Bij stedelijk goederenvervoer denken de meeste mensen aan grote, vervuilende vrachtwagens die voor veel overlast zorgen. Dat deze vrachtwagens noodzakelijk zijn om de winkelschappen gevuld te houden, wordt gemakshalve weleens vergeten. Lokale overheden nemen allerlei maatregelen om de overlast in steden te beperken. Deze maatregelen blijken in de praktijk soms meer gericht te zijn op het verbieden of beperken van stedelijke distributie, dan dat ze bijdragen aan het efficiënter en schoner organiseren van het vervoer. Het ontbreekt de lokale overheden vaak aan kennis van logistieke zaken, waardoor het resultaat van veel maatregelen beperkt of soms zelfs tegengesteld is, ontdekte Hans Quak.
Quak bracht de vele verschillende initiatieven op het gebied van de ontwikkeling van duurzame stedelijke distributie in kaart en zocht naar verklarende factoren voor het beperkte succes. Het ontbreken van echte prikkels voor actoren die hun gedrag moeten aanpassen, is hierbij een belangrijke factor, aldus Quak. Een vervoerder zit niet te wachten op extra kosten, terwijl de baten ergens anders liggen of niet zichtbaar zijn. Ook onderzocht Quak de effecten van de meest gebruikte regels om de leefbaarheid in de steden te verbeteren. Hij constateerde dat gemeentes en vervoerders die geografisch gezien op verschillende niveaus werken, nauwelijks contact met elkaar hebben. Hierdoor is er weinig kennis van andermans problemen, en dus ook weinig begrip voor maatregelen om iets aan die problemen te doen.
Op basis van een case studie met 14 grote retail ketens concludeert Quak dat de huidige venstertijden regelgeving onnodig inefficiënt is en vaak juist vervuiling doet toenemen. Quak laat zien dat ruimere en/of minder venstertijden leiden tot een schoner én goedkoper goederenvervoer in de steden. Uit een experiment met twee typen retail-ketens blijkt verder dat de huidige regels in steden voor elke vervoerder anders uitpakt. “Wat voor de ene vervoerder een enorme kostenstijging tot gevolg heeft, merkt een ander nauwelijks”. Flexibelere regelgeving zou er voor kunnen zorgen dat goederenvervoer in steden schoner en goedkoper kan.
Retail-ketens kunnen zelf ook iets ondernemen om de duurzaamheid van hun operaties te verbeteren en tegelijkertijd de problemen die door stedelijke regelgeving worden veroorzaakt te verminderen. Als grote ketens de regie gaan voeren over de distributie van hun bestellingen bij leveranciers en ze dit transport combineren met hun eigen winkelbevoorrading, worden ze minder gevoelig voor bijvoorbeeld venstertijden, en kan er een enorme besparing worden behaald in CO2 uitstoot.
Het onderzoek van Hans Quak is verricht in het Erasmus Research Institute of Management (ERIM), de gezamenlijke door de KNAW erkende onderzoeksschool van Rotterdam School of Management, Erasmus University en de Faculteit der Economische Wetenschappen. Aan ERIM zijn ruim 300 onderzoekers verbonden. ERIM organiseert tevens het Erasmus Doctoral Programme in Business and Management voor de opleiding van jonge, veelbelovende wetenschappers.