Van 21 oktober tot 1 november 2024 vindt in Cali, Colombia, de biodiversiteitstop van de Verenigde Naties plaats, COP16 genaamd. Het belangrijkste thema is de biodiversiteit in de oceanen. Ezrah Schraven, biodiversiteitsspecialist van PwC, gaat in op de betekenis van het oceaanleven en wat die betekent voor het bedrijfsleven.
‘We zijn lange tijd weinig zorgzaam omgegaan met onze oceaan’, begint Schraven. ‘Zo is er lange tijd afval geloosd in zee en gebeurt dat op sommige plaatsen nog steeds, en vindt er veel vervuiling plaats. Ook hebben we jarenlang gebruikgemaakt van rijkdommen uit zee. De zee leek een onuitputtelijke bron van inkomsten, voor vissers bijvoorbeeld. Voor veel mensen is de impact op het zeeleven buiten zicht gebleven. Terwijl de discussie over duurzaamheid op gang kwam en vooral onze maatschappij op land betrof, bleef het welzijn van de oceaan achter in aandacht en urgentie.’
Ezrah Schraven maakt deel uit van het Biodiversity & Nature-team van PwC. Als specialist ‘marine resources’ volgt ze de top op de voet, maar dan vanuit het perspectief van het zeeleven. Dat de oceaan lange tijd zo weinig aandacht kreeg, komt onder andere doordat het voor veel mensen een ver-van-mijn-bedshow is, stelt ze.
‘In het dagelijkse leven worden we zelden geconfronteerd met wat zich afspeelt op en onder water. Er is te weinig algemene kennis over het verband van de kwaliteit van ons dagelijks leven en de rol die de oceaan hierin speelt. We zouden met veel meer zorg moeten omgaan met onze oceaan.’
Biodiversiteit in de oceanen
Tijdens de Cop16 in Cali gaat het over biodiversiteit in de oceanen. Daarvoor geldt dat we er nog maar heel weinig over weten. ‘De soortenrijkdom in de oceaan is immens, maar de schatting is dat we nog slechts tien procent ervan in kaart hebben gebracht.’
Het belang van het (zee)water gaat bovendien veel verder dan alleen biodiversiteit, legt Schraven uit. ‘Een gezonde oceaan omvat belangrijke ecosystemen en vervult een cruciale rol in ons klimaat, in weerspatronen en zelfs in de samenstelling van de lucht die we inademen. Meer dan zeventig procent van onze aarde is oceaan. De rol die oceanen vervullen, is enorm. En ondanks de grootte zijn ze het kwetsbaar en gevoelig voor menselijk handelen.’
Een gezonde oceaan levert ons ‘ecosysteemdiensten’; diensten die niks kosten (behalve goede zorg), maar waarvan we volop profiteren. Zoals voedsel, materiaal voor nieuwe medicatie, innovatie, de opname van CO2 en het ‘regelen’ van de temperatuur, ook op land. Het verlies van deze ‘diensten’ brengt enorme risico’s en kosten met zich mee, ook in bedrijfseconomisch opzicht.
‘Neem bijvoorbeeld koraalriffen en mangroven. Beiden vormen een kraamkamer voor de zee en tegelijk ook een belangrijke voedselbron voor het zeeleven. Daarmee zijn ze belangrijk voor de visstand, waar de visserij weer van profiteert. Mangroven en koraal vormen ook een natuurlijke buffer die gemeenschappen en bedrijven aan de kust bescherming geeft tegen golven, stormen, erosie en overstroming. Zonder koraal en mangroven krijgen zowel de visserijsector als kustgebieden het een stuk moeilijker.’
De waarde van biodiversiteit en ecosysteemdiensten
Waar soortenrijkdom verdwijnt, verlies je ook de bron voor mogelijke toekomstige innovatie en medicatie. De waarde van biodiversiteit en ecosysteemdiensten wordt steeds beter onderkend en zichtbaar in wet- en regelgeving, zoals binnen de CSRD E3. Ofschoon de regelgeving op zeeleven binnen Nederlandse bedrijven nog te vaak en onterecht als ‘niet relevant’ wordt aangemerkt. Maar het onderwerp is met een sterke opmars bezig, en daarmee volgt ook bewustwording en een toename van rapportage bij bedrijven.
