De circulaire economie is een hype, maar niet voor Faber Halbertsma Group. Daar wordt al ruim twintig jaar met een circulair systeem voor pallets en kisten gewerkt. Als het aan CEO Ingrid Faber ligt, blijft het daar niet bij. “Het circulaire model dat wij leveren kan makkelijk uitgebreid worden naar andere verpakkingsproducten, mits ze gestandaardiseerd zijn.”
Jaarlijks produceert en repareert Faber Halbertsma Group miljoenen pallets, maar op de locatie in Eindhoven, waar het interview plaatsvindt, is geen pallet te zien. Wel zijn er veel bureaus waarachter medewerkers druk aan het mailen en telefoneren zijn met klanten uit heel Europa.
Familiebedrijf Faber Halbertsma Group heeft er al een hele geschiedenis als verpakkingsleverancier opzitten als het bedrijf onder leiding van Kees Faber in 1997 een circulair systeem introduceert. In dit circulaire systeem blijft het bedrijf eigenaar van de pallets die zij levert. Dat betekent dat de pallets na transport weer worden ingezameld, gesorteerd en waar nodig gerepareerd voor hergebruik. De aanleiding voor de innovatieve dienst was nieuwe, destijds vooruitstrevende Duitse wetgeving, die producenten (en dus ook klanten van Faber Halbertsma) verplichtte om de verpakkingen die zij in de markt zetten ook weer terug te nemen. Het bedrijf zag direct kansen voor een nieuw, toekomstbestendig businessmodel: pallet pooling.
“De grondstof hout heeft een aandeel van 75 procent in de totale kosten van een nieuwe pallet. Deze kosten heb je niet als je pallets hergebruikt”, legt Ingrid Faber uit. Het klinkt eenvoudig maar toch was de overgang van een lineair naar een circulair businessmodel een gedurfd besluit. Kees Faber noemde het, terugkijkend op zijn loopbaan, de meest ‘spannende beslissing’ die hij had genomen. Het vergde namelijk een hoge investering, waarbij het nog moest blijken hoe lang het zou duren tot de verhuurdienst winstgevend werd.
Kantelpunt
Ingrid Faber, die in 2006 het stokje van haar vader overnam, zat op dat moment al in de Raad van Bestuur van het bedrijf. “Als je pallets gaat verhuren en ze op locatie ophaalt dan kan dat ,afhankelijk van de afstand, erg duur zijn. Pas als je netwerk groter is, kan je daarin kostenbesparingen realiseren.” Het kantelpunt liet enkele jaren op zich wachten. “We hebben lang verlies gemaakt met de verhuur omdat we simpelweg de schaal nog niet hadden. Ik herinner mij dat we in een vergadering tegen elkaar zeiden: we geven onszelf nog een jaar om dit businessmodel winstgevend te maken, anders moeten we ermee stoppen”, blikt Ingrid Faber terug.
Als een duurzame oplossing niet winstgevend is dan moet je ermee stoppen
Toch werd de stekker er na een jaar nog niet uitgetrokken, pas drie jaar later was het echt winstgevend. Een voortschrijdend inzicht op de transitie naar een circulaire economie die inmiddels overal gestaag op gang op komt? Zo ver wil Ingrid Faber niet gaan: “Wij geloofden gewoon in het businessmodel en konden ons níet voorstellen dat het niet rendabel te maken was. Achteraf gezien hadden we natuurlijk wel bepaalde zaken anders kunnen aanpakken om het eerder winstgevend te maken. Maar net zoals elke startup hebben wij ook bepaalde dingen moeten leren”, geeft zij toe. “We hebben geleerd dat we de pallets zo snel mogelijk weer moeten inzamelen want als we twee weken wachten dan raken de pallets eerder kwijt.”
Realisme
Het draait volgens haar niet alleen om duurzame motivatie. Duurzame initiatieven zijn namelijk pas écht duurzaam als het ook positieve resultaten onderaan de streep oplevert. En als dat niet zo is dan wordt een project, hoe duurzaam ook, vroeg of laat stopgezet. Dit was het geval bij een door Faber Halbertsma Group ontwikkelde pallet van gerecycled papier. Ze ontvingen daarvoor een ‘Groene bedrijven’ award van De Telegraaf.
