Minister van Landbouw Carola Schouten ontvangt deze week van groente- en peulvruchtenfabrikant HAK de allereerste pot rode kool die ‘On the way to PlanetProof’ is gecertificeerd, en dus op duurzamere wijze is geteeld en verwerkt. Die pot gaat vergezeld van een heldere boodschap van de onderneming: boeren die investeren in duurzame teelt, moeten daarvoor financieel gecompenseerd worden door alle schakels in de handelsketen.
Boeren die volgens de beginselen van On the way to PlanetProof hun groenten telen moeten daarvoor extra kosten maken. Die meerkosten verschillen per gewas, maar bedragen voor PlanetProof rode kool zo’n 10%. HAK vergoedt deze kosten nu al aan de telers, maar is van mening dat die door de handelsketen als geheel gedragen moeten worden. Het bedrijf wil daar de komende tijd voor gaan pleiten bij al haar handelspartners en de koepels waarin het actief is.
Adri den Dekker, Directeur Inkoop, Landbouw & Duurzaamheid van HAK: “Wij geloven dat lokaal en duurzaam geteeld, kwalitatief hoogwaardig voedsel de toekomst is, maar duidelijk is dat dit niet lukt zonder extra investeringen. Dat geldt niet alleen voor de telers, maar ook voor onszelf als volgende schakel in de keten. Als fabrikant zullen we moeten dealen met meer onzekerheid in de opbrengst, en onze eigen processen ook On the way to PlanetProof maken. En dat geldt ook voor de volgende schakels in de keten, want On the way to PlanetProof gaat over ‘van grond tot mond’. Kortom, het is logisch dat de hele keten meebetaalt. Het kan niet zo zijn dat enkel de boeren moeten opdraaien voor de kosten van het betere en meer weerbare milieu dat bewuste consumenten, bedrijfsleven en politiek voor ogen hebben.”
Volgens Den Dekker zijn de extra kosten bij de teelt en verwerking het gevolg van het feit dat een On the way to PlanetProof certificering 36 bovenwettelijke eisen stelt op het gebied van gewasbescherming, bodemvruchtbaarheid, biodiversiteit, landschapsbeheer, water- en energieverbruik, verpakking en afval. Daarnaast wordt van de telers vereist dat zij nog een pakket extra maatregelen nemen met een positieve milieu-impact, om zo tien verplichte ‘bonuspunten’ te verwerven.
Redelijk en billijk
“Als we de meerkosten van On the way to PlanetProof willen spreiden over iedere schakel in de handelsketen zal ook de consument een deel moeten dragen. Dat kan betekenen dat deze iets meer gaat betalen voor een pot met duurzamer geteelde rode kool met een positieve milieu impact. Dat lijkt me redelijk en billijk, hoewel de supermarkten natuurlijk de uiteindelijke consumentenprijs bepalen. Daar gaan wij niet over”, aldus Den Dekker.
Wat volgens Den Dekker meespeelt is dat Nederlanders niet alleen onderaan bungelen op de Europese lijstjes van dagelijkse groenteconsumptie, maar ook in verhouding erg weinig uitgeven aan voedsel. “Gemiddeld is dat minder dan 11% van ons inkomen. We moeten echt gaan inzien dat we op de bodem zijn gekomen van wat voedsel mag kosten. Het besef dat gezonde en duurzame voeding z’n prijs heeft, mag wat ons betreft veel hoger op de maatschappelijke agenda”, aldus de inkoopdirecteur.
Positieve milieu-impact
De consument krijgt dankzij de nieuwe On the way to PlanetProof certificering een pot rode kool waarvan de inhoud duurzamer geteeld is en waarvan de milieu-impact positiever is. Dat wil zeggen: minder stikstof en fosfaat door beperking van mestgebruik, een gezondere en meer vruchtbare bodem, beperkt gebruik van gewasbeschermingsmiddelen, schoner oppervlaktewater en meer nuttige insecten en vogels op het land, die als natuurlijke vijanden van ongedierte bijdragen aan een gezond gewas. Daarnaast leiden de stimuleringsmaatregelen van de On the way to PlanetProof teelt tot een lager energie- en waterverbruik.
Volgens de betrokken rode kooltelers Wim en Johannes Straver, van landbouwcorporatie CIGTA, draait On the way to PlanetProof eerst en vooral om een gezondere bodem. Wim Straver: “Alles begint bij de bodem. Dit is misschien wel ons grootste kapitaal en daarom een belangrijk aandachtsgebied binnen de PlanetProof systematiek. Immers, een sterke weerbare bodem geeft een sterker gewas dat minder last heeft van ziektes en plagen, en heeft dus ook minder gewasbeschermingsmiddelen nodig.”
Biologisch versus On the way to PlanetProof
Vader en zoon Straver benadrukken dat On the way to PlanetProof teelt wel meer inspanningen vergt dan traditionele teelt, al was het maar vanwege de moeite die moet worden gestoken in administratie en transparante vastlegging. Johannes Straver: “Je moet aan tal van eisen voldoen, een milieubeleidsplan opstellen en allerlei rapportages bijhouden. Deze rapportages worden gecontroleerd door een onafhankelijke instantie. Daarnaast kun je ook nog eens te maken krijgen met onaangekondigde ‘surprise visits’.”
Wim Straver: “Ik ben blij dat mijn zoons de zaak later willen voortzetten en vol gaan voor duurzaamheid. Dat maakt ons weerbaar om niet op te zien tegen al die zaken die we extra moeten doen. Wij zijn op veel terreinen bezig, ook met biologische teelt. Net als On the way to PlanetProof gaat dat over duurzaamheid, alleen werkt het op een andere manier. Voor louter biologisch is, los van de vraag of er voldoende areaal beschikbaar is, de opbrengstzekerheid die nodig is voor de marktvraag onvoldoende. Met PlanetProof kunnen we grote slagen maken en voor grootschalige teelt de nodige duurzaamheidsstappen maken.
Van dichtbij = duurzame teelt
HAK streeft duurzame teelt na omdat de fabrikant nu en in de toekomst goede, kwalitatieve en duurzame groenten en peulvruchten van dichtbij willen blijven halen (zoals zij dat al meer dan 65 jaar heeft gedaan). Zonder een meer duurzame wijze van telen en verwerken is dat niet mogelijk in de toekomst. Den Dekker: “Met deze keuze stellen we bij HAK niet alleen onze bedrijfsvoering en ons bestaansrecht veilig, maar ook onze missie om zoveel mogelijk mensen te helpen meer groenten en peulvruchten te eten.”
De eerste On the way to PlanetProof rode kool van HAK ligt in de winkel vanaf begin november 2019.