ING publiceert naast het aloude financiële jaarverslag, sinds enkele jaren een (niet verplicht) milieujaarverslag en een sociaal jaarverslag. Die twee publicaties hebben voornamelijk betrekking op de Nederlandse activiteiten. Het nieuwe verslag gaat verder en bevat het wereldwijde beleid van de groep op het gebied van ecologie, ethiek en sociale kwesties.
‘De samenleving moet weten wat onze maatschappelijke verantwoordelijkheid is. En we willen daarop aanspreekbaar zijn’, zegt Kist. ‘Mensen moeten op ons kunnen rekenen. We verkopen vertrouwen.’
In 1999 voerde de raad van bestuur al beginselen en een code in, over normen en waarden en over het persoonlijke gedrag van de medewerkers. ING verwacht van al zijn medewerkers onberispelijk gedrag, ongeacht hun functie. Alle zakelijke contacten, zowel binnen als buiten de groep, moeten naast ondernemerschap en professionaliteit berusten op eerlijkheid, integriteit en rechtvaardigheid. Op schending van de gedragsegels volgen disciplinaire maatregelen. Om mensen vertrouwd te maken met de regels is er een uitgebreid introductie- en trainingsprogramma. Eind 2000 hadden de meeste bedrijfsonderdelen van ING de nieuwe gedragsregels ingevoerd.
Het binnenkort uit te brengen verslag gaat verder dan een uitleg en verantwoording over de beginselen voor het zakendoen. Kist: ‘We werken niet alleen voor onze aandeelhouders, medewerkers en klanten, maar ook voor de samenleving. We vinden dat je iets nuttigs moet doen voor de samenleving. Het hoofddoel is rendement, maar je moet niet alleen naar de bottom line kijken. In het verslag laten we zien wat we reeds doen op dit gebied en wat onze visie is. Voor het eerst schrijven we dat op. Het krijgt dan meer accent.’
Behalve maatschappelijk verantwoordelijk, voelt Kist zich ook maatschappelijk betrokken. Als voorbeelden noemt hij het hoofdsponsorschap van het Concertgebouw, van Natuurmonumenten en van het Nederlandse voetbalelftal. Een buitenlandse voorbeeld zijn de studiebeurzen voor studenten uit Taiwan in Nederland. Verder heeft ING China aangeboden te helpen bij het opzetten van een pensioensysteem, zoals dat eerder gebeurde in Polen. Wellicht niet toevallig is dat ING nu een interessante positie heeft op de Poolse pensioenmarkt. Kist: ‘Het is niet verboden als er blijvende contacten ontstaan.’ Om extra aandacht op het maatschappelijk jaarverslag te vestigen wordt nog overwogen om er ook een persconferentie aan te koppelen.
Het management van ING is verantwoordelijk voor de toepassing voor de ‘business principles’. Het is een van de elementen waarop de groep van 200 topmanagers nu ook elk jaar worden afgerekend, aldus Kist. ‘Na tien jaar pionieren als bank-verzekeraar zijn we in een nieuwe fase terecht gekomen, een fase van cohesie van het bedrijf. We concentreren ons nu op de ontwikkeling van onze bedrijfscultuur en onze merknaam.’ Die visie heeft hij kort geleden weer eens gepresenteerd tijdens de jaarlijkse conferentie van het management dat dit jaar voor het eerst buiten Nederland (Atlanta, VS) werd gehouden.
‘De vroegere lokale autonomie is nu over’, zegt Kist. ‘Men moet lid zijn van de ING-familie.’ Om het proces te versnellen worden de 200 topmanagers extra beloond met cash-bonussen en stock-opties naarmate zij meedoen met die synergie. Er zijn criteria opgesteld voor hun bijdrage aan de groep. Als voorbeelden van groepsprojecten noemt Kist het opzetten van een gemeenschappelijke back-office of een gezamenlijke salarisadministratie.
Bij alles wat de managers doen moeten ze ‘verfrissend zijn’ in hun aanpak. Om het ING-merk wereldwijd gestalte te geven, moeten de managers dit najaar met ‘acties’ komen. Over de toekomst van sterke merknamen als Nationale-Nederlanden en Postbank is nog niets besloten. ‘Het hangt ervan af zo’n naam waarde toevoegt of vernietigt’, aldus Kist.