“Wij geloofden in de papieren pallet. Maar we kregen de pallet niet op dezelfde prijs als een houten pallet. De grondstof was niet duur, maar de lijm en het proces om verschillende onderdelen aan elkaar vast te plakken wel. Klanten bleken ook niet bereid te zijn om meer voor de papieren variant te betalen.” Daarmee was het voor het bedrijf duidelijk dat er geen toekomst in zat, en de papieren pallet verdween uit het portfolio. “Het is een voorbeeld van een duurzame oplossing die niet levensvatbaar is. Dat had ook met het poolsysteem kunnen gebeuren”, duidt Ingrid Faber. “Het is de balans tussen een ontwikkeling langer de kans geven om tot wasdom te komen maar tegelijkertijd zo realistisch zijn dat als iets niet winstgevend is ermee te stoppen.”
Lokale matchmaking
Het circulaire poolsysteem daarentegen nam een grote vlucht nadat het eenmaal op gang was gekomen. Overnames in Frankrijk en later in Duitsland en Spanje leverden daar een belangrijke bijdrage aan. Het verhaal houdt daar niet op. Faber Halbertsma Group ziet namelijk kansen in een verdere uitbreiding van het circulaire model. “Ons echte product is niet meer de pallet die we leveren, maar het gaat juist om het circulaire model erachter. Die kan ook uitgebreid worden naar andere verpakkingsproducten. De enige voorwaarde is dat het een herbruikbaar product is, en een voorwaarde voor herbruikbaarheid is dat het standaard is.” Met standaard bedoelt Ingrid Faber dat het door meerdere bedrijven of een hele industrie gebruikt wordt en dezelfde afmetingen heeft.
‘Ons echte product is niet de pallet maar het circulaire model erachter’
Aan het begin van het jaar zette Faber Halbertsma weer een belangrijke stap met de overname van het Duitse vPOOL, dat herbruikbare kratten voor de foodsector en vleesverwerkende industrie levert. “We hadden al vleeskratten op een kleine schaal maar door deze overname hebben we het pakket kunnen vergroten. Schaalgrootte is essentieel want hoe meer klanten in een pool zitten, des te beter de combinaties die we kunnen maken.”
Circulaire transitie
Het moet wel gezegd worden dat de overgang naar een circulaire economie nog niet bij iedereen leeft. Ingrid Faber twijfelt of duurzaamheid van een circulair model al een doorslaggevende rol speelt bij de beslissing van klanten. “De palletmarkt is net zo goed een prijsmarkt als elke andere markt. Als het inzetten van hout uit duurzaam beheerde bossen duurder is, dan is een klant vaak niet bereid om dat te betalen. Wij hebben het gebruik van FCS of PEFC-gecertificeerd hout als doelstelling gezet. Deze Chain of Custody certificaten tonen aan dat het hout uit duurzaam beheerde bossen komt.” Al valt het soms te betwisten wat duurzaam is. Op weg naar het kantoor in Eindhoven liggen bijvoorbeeld stapels stammen van gesnoeide populierenbomen aan weerszijden van de weg. “Daar kan je pallets van maken, maar formeel zijn deze bomen niet gecertificeerd. Terwijl het juist heel duurzaam is om lokaal resthout te herbruiken.”
Er zijn nog veel tegenstellingen in de circulaire economie die wordt nagestreefd en de praktische werkelijkheid
Er zijn nog veel tegenstellingen te vinden in de circulaire economie die wordt nagestreefd en de praktische werkelijkheid. Een belangrijke voor Ingrid Faber is de verpakkingswetgeving, die geen ruimte biedt aan hergebruik van verpakkingen. Een voorbeeld: in Nederland worden jaarlijks 20 miljoen nieuwe pallets op de markt gebracht. Als daarvan de helft wordt hergebruikt zonder reparatie en de andere helft wordt gerepareerd of het hout wordt vermalen en gerecycled, dan is de recyclingdoelstelling voor hout behaald. Maar een poolbedrijf hergebruikt minstens 70% van de pallets en minder dan 30% wordt gerepareerd. Daarmee voldoet het poolbedrijf dan niet aan de wettelijke vereisten, want volgens die regels moet minstens 45% van het materiaal worden gerecycled. Met andere woorden: hergebruik wordt niet erkend in deze regelgeving terwijl het juist het fundament is van de circulaire economie.
Ingrid Faber begrijpt dat de regelgeving moet voorkomen dat er verpakkingsafval in het milieu terecht komt maar pleit voor een ander systeem. “Ik zou graag zien dat als je een aantoonbaar circulair systeem hebt, dat kan worden geverifieerd, je dan buiten de verpakkingsregelgeving valt.” Zover is het nog niet, maar het houdt Ingrid Faber niet tegen om vol op de circulaire systemen te blijven inzetten. “Mijn vader heeft het familiebedrijf internationaal uitgebouwd en ik zie het als mijn rol om voort te borduren op het circulaire systeem.”
Dit artikel is eerder gepubliceerd op de website van FHG