebied van welzijn en duurzaamheid.
Met de WELL-standaard plukken organisaties de vruchten van een hogere productiviteit van de werknemers, lagere kosten voor de gezondheidszorg en lagere energierekeningen. Interface is dan ook een groot voorstander van een mensgericht en duurzaam gebouwontwerp.