De belangrijkste strategische prioriteit van grote Nederlandse ondernemingen ligt bij het verbeteren van hun digitale aanbod, onder meer door betere data-analyse en het terugbrengen van kwetsbaarheid voor digitale risico’s. Dit blijkt uit een onderzoek van ING onder 77 topmanagers van grote Nederlandse (beursgenoteerde) bedrijven over wat hun prioriteiten zijn nu de COVID-19-crisis op zijn retour lijkt te zijn. Daarnaast is verduurzaming hoogste prioriteit. Liefst 69% van de bedrijven zegt sneller te verduurzamen sinds COVID. De topmanagers voorzien verder een stijging in het aantal acquisities in 2021, wat aangeeft dat bedrijven weer inzetten op groei. Het betalen van de door de pandemie uitgestelde belasting wordt als grootste financiële uitdaging gezien en men maakt zich zorgen over de stijgende inflatie. Een overgrote meerderheid van de topmanagers verwacht de stijgende prijzen door te gaan berekenen aan klanten.
Uit het onderzoek onder de CEO’s, COO’s en CFO’s blijkt dat zowel op de korte (dit jaar) als op de langere termijn (na 2021) verbeteringen op het digitale vlak centraal staan. Dit geldt onder meer voor het digitale aanbod van producten en diensten, het verbeteren van de marketing door analyse van klantdata, maar ook digitale procesverbetering en het terugbrengen van de digitale risico’s door de cybersecurity te verbeteren. 70% van de topmanagers voorziet een versnelling op het gebied van innovatie als gevolg van COVID-19, vooral op digitalisering van klantgerichte of van interne processen en het digitaliseren van producten.
Duurzaamheid
De COVID-19 crisis heeft ook voor meer aandacht op duurzaamheid bij grote bedrijven gezorgd en 7 op de 10 topmanagers geeft aan dat er een versnelling op duurzaamheid heeft plaatsgevonden door de crisis. Het gaat dan vooral om het vergroenen van het energieverbruik en het verminderen van afval, maar ook het ontwikkelen van duurzame producten en diensten en het bevorderen van een gezonde levensstijl zijn gebieden waarop versneld wordt.
“Belangrijke drijfveren volgens de bedrijfsbestuurders zijn een beter imago en nieuwe marktkansen, maar ook belangrijk is de vraag hiernaar van vermogensverschaffers zoals institutionele beleggers en private investeerders”, aldus Pim van der Velden, directeur Wholesale Banking Nederland bij ING. “Dit zien wij ook bevestigd met de enorme toename dit jaar van de plaatsing van duurzame bedrijfsobligaties, dit eerste half jaar al evenveel als in heel 2020. Bij de herstart uit de crisis blijkt daarmee duurzaamheid een leidend thema te worden.”
COVID-19 zorgt voor een blijvende verandering van vraag
Het aanpassen van de bedrijfsactiviteiten door een blijvende vraagverandering na de coronacrisis wordt door de topmanagers ook als prioriteit gezien. Groei via nieuwe producten wordt daarbij voor nu belangrijker gevonden dan groei via nieuwe markten. Het reorganiseren om kosten te verlagen en het talentmanagement van de werknemers heeft momenteel een minder hoge prioriteit, zo blijkt uit het onderzoek.
Overnames staan daarentegen in toenemende mate op de agenda. 32% van de topmanagers verwacht nog in 2021 een overname te doen (tegen 22% in 2020). 43% verwacht dit jaar bedrijfsonderdelen te verkopen (tegen 49% in 2020). Waar protectionisme als belangrijker wordt gezien op de korte termijn, is dat voor de langere termijn de positie van Europa in verschuivende globale verhoudingen.
“Dat bestuurders in het onderzoek een toename verwachten van acquisities laat zien dat bedrijven weer meer inzetten op groei,” stelt Pim van der Velden, directeur Wholesale Banking Nederland bij ING. ”Daarbij bewegen zij uit de crisis met het aanpassen van het businessmodel. Dit doen zij met een versnelling op digitalisering, sterk gedreven door veranderende klantvoorkeuren en het thuiswerken, maar ook door nu duidelijke strategische keuzes te maken voor de verduurzaming van hun business. Dit laatste wordt ook gedreven door de vraag van investeerders en financiers. Wij zien dit ook terug in de toegenomen activiteit op de fusie- en overnamemarkt, zowel bij advisering als bij financiering van overnames.”
Zorgen over terugbetalen van uitgestelde belastingen
Op financieel gebied blijkt de impact van de pandemie voor bedrijven nog na te ebben, zo blijkt uit het feit dat het grootste deel van de topmanagers het terugbetalen van uitgestelde belastingen noemt als de belangrijkste financiële uitdaging voor hun bedrijf. Het versterken van het eigen vermogen en herverdeling van de financiële reserves wordt ook gezien als een prioriteit op financieel gebied, evenals het verkleinen van het balanstotaal door onder meer bedrijfsonderdelen te verkopen. Beschikbaarheid van liquiditeit wordt als minst grote uitdaging gezien. Van der Velden: “Mede dankzij het rentebeleid van de ECB blijft geld aantrekken voor bedrijven in de meeste sectoren goedkoop. Wel staan bedrijven voor grotere investeringskeuzes dan hiervoor. Welke gaan het beste renderen en passen in een duurzame koers?”
Verder worden de ontwikkelingen op de financiële markten, zoals het monetaire beleid, van groot belang geacht, zowel voor de korte als langere termijn, en is de inflatieontwikkeling een grote zorg. Van de topmensen zegt 65% zich zorgen te maken over een stijgende inflatie in de komende 12 maanden en 47% verwacht ook na 2022 verdere prijsstijgingen. Liefst 83% van de topmanagers verwacht dat de prijsstijgingen gedeeltelijk of geheel worden doorberekend aan hun klanten. “Hoewel de inflatiezorg leeft, zien wij het prijsverhogend effect in Nederland in de breedte tot nu toe meevallen. De stijgende brandstofprijzen verklaren het grootse deel van de stijging van de inflatie van de afgelopen tijd, die opwaartse druk zal volgens onze economen volgend jaar afnemen. De opwaartse druk vanuit de lonen lijkt tot nu toe beperkt,” aldus Van der Velden van ING.
Over het onderzoek
ING heeft dit onderzoek onder 77 topmannen en -vrouwen laten uitvoeren door onafhankelijk onderzoeksbureau MetrixLab. De bevraagde topmannen en vrouwen zijn werkzaam als onder andere CEO, COO en CFO uit representatieve sectoren die evenredig zijn verdeeld. De jaarlijkse omzet bedraagt 250 miljoen en meer en ongeveer de helft van de ondervraagden zijn werkzaam bij een beursgenoteerd bedrijf.