Over een paar weken vertrekt hij naar Oeganda. Om daar een verkoopkantoor op te zetten, distributielijnen te ontwikkelen en detailhandelaren op te leiden. ‘Heel spannend’, zegt Boldewijn Sloet die zijn huis in Amsterdam voorlopig maar even verhuurt.

De jonge ondernemer staat aan het voorfront van een markt waar ook grote multinationals met belangstelling naar kijken: de 500 miljoen Afrikanen die geen elektriciteit hebben en ’s avonds gebruikmaken van een kerosinelamp. ‘Die zijn duur, ongezond, brandgevaarlijk en stoten bovendien veel CO2 uit’, zegt Sloet, die als een van de eersten investeerde in de Australische start-up Barefoot Power.

Dat bedrijf ontwikkelde een lamp met led (light emitting diode) technologie, oplaadbaar met een zonnepaneeltje. Voordeel van de ledlamp is dat die meer licht geeft en niet afhankelijk is van de onveilige kerosine. ‘Alle Afrikanen kennen de nadelen van kerosine’, zegt Sloet. ‘Marketing is het probleem niet, je hoeft ons product niet uit te leggen.’

Afbetaling

Wel een probleem, zo vertelt hij, is distributie en het aankoopbedrag. De lamp kost 17,5 dollar en dat is voor Afrikanen een serieus bedrag. Dat ze die 17 dollar in 17 weken kunnen terugverdienen – kerosineverlichting kost gemiddeld een dollar per week – ‘moet je uitleggen’.

Niet voor niets tracht Barefoot Power samenwerking te smeden met NGO’s en microkredietorganisaties in de regio, die lokale ondernemers in staat stellen het product op afbetaling aan te bieden.

Met de lamp komt Sloet op een terrein waar hij multinationals als Philips ontmoet. Juli dit jaar sloeg Philips een grote, publicitaire slag door minister Bert Koenders van Ontwikkelingssamenwerking te strikken voor een overeenkomst ter verspreiding van de ‘zonnelamp’ in Ghana. Beide partijen investeren volgens de overeenkomst drie miljoen euro: Philips in productontwikkeling, Koenders in microkrediet en lokale ondernemers.

‘Echt te veel’

‘Dat is het mooie van de Afrikaanse markt’, reageert Sloet. ‘Philips komt daar dezelfde problemen tegen als wij, ook al is het zo groot.’ De ondernemer vindt daarnaast dat de grote concurrent de fout maakt een te duur product op de markt te brengen. ‘Het product is kwalitatief superieur maar 75 dollar is voor Afrikanen echt te veel.’ Minister Koenders kwam begin deze maand na een bezoek aan Ghana overigens tot dezelfde conclusie.

Ook ondernemer Ruud Koornstra van het Nederlande Lemnis Lighting, sinds kort ook gericht op de Afrikaanse markt, kan een beetje Philips bashing niet laten. ‘Ze gebruiken een oude spaarlamp, geen led. Daar heb ik Philips op aangesproken: ga nou geen chemisch afval brengen naar dat soort landen.’ Spaarlampen bevatten het giftige metaal kwik.

Koornstra heeft net als Barefoot Power zijn kaarten ingezet op een betaalbare ledlamp (20 dollar). Een paar weken terug kondigde Lemnis Lighting een samenwerking aan met het Britse G24i, producent van dunne film zonnecellen. De twee partijen gaan samen producten ontwikkelen, bedoeld voor zowel rijke als arme landen.

Binnenkort begint een test in Rwanda in 35.000 huishoudens, vertelt Koornstra, die niet zelf ter plekke een verkooporganisatie gaat opzetten. ‘Dat is te omslachtig, maar we zoeken naar distributiekanalen. Denk aan verkopers van mobiele telefoons, die je ook met zonnecellen kunt opladen.’