Unilever staat al lange tijd als een reus op het toneel van de consumptiegoederenindustrie. Ik vraag me echter sterk af of deze reus wel de juiste stappen zet. Tot mijn verbijstering las ik recent in het FD over hun afgezwakte doelstellingen omtrent plastic en verpakkingen. De recente doelstellingen lijken een vriendelijk beeld te schetsen van een bedrijf dat ooit koploper was op duurzaamheid, maar nu volgens eigen zeggen geplaagd wordt door een externe, falende infrastructuur.
De nieuwe CEO, Hein Schumacher, erkent dat Unilever achterblijft op het gebied van hergebruikt plastic. Hij wijt dit aan een schijnbaar onoverkomelijke combinatie van factoren, waaronder de schaarste aan geschikt hergebruikt plastic en de complexiteit van de toeleveringsketen. Dat is natuurlijk lekker makkelijk, het probleem afschuiven op externe factoren. Maar hoe zit het in de praktijk?
Op het eerste gezicht lijkt het begrijpelijk dat Unilever en vele andere bedrijven worstelen met de transitie naar duurzamere vormen van verpakkingen. De infrastructuur voor recycling is inderdaad ontoereikend, de kosten van gerecycled plastic zijn hoog (ten opzichte van goedkoop, nieuw plastic) en bij het ontwerp van verpakkingen is in het verleden recyclen na gebruik niet altijd als prioriteit meegenomen. Maar deze hindernissen zijn slechts symptomen van een dieperliggende kwestie: een misplaatste focus op recycling in plaats van reductie en hergebruik.
Unilever moet zichzelf de vraag stellen, zijn we werkelijk in de kern toegewijd aan duurzaamheid, of kiezen we voor een puur pragmatische benadering? Kiest ze voor een echt duurzame weg, dan neemt het geen stappen richting het verzamelen van meer gerecycled plastic. Prioriteit ligt dan in eerste instantie bij het verminderen van de behoefte aan plastic van het bedrijf en haar klanten.
Belangrijk verschil: bij hergebruik wordt een voorwerp opnieuw gebruikt, al dan niet voor een ander doel. Bij recycling wordt een afvalstof omgevormd tot een nieuw product. Het ontwerp van verpakkingen en producten moet dan ook gericht zijn op deze filosofie van vermindering en herbruikbaarheid.
Er zijn talloze manieren waarop Unilever zich kan inzetten voor een echte verschuiving naar duurzaamheid, waaronder het uitfaseren van nieuwe plastics, het verhogen van het percentage hergebruik, en de volledige eliminatie van enkel gebruik verpakkingen, zoals de beruchte “sachets” (kunstofzakjes voor per-stuk-producten).
Het is aan Unilever om het juiste voorbeeld te stellen, om ambitie te tonen en om te laten zien dat duurzaamheid niet alleen een loze belofte is, maar een werkelijkheid die ze omarmen. Geef niet toe aan de druk van lobbyende producenten, stop met afschuiven van verantwoordelijkheid en neem de leiding in de gehele plastic keten. Pak deze kans en wordt opnieuw voorloper op het gebied van duurzaamheid.
Freek van Til, Projectleider plastic engagement VBDO
Dit artikel verscheen eerder al in vergelijkbare vorm in het Nederlands Dagblad.