De textielindustrie duurzaam en eerlijker maken: dat is waar steeds meer bedrijven dagelijks mee aan de slag zijn. Is het niet omdat de consument in toenemende mate vraagt om eerlijk en circulair geproduceerde kleding, dan wel omdat er volop intrinsiek gemotiveerde ondernemers in de sector zijn die willen werken aan een nieuwe economie. Kijk alleen maar naar de groei die het Netwerk Textiel van MVO Nederland doormaakt. Duurzamer textiel maken leeft: van produceren met gebruikte vezels tot het aanpakken van de werkomstandigheden in de keten. Toch is er nog een grote blinde textielvlek. Een vlek die bij meer zichtbaarheid nóg meer impact kan maken richting een duurzame textielsector. Ik heb het over biodiversiteit.
Biodiversiteit staat voor de verscheidenheid aan dier- en plantensoorten op de wereld. Alle organismen zijn met elkaar verbonden, in een onderling afhankelijk ecosysteem waarin ze allemaal hun eigen rol hebben. Maar zoals je wellicht weet neemt de biodiversiteit de afgelopen jaren schrikbarend hard af. Steeds meer diersoorten leggen het loodje. En onze flora en fauna wordt steeds eenvormiger. Nu kun je als textielondernemer natuurlijk denken: ja, dat is allemaal heel erg maar wat heeft dat met mijn streven naar duurzamer textiel te maken? Nu wel, veel meer dan je denkt.
Biodiversiteit essentieel voor de toekomst van de sector
Elk textielbedrijf maakt gebruik van het natuurlijk kapitaal dat de aarde biedt. Je verbouwt katoenplanten in de bodem, gebruik vele liters water voor het verven en stoot vervuilende chemicaliën uit in fabrieken. Daar betaal je echter weinig tot niets voor. Bovendien hebben productiemethodes er de afgelopen decennia voor gezorgd dat de bodemkwaliteit enkel achteruit gaat, dat belangrijke insecten en dieren niet meer kunnen overleven, en dat de klimaatopwarming razendsnel door raast. Allemaal zaken die er op lange termijn voor kunnen zorgen dat jij als textielondernemer niet eens meer kúnt ondernemen.
Laten we nu katoen als voorbeeld pakken – tenslotte een van de meest populaire gewassen voor textielproductie. Gangbaar katoen is een ingewikkeld gewas waarvoor boeren momenteel veel water, pesticiden en kunstmest gebruiken om aan de vraag te voldoen. Op korte termijn lijkt dat allemaal ternauwernood te lukken, maar uiteindelijk maakt het de bodem slechter en de lucht armer. Daarbij is het systeem zo ingericht dat de boer ter plekke er maar weinig aan verdient zo vast zit in dit systeem dat hij nauwelijks meer rondkomt. De vraag is dan ook: hoe lang kunnen we de toeleveringsketen voor katoen nog in stand houden?
Het is tijd voor biodiversiteit
En dus is het tijd voor biodiversiteit om vezels als katoen en polyester in de toekomst te behouden. Wat jij kunt doen als textielondernemer? Begin met over te stappen op enkel biologische (en fairtrade) vezels. En ga vervolgens kijken waar die vezels vandaan komen. Ga in gesprek met leveranciers en vraag ze inzicht te geven in productiefaciliteiten en werkomstandigheden helemaal terug tot aan het katoenzaadje.
Neem natuurlijk kapitaal integraal mee in je bedrijfsprocessen. Door bijvoorbeeld in te zetten op katoenproductie op een natuurinclusieve, regeneratieve manier. Maak gebruik van natuurlijke materialen in plaats van kunstmest. Onderzoek wat de mogelijkheden zijn om over te stappen naar eerlijke leveranciers. En communiceer daar vervolgens over naar de eindgebruiker. Elke stap die je kunt maken is er een. Zelfs al levert het je op korte termijn niets op, samen met anderen draag je wél bij aan de toekomst van de textielsector (en dus jouw bedrijf).
Is circulair ondernemen niet genoeg?
We kunnen ons voorstellen dat je nu misschien denkt: he, maar ik ben al zo goed bezig met circulariteit, waarom moet ik dit er dan ook nog bij doen? En waar haal ik in hemelsnaam de tijd vandaan? Dat is heel logisch. Want circulair ondernemen komt – net als ketenverantwoordelijkheid – sterk terug in het convenant duurzame kleding en textiel. Een convenant waar biodiversiteit nagenoeg in ontbreekt trouwens. Er zit bovendien een vrij direct verdienmodel op circulair ondernemen, wat het aantrekkelijk maakt om mee aan de slag te gaan. En tuurlijk, elk circulair initiatief kan zinvol zijn. Maar honderd procent circulariteit kan nooit het doel zijn als alles afhangt van hoe het begin van de keten is ingericht.
En dus moeten we die blinde biodiversiteitsvlek gaan aanpakken. Door te werken aan bodemkwaliteit. Door verkoelende bomen te planten op plantages. Door dieren de kans te geven op een natuurlijke manier plagen te bestrijden. En door minder en natuurlijke materialen te gebruiken. Alles voor een gezond productiesysteem en de toekomst van mens, dier, plant én textiel.