In de CSRD-duurzaamheidsverslaggeving richt norm ESRS E3 (water and marine resources) zich specifiek op waterbeheer en de bescherming van mariene hulpbronnen, en verplicht bedrijven om transparant te rapporteren over hun gebruik en impact op water en mariene ecosystemen.
Wat houdt ESRS E3 in?
ESRS E3 richt zich op het duurzaam gebruik van water en het behoud van mariene hulpbronnen. De belangrijkste elementen van deze maatregel zijn:
- Waterverbruik en -efficiëntie: bedrijven moeten hun totale waterverbruik rapporteren, inclusief waar en hoeveel water zij onttrekken uit natuurlijke bronnen. Er wordt gekeken naar de efficiëntie van watergebruik, zoals vermindering van waterverbruik in productieprocessen en andere activiteiten.
- Impact op waterkwaliteit: naast de kwantiteit van watergebruik, moeten bedrijven rapporteren over hun impact op de waterkwaliteit, zoals lozingen van schadelijke stoffen, chemische verontreiniging, afvalwaterbeheer en effecten op nabijgelegen waterlichamen.
- Afhankelijkheid van waterbronnen: bedrijven moeten inzicht geven in hun afhankelijkheid van water en mariene hulpbronnen, zowel voor hun directe activiteiten als binnen hun toeleveringsketen. Dit omvat ook de risico’s die zij lopen bij waterschaarste of vervuilde waterbronnen.
- Beleid en strategieën voor waterbeheer: bedrijven worden verplicht om hun beleidsmaatregelen voor duurzaam waterbeheer te rapporteren, inclusief doelstellingen voor waterbesparing, preventie van vervuiling en bescherming van mariene ecosystemen.
- Risico’s en kansen: organisaties moeten ook de risico’s en kansen identificeren die voortvloeien uit hun watergebruik en impact op mariene hulpbronnen. Dit kan fysieke risico’s omvatten, zoals droogte of overstromingen, en reputatierisico’s door negatieve milieueffecten.
- Bescherming van mariene ecosystemen: ESRS E3 legt ook nadruk op de bescherming van mariene biodiversiteit en ecosystemen, zoals kustwateren, oceanen en andere mariene gebieden die gevoelig zijn voor vervuiling of overexploitatie. Bedrijven moeten rapporteren over de manier waarop ze deze ecosystemen beschermen of hun negatieve impact verminderen.
Bedrijven hebben dus zelf de verantwoordelijkheid hun impact op de biodiversiteit te verminderen. ‘Dit is niet alleen belangrijk voor de planeet, maar ook essentieel voor bedrijven in het hier en nu, onder andere voor hun bestaansrecht, die steeds meer afhankelijk wordt van hun ecologische voetafdruk’, vertelt Schraven.
Kansen voor het bedrijfsleven
Deze uitdaging levert volgens de biodiversiteitsspecialist tegelijkertijd ook kansen op. ‘Zeker, want als je koploper bent op het gebied van duurzame bedrijfsvoering, ben je aantrekkelijk voor de klant, het is een drijver voor innovatie, helpt bij je bestaansrecht en naamsbekendheid, en steeds vaker ook voor financieringsmogelijkheden. Kortom, het vergroot je weerbaarheid als bedrijf.’
Duurzaam omgaan met het milieu betekent ook dat ecosystemen de genoemde ‘diensten’ kunnen blijven leveren, en soms kunnen die zelfs toenemen. Veel industrieën zijn van deze levering afhankelijk. Denk aan meer vis, schoon water, schone lucht, een voorspelbaar klimaat, milde weersomstandigheden, weinig schade door rampspoed.
Volgens Schraven is kennis en aandacht voor biodiversiteit enorm belangrijk. ‘Hoe meer we begrijpen van de biodiversiteit, de rol van verschillende soorten binnen ecosystemen, en hoe dit verband houdt met alles wat de aarde leefbaar maakt, hoe beter we onze samenlevingen en bedrijfsvoering kunnen vormgeven op een manier die verantwoord is voor huidige en toekomstige generaties.’