Dit jaar herijkt de Topsector Energie haar innovatieve focus, en daarmee de innovatiedoelen. De doelstellingen voor 2030 en 2050 zijn namelijk in grote lijnen duidelijk, zowel in Nederland als Europa. In de innovatie wordt steeds meer gestuurd op een integrale aanpak; iedereen gaat er wat van merken en alleen een technische oplossing is onvoldoende. Het energiesysteem van de toekomst is volledig elektrisch en dat vraagt veel van innovatie.
Peter Molengraaf, boegbeeld van de Topsector Energie: “Als je kijkt naar de klimaatambities wereldwijd, dan moet er een tandje bij. Het uitstellen van wat we moeten doen, leidt ertoe dat er in de toekomst steeds drastischere maatregelen nodig zijn. Innovatie kan hierbij helpen. Uiteindelijk zullen we volledig op wind-, zon- en waterkracht ons energiesysteem draaien. Ik ben overtuigd dat het kan, maar we zijn er nog niet voor georganiseerd. Ten opzichte van onze buurlanden hebben wij in Nederland eigenlijk een achterstand in het elektrificeren omdat we altijd alles met gas hebben gedaan. We moeten nu snel ruimte gaan geven voor de ombuiging naar elektriciteit.”
Meer dan technologie alleen
Peter Molengraaf: “We weten steeds beter wat er moet gebeuren; we weten alleen niet in welke volgorde, met wie en vooral ook: hoe alles straks samenwerkt. Daarom blijft innovatie noodzakelijk; innovatie die verder gaat dan de technische oplossing.” Er komst steeds meer nadruk op samenwerkingsverbanden die (bijna) alle schakels in de keten afdekken. En tegelijkertijd worden voor versnelling aan de vraagkant prikkels ingebouwd voor gebouweigenaren. Denk bijvoorbeeld aan het verbod tot het 1-op-1 vervangen van CV-ketels vanaf 2026. Deze insteek van ‘marktcreatie’ is een ontwikkeling die de laatste jaren veel nadrukkelijker wordt gekozen voor versneld bereiken van de doelen uit het Klimaatakkoord. Systeeminnovatie is daarbij een sleutelwoord. Die systeeminnovaties zijn nodig om echte tempo en schaal te bereiken (en dus versnellen). Dat betekent van warmtepompen naar innovatie op warmte-integratie, waarbij de warmtepomp of e-boiler een onderdeel in een opnieuw geoptimaliseerd systeem is. Of van elektrificatie-technologie naar koppeling tussen hernieuwbaar elektriciteits-aanbod en flexibele elektriciteits-vraag.
Inpassing van innovatie
Naast de techniek wordt de inpassing steeds belangrijker, bijvoorbeeld vanuit ruimtelijk, maatschappelijk, infrastructureel en sociaal (werk, omgeving) oogpunt. Het effect van de energietransitie wordt steeds voelbaarder. Peter Molengraaf: “Tegelijkertijd moeten we voorbij de horizon van 2030 kijken want dan moet het steeds weer een stapje harder, beter. Dat vergt een enorme inspanning van de innovatiecommunity en daar willen we nu mee aan de slag om op tijd klaar te zijn. Veel van de oplossingen die nu voorhanden zijn behoeven verbetering: kostenreductie, inpassing in het ‘systeem’, efficiënter, veiliger, minder gebruik van schaarse materialen, circulair etc.”
Over naar volledig elektrisch
Het nieuwe energiesysteem van de toekomst is volledig elektrisch en moet flexibel inspelen op de wisselende beschikbaarheid van zonne- of windstroom. Vooral in de industrie vraagt dit om flinke wijzigingen. In de industrie worden op dit moment de eerste elektrolysers die duurzame waterstof produceren met duurzame elektriciteit geplaatst. Daarbij spelen bijvoorbeeld kosten en veiligheid een belangrijke rol: hoe kunnen we kosteneffectief waterstof produceren op een zo veilig mogelijke manier met de huidige technologie? Tegelijkertijd richten we ons op de lange termijn op onderzoek dat te maken heeft met het reduceren van het gebruik van schaarse grondstoffen in elektrolysers om de afhankelijkheid van bepaalde gebieden in de wereld te beperken.
Herijking van de innovatiedoelen
Opzet is het bereiken van de doelen zoals afgesproken in het Coalitieakkoord en Klimaatakkoord; wetende dat sommige van die doelen na verloop van tijd worden aangescherpt. Dus soms wordt er voorbij deze doelen gekeken. Het geheel is door de Topsector Energie uitgewerkt in een lijvige set documenten die in detail beleidsmakers, innovatoren, onderzoekers en politici helpen om keuzes te maken en prioriteiten te stellen. De documenten heten de Meerjarige Missiegedreven Innovatieprogrammas (MMIP). Op basis van deze programma’s worden ook de innovatietenders van het rijk ingericht (de MOOI). Versnellen, elektrificeren en verdienvermogen van de BV Nederland blijven hierbij sleutelprincipes