Blijkt dat de vier bedrijven het traject inderdaad hebben afgelegd. Het zal wel nog enkele jaren duren voor ze met een volledig GRI-rapport zullen uitpakken. Dat meent althans Erik De Smedt (In Society), de consulent die de vier bedrijven een jaar lang begeleidde : “Het GRI is een vrijblijvend instrument, het kan gradueel verder uitgebouwd worden op maat van het bedrijf, liefst in dialoog met de stakeholders. Het geeft op basis van vijftig kernindicatoren de essentie weer van de maatschappelijke impact van een bedrijf (directe economische impact, milieu, arbeidsomstandigheden, mensenrechten, de gemeenschap en productverantwoordelijkheid). Het boeiende van het project was volgens de consulent o.m. dat de vier bedrijven, ondanks een eigen aanpak, toch veel hadden aan elkaars ervaringen en managementsystemen. “Het GRI koppelt het bedrijfsproject aan een maatschappelijk project”, vertelt De Smedt en hij voegt eraan toe : “Dat is zeker niet alleen een last voor bedrijven, het voedt ze ook. Als het GRI goed uitgebouwd is, kan het een bedrijf ook scherpstellen doordat het belangrijke potentialiteiten en ook risicodomeinen in kaart kan brengen. Het GRI laat ook een meer gesystematiseerde vergelijking toe met sectorgenoten of andere bedrijven, waaruit vaak veel te leren valt”.