Uit een brief van Herfkens aan de directie van de NCDO van 11 april blijkt dat de minister tegen activiteiten is die teveel gericht zijn op het milieubeleid in Nederland. -Begrijp me goed: ik ben niet tegen NCDO-activiteiten op het vlak van de milieuproblematiek’, schrijft ze. -Maar (…) ik ben dus geen voorstander van openbare debatten over de vraag of in Nederland het prikkeldraad vervangen moet worden door gevlochten houtwallen en heggen waardoor de boomkikker, korenwolf en hazelmuis zich makkelijker kunnen verplaatsen.’

De minister voor Ontwikkelingssamenwerking bekritiseert NCDO vooral om wat zij noemt de -versnippering van onze inspanningen’. Sinds de fusie met het Platform Duurzame Ontwikkeling in 1996 brengt de NCDO behalve ontwikkelings- ook nadrukkelijk milieuvraagstukken onder de aandacht van het Nederlandse publiek.

Het aantal thema’s en debatten dat de NCDO financiert is hiermee naar de smaak van Herfkens te groot geworden. Bovendien gaan ze, zegt ze, te vaak over binnenlandse kwesties, in plaats van de Derde Wereld.

De aandacht voor -het binnenland’ vindt de minister blijkbaar ook misplaatst, omdat zij constateert dat de grote, belangrijke internationale vraagstukken op het vlak van ontwikkelingssamenwerking aan het Nederlandse publiek voorbijgaan.

In de brief van 11 april schrijft de minister dat de NCDO haar kerntaak, het onderhouden en zo mogelijk verstevigen van maatschappelijk draagvlak, niet naar behoren uitvoert. -Hoewel de passieve steun voor internationale samenwerking onverminderd groot is, neemt de actieve betrokkenheid af,’ meldt ze.

De minister adviseert -drastische verbeteringen en veranderingen’ bij de NCDO. Het lijkt erop dat Herfkens de -klassieke’ ontwikkelingssamenwerking weer vooropstaat wil plaatsen. Want de omarming van het volgens haar -te brede begrip duurzaamheid’ heeft in haar ogen geleid tot een warboel aan debatten en activiteiten. -Het waaiert alle kanten uit,’ schrijft ze in de eerder vermelde brief. -Als het over alles gaat, gaat het nergens meer over.’

Angst voor nieuwe herschotting

Indirect dreigt Herfkens de financiële ondersteuning van de organisatie, die jaarlijks 27 miljoen gulden uit de begroting van ontwikkelingssamenwerking omvat, stop te zetten of te verminderen. Dat zal gebeuren in overleg met de Tweede Kamer.

Herfkens wil -duidelijker lijnen uitzetten over wat er wel en wat er niet voor subsidie uit de OS-middelen (OS staat voor ontwikkelingssamenwerking, red.) in aanmerking komt. Daarbij zal er meer dan voorheen worden gelet op feitelijk behaalde resultaten.’

Waarts pareert de kritiek van Herfkens stoïcijns. Hij vindt dat de NCDO het draagvlak voor ontwikkelingssamenwerking wel degelijk op peil heeft weten te houden. -Dat het draagvlak zou zijn afgekalfd blijkt niet uit de onderzoeken,’ zegt hij.

Ook de groei van het aantal subsidieaanvragen van vooral lokale organisaties – van 202 in 1997 tot 284 in 1999 – duidt volgens hem op een versterkt draagvlak. Dat er sprake zou zijn van versnippering van thema’s verklaart hij uit het feit dat de NCDO nu eenmaal een groot aantal verschillende doelgroepen wil bereiken. Daaronder vallen jongeren, die ieder in hun eigen medium, op eigen thema’s benaderd moeten worden.

De kritiek dat ontwikkelingssamenwerking als politiek onderwerp doodgebloed lijkt, wijt Waarts niet aan een tekortschieten van de NCDO, maar aan de veranderde tijden. -Toen wij met de NCDO begonnen was er sprake van politieke polarisatie. Nu is het allemaal consensus wat de klok slaat.’

Wat de NCDO-directeur het meeste zorgen baart is dat Herfkens’ opvatting tendeert naar -herschotting’: het opnieuw onderscheid maken in financiering en uitvoering van activiteiten tussen milieu en ontwikkelingssamenwerking. Die twee thema’s waren juist in de NCDO, door de fusie met het platform voor Duurzame Ontwikkeling zo nuttig samengebald, vond Waarts.

De kritiek van de minister komt op een moment dat er bij de NCDO een reorganisatie gaande is en directeur Ton Waarts per 1 januari 2001 vertrekt. Waarts wil na twintig jaar bij de NCDO te hebben gewerkt -iets anders gaan doen’.