Op 13 Maart verscheen in NRC het artikel “Diervriendelijker wel, maar is vegan leer ook duurzamer?” waarin de duurzaamheid van leer wordt vergeleken met die van vegan- of nepleer. Een lastige vergelijking, vindt Gert van der Bijl (Solidaridad Internationaal Programma Coördinator veehouderij & leer): “Het gaat eigenlijk om twee geheel verschillende producten.”
Hoewel er vegan leer op de markt is dat (deels) gemaakt wordt van plantaardig materiaal, is het overgrote deel gemaakt van Polyurethaan (PU) of PVC. Dit is plastic op basis van aardolie. Echt leer wordt gemaakt van dierenhuiden. NRC schrijft dat de milieubelasting van het leer lager is als het dier ook wordt opgegeten. Onvermeld blijft in het artikel, dat dit ook vrijwel altijd het geval is; meer dan 99% van al het leer wereldwijd is afkomstig van koeien, schapen, geiten en varkens die vooral voor vlees gehouden worden. Wereldwijd neemt, ondanks de toenemende aandacht voor veganisme en vleesvervangers, de vleesconsumptie nog altijd toe. En doordat het gebruik van leer daalt, is voor miljoenen huiden geen markt. In veel landen worden ongebruikte huiden dan ook gedumpt. Alleen al in de VS was er het afgelopen jaar een overschot van 5 miljoen huiden.
Dat aan het gebruik van chemicaliën bij het leerlooien niet valt te ontkomen, zoals het artikel stelt, klopt. Voor de meeste alternatieven voor leer geldt dit helaas net zo goed. Sommige van deze chemicaliën kunnen inderdaad schadelijk zijn. Daarom is verantwoord gebruik van deze chemicaliën van groot belang. In Nederland waren er tot in de jaren ’60 vooral in Brabant ruim 150 leerlooierijen. Vanwege met name strengere regelgeving zijn veel looierijen naar lagelonenlanden verdwenen. De 2 looierijen die resteren, werken in vrijwel gesloten systemen.
Een belangrijk deel van het leer dat wij hier gebruiken komt uit China, India of andere landen met lagere lonen en vaak veel minder strenge milieuregels. En zoals het artikel in NRC aangeeft, zorgt vervuiling van het oppervlaktewater in deze landen voor slechte arbeidsomstandigheden. Er zou, ook in media, meer aandacht moeten zijn voor de gevolgen voor mens en milieu van het gebruik van leer.
Solidaridad heeft met lokale organisaties projecten opgezet in India, Bangladesh en Ethiopië om de productieomstandigheden in leerlooierijen te verbeteren en de vervuiling te verminderen. Allereerst omdat in de leersector vele miljoenen mensen, vaak laag opgeleid en met weinig alternatieven, werken. Alleen al in India naar schatting zo’n 2 miljoen. In die projecten werken we samen met bedrijven uit de leersector: zoals in India met STAHL, een Nederlands bedrijf dat wereldwijd marktleider is in chemicaliën voor de leersector en met Dugros, een Nederlandse groothandel in leren producten.
Evenals de ‘vegan leer’-sector, is ook de leersector hard bezig aan verbeteringen; grote, maar ook kleinere bedrijven in de leersector zetten zich in om milieuproblemen te minimaliseren en te zorgen voor veilige werkomstandigheden en fatsoenlijke inkomens.
Maar er moet nog veel gebeuren voor duurzame productie in de leersector gemeengoed is.
Net als in de textielsector is er een belangrijke rol weggelegd voor de inkopende bedrijven. Maar ook de consument die vraagt om verantwoord geproduceerde leren producten, is onmisbaar voor het verbeteren van de sector.
Gert van der Bijl, Solidaridad Internationaal Programma Coördinator veehouderij & leer
Dit artikel is eerder verschenen op de website van Solidaridad