“Het is om te huilen.” Met deze woorden nam minister Ingrid van Engelshoven (emancipatie) de Bedrijvenmonitor Topvrouwen 2017 in ontvangst. In deze nieuwe Bedrijvenmonitor staan de cijfers over het aandeel vrouwen in de raden van bestuur en raden van commissarissen van grote bedrijven. Het percentage vrouwen blijft verontrustend laag: slechts 11,7% van de leden van raden van bestuur is een vrouw en voor de raden van commissarissen geldt dit slechts voor 16,2%.
Deze nieuwe cijfers bevestigen het beeld dat een groot deel van de bedrijven niet in beweging komt om werk te maken van het streefcijfer van 30% dat is afgesproken voor 2020. Voor het wettelijk streefcijfer geldt het ‘pas toe of leg uit’-principe. Bedrijven die hun streefcijfers niet halen zijn verplicht om in hun jaarverslag te verklaren waarom het niet is gelukt en wat ze daaraan gaan doen. Ook deze afspraak wordt door een grote groep bedrijven niet na gekomen.
Het geduld van Minister van Engelshoven raakt op: “Deze resultaten zijn echt om te huilen. Ik wil én kan dit niet begrijpen. Een heel groot deel van de bedrijven doet helemaal niets om werk te maken van een evenredige vertegenwoordiging van mannen en vrouwen in de top van hun bedrijven. De maat is vol.”
Dat de bedrijven ook lak hebben aan het ‘pas toe of leg uit’-principe is de minister een doorn in het oog: “Ik kan niet langer toe staan dat een grote groep bedrijven de andere kant op kijkt als het gaat om het aandeel vrouwen in de top. Zo ontnemen ze vrouwen kansen, verspillen ze talent en benadelen ze hun eigen bedrijf. Want diversiteit in de bestuurskamer leidt tot betere beslissingen. Ik waarschuw deze bedrijven: ik kan niet langer op mijn handen blijven zitten als bedrijven weigeren om hun best te doen.”
In reactie op het advies van de commissie Monitoring streefcijfer Wet bestuur en toezicht om een afdwingbaar quotum in te stellen reageert Van Engelshoven: “De afspraak is dat we in 2019 de balans op maken, maar als de resultaten zo teleurstellend blijven, zal ik stevige maatregelen niet schuwen.”