Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der
Staten-Generaal

Den Haag, 2 november 2000

Tijdens de parlementaire behandeling van de uitbreiding van de Wet milieubeheer met een onderdeel milieuverslaglegging (nota naar aanleiding van het verslag van 5 november 1996) sprak mijn ambtsvoorganger het voornemen uit dat wordt bevorderd dat een commissie van deskundigen wordt ingesteld, die klachten over de inhoud van publieksverslagen kan behandelen. De verplichting om een publieksmilieuverslag op te stellen staat in artikel 12.2 van de Wet milieubeheer en geldt voor circa 260 bedrijven. Het betreft hier de grote bedrijven waarbij gedeputeerde staten van de provincie bevoegd gezag is.
Zoals gebruikelijk bij geschillencommissies is het de bedoeling dat de geschillencommissie publieksverslaglegging wordt ondergebracht in een stichting, waarvan de statuten en het reglement in concept gereed zijn. De eerste publieksverslagen moesten uiterlijk per 1 juli 2000 bekend worden gemaakt.
Volgens artikel 9 van het concept reglement moet een klacht binnen 6 maanden na het openbaar maken van het publieksverslag worden ingediend. Met het oog daarop dient de geschillencommissie zo snel mogelijk operationeel te zijn.

De opzet van de statuten en het reglement van de geschillencommissie is
vergelijkbaar met die van de Reclame Code Commissie. De geschillen-commissie
brengt het advies uit aan het bedrijf dat het verslag heeft opgesteld. Het advies kan openbaar worden gemaakt. Voorzitter van de commissie zal zijn Prof. Mr. Th. G. Drupsteen, hoogleraar Staats- en bestuursrecht inclusief milieurecht aan de Rijksuniversiteit te Leiden en tevens staatsraad.
VROM maakt geen deel uit van de geschillencommissie, doch zit wel in het bestuur van de stichting en financiert de stichting vooralsnog rijwel geheel; dit is begroot op circa f 100 000,- per jaar. Met de betrokken
partijen (aan de kant van de verstrekkers van een verslag VNO-NCW en
aan de kant van de gebruikers de Stichting Natuur en Milieu als vertegen-woordiger van de milieubeweging en FNV als vertegenwoordiger van de werknemers), bestaat overeenstemming over de concept-statuten en het concept reglement.

De Algemene Rekenkamer krijgt op grond van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder c van de Comptabiliteitswet, controlebevoegdheden bij de stichting. Met de Algemene Rekenkamer is op grond van artikel 63 van de Comptabiliteitswet overleg geweest over de oprichting van de stichting. Gelet op de betrokkenheid van VROM moet worden gesteld dat er sprake is van het doen oprichten van een stichting door de Staat. Artikel 29 van de Comptabiliteitswet bepaalt terzake dat dit niet eerder plaatsvindt dan 30 dagen nadat van het voornemen daartoe door de minister, in overeen-stemming met het gevoelen van de ministerraad, schriftelijk mededeling is gedaan aan beide Kamers van de Staten-Generaal. Bij deze voldoe ik, in overeenstemming met de ministerraad, aan dit voorschrift.

Tot slot deel ik u mede dat ik voornemens ben over drie jaar de werking van de stichting te evalueren.