Onlangs was ik te gast bij North Sea Port, het havengebied van Vlissingen en Terneuzen tot Gent. Nu ben ik van kind af aan al gefascineerd door havens, spoorwegen en alles wat met infrastructuur en logistiek te maken heeft, dus het was een beetje jammer dat het virtueel moest. Maar ook digitaal bleek het buitengewoon inspirerend.
Reststromen als grondstof
North Sea Port kiest namelijk resoluut voor circulariteit, zo vertelde ceo Daan Schalck. Dat betekent dat ze investeren in infrastructuur die daarop gericht is en ruimte vrijmaken voor circulaire bedrijven: zo’n 400 tot 500 hectare in de komende vijf tot tien jaar. Doel is om de grote reststromen van de aanwezige basisindustrie – kunstmest, staal, cement – in te zetten als grondstof voor andere industrieën of nieuwe, innovatieve bedrijven. En daar een heel ecosysteem van te maken.
Circulaire economie
Een prachtig voorbeeld van hoe het bedrijfsleven concreet bezig is met de enorme uitdaging waar we voor staan: het bereiken van een klimaatneutrale, circulaire economie. Niet voor niets een van de topprioriteiten in de nieuwe koers van VNO-NCW. Hoeveel daarbij komt kijken, wordt vaak onderschat. Totdat je er in de praktijk mee aan de slag gaat.
Nieuwe infrastructuur
Dan lopen bedrijven aan tegen wet- en regelgeving die simpelweg nog niet afgestemd is op een circulaire economie waarin afval tegelijkertijd grondstof is. Of tegen het ontbreken van langjarig investeringskapitaal of subsidies voor onrendabele toppen. Want we hebben het hier niet over een projectje hier en een experimentje daar, maar over complete bedrijfsprocessen in kapitaalintensieve sectoren. Én over de nieuwe infrastructuur die nodig is, zoals pijpleidingen en stroomkabels.
Obstakels opruimen
Ik zie het als onze taak om er samen met de politiek voor te zorgen dat de obstakels op het pad naar een circulaire economie één voor één worden opgeruimd. Omdat het moet en omdat het kan. Als we écht impact willen maken, moeten we samenwerken, een lange adem hebben, elkaar goed vasthouden als het even tegenzit, en niet bang zijn voor ongebruikelijke oplossingen.
Ingrid Thijssen, Voorzitter VNO-NCW
Dit artikel werd eerder gepubliceerd op de website van VNO-NCW