De publicatie van het onderzoek valt samen met Earth Overshoot Day. Dat is geteld vanaf 1 januari de dag wanneer de mensheid wereldwijd net zoveel van de natuurlijke hulpbronnen heeft opgebruikt als wat de aarde in één jaar tijd kan opbrengen. Earth Overshoot Day valt dit jaar op 27 september. De snelle groei van veel economieën en van de wereldbevolking zijn volgens de respondenten de belangrijkste oorzaken. Maar opvallend vaak wordt ook speculatie genoemd als oorzaak. Het zou leiden tot marktverstoringen en prijsfluctuaties. Veel wereldleiders en wetenschappers wijzen ook op een verband tussen schaarste van elementaire grondstoffen en het ontstaan van conflicten.
De respondenten zien met name een prijsstijging van mineralen en energie als een reëel bedrijfsrisico. De spaarzame bedrijven die zeggen te reageren op grondstofschaarste richten hun beleid dan ook met name op efficiënter gebruik van materialen en energie. Daarmee hopen ze stijgende kosten te voorkomen.
Volgens Klaas van den Berg, sustainability leader bij PwC, tonen de uitkomsten dat het thema nauwelijks op de agenda van het bedrijfsleven staat. “Het ambitieniveau valt mij niet mee. De inkopers zien prijzen stijgen maar slaan geen alarm. Overzicht over de dynamische en diffuse grondstofmarkt ontbreekt veelal, omdat de keten lang is en er vele partijen bij betrokken zijn. Als er geen risicoanalyse en strategie geformuleerd wordt, kan grondstofschaarste de continuïteit van bedrijven in gevaar brengen. Maar liefst 80% van de onderzochte bedrijven heeft geen strategie voor het omgaan met hieruit voortkomende risico’s. De primaire reactie is kostenstijgingen compenseren door efficiënter grondstoffengebruik. Maar dat is een miskenning voor je risicobeheersing en een gemiste kans op een concurrentievoorsprong.”
Drie pijlers
Van den Berg onderscheidt in analogie met de Raw Material Initiative (EU) drie pijlers van strategisch beleid: grondstoffen veilig stellen, grondstoffen zo duurzaam mogelijk winnen en grondstoffen efficiënter inzetten. “Dit vraagt een integrale strategie en een pakket van maatregelen die leidt tot het minimaliseren van risico’s in de aanvoerketen. Maar ook tot een ontkoppeling van groei en impact. Zo maak je als ondernemer van een bedreiging een duurzaam concurrentievoordeel.” Slechts een kleine groep respondenten neemt maatregelen op dit niveau, bijvoorbeeld door over te schakelen op andere grondstoffen (25%) of substituten te onderzoeken (17%). Het verbaast hem hoe weinig bedrijven hier een strategische aanpak op ontwikkelen. “Ik zou bedrijven willen oproepen deze ontwikkeling beter te analyseren.”
Rol overheid
Het is volgens de respondenten vooral de taak van de overheid om zorg te dragen voor consistentere regelgeving (31%), gevolgd door het stimuleren van bilaterale samenwerkingsverbanden (28%) en het agenderen van het thema bij internationale instituten (25%). Van den Berg ziet wat beweging bij minister Atsma, die het onderwerp eind augustus adresseerde in een Kamerbrief. “Hij wil meer waarde uit afval halen en in Nederland een afvalrotonde inrichten, waarmee Nederland een netto grondstofleverancier wordt. Nederland neemt hiermee het initiatief om een spilfunctie in de toekomstige grondstoffenvoorziening te spelen. Zowel de fysieke, de economische en de geopolitieke dimensie is hiermee gediend. Een ambitie die zal renderen en die wij onderschrijven.”
Belangrijkste uitkomsten
. 80% heeft geen beleid geformuleerd ten aanzien van grondstofschaarste.
. Meer dan een derde heeft ook geen maatregelen genomen.
. Efficiënter gebruik van grondstoffen is met 42% de meest genomen maatregel, gevolgd door substitutie (25%) en investering in onderzoek naar substitutie (17%).
. Om adequater te kunnen reageren op risico’s door schaarste zou 33% actiever willen innoveren op het gebied van recycling, efficiënter gebruik van materialen en substitutie, ambieert 23% een duidelijkere strategie en legt 19% de bal neer bij de overheid in de vorm van een effectiever internationaal beleid ten aanzien van grondstoffenproblematiek.
. De belangrijkste redenen voor schaarste zijn toenemende vraag door economische groei (69%) en bevolkingsgroei (51%), gevolgd door oprakende reserves (48%), onvoldoende hergebruik (47%) en politieke instabiliteit (26%). Hoewel speculatie geen antwoordcategorie vormde, werd het opvallend vaak genoemd bij de open antwoorden.
. Prijsstijging wordt zowel voor metalen en mineralen (81%) als voor energie (74%), voedsel (60%), water (56%) en land (46%) als meest bedreigend bedrijfsrisico gezien.
. Daarnaast vormen slechtere concurrentiepositie en gevaar voor leveringszekerheid (geldt beiden vooral t.a.v. metalen en mineralen) en regelgeving (geldt vooral t.a.v. water en energie) een belangrijke dreiging.
Europa loopt grootste risico
Schaarste vormt volgens PwC één van de belangrijkste risico’s voor de continuïteit van bedrijven. Schaarste kent hierbij een fysieke dimensie (het is op!), een economische dimensie (het is duur!) en een geopolitieke dimensie (het mag de grens niet over!). Er is een tekort aan voedsel en schoon water, de minerale grondstoffen worden duurder, landen vaardigen export controls uit of nemen strategische posities in. Daarbij groeit de vraag exponentieel door snel groeiende wereldbevolking en groei van welvaart in deze landen. Europa heeft weinig grondstoffen tot beschikking, heeft wel doelstellingen maar nog geen effectieve maatregelen genomen en is hiermee het continent met de grootste risico’s.