Om de transitie naar een circulaire economie te volbrengen, is meer nodig. Dat schrijft demissionair staatssecretaris Van Weyenberg van Infrastructuur en Waterstaat over de huidige stand van zaken. Er moet worden gedacht aan andere strategieën, financiële barrières moeten worden geslecht en de grondstoffentrends gaan nog steeds de verkeerde kant op. ‘Het belang is groot, en het tempo mag niet vertragen.’
“De afgelopen jaren is de aandacht voor een circulaire economie fors toegenomen. Er ontstaan overal innovatieve startups, burgerinitiatieven en vernieuwende ideeën. Samenwerking tussen overheden, bedrijven, maatschappelijke organisaties, binnen ketens en met burgers is daarbij de sleutel tot succes. Er is een basis gelegd en structuur aangebracht voor deze transitie door partijen te mobiliseren en een overlegstructuur te creëren.
De eerste Integrale Circulaire Economie Rapportage (ICER) van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) uit januari 2021 maakt echter duidelijk dat de grondstoffentrends niet de goede kant op gaan. De resultaten laten zien dat een intensivering van beleidsinzet nodig is en dat het tempo van de transitie omhoog moet om de doelen te behalen. Met de transitie naar een circulaire economie leveren we immers een belangrijke bijdrage aan vier grote maatschappelijke opgaven: CO2-reductie, biodiversiteit, verbetering van lucht-, water- en bodemkwaliteit en leveringszekerheid van grondstoffen. Ook internationaal is het belang van de circulaire economie onderkend, zoals bijvoorbeeld blijkt uit de EU Green Deal en het EU Actieplan Circulaire Economie.
Zie bijvoorbeeld het rapport ‘Een circulaire energietransitie, Verkenning naar de metaalvraag van het Nederlandse energiesysteem en kansen voor de industrie’, dat is opgesteld door een onderzoeksconsortium bestaande uit Copper8, Metabolic, Quintel en Universiteit Leiden, en dat belangrijke inzichten in de behoefte aan kritieke metalen voor de energietransitie verschaft.”
Deze actualisatie is tot stand gekomen in de context van een demissionair kabinet en beschrijft daarom wat binnen de huidige kaders en met de huidige middelen mogelijk is aan inzet. De keuzes voor beleidsintensivering zijn aan het volgende kabinet. Dat neemt niet weg dat ik ervan overtuigd ben dat er extra inzet nodig is om op koers te blijven voor het behalen van de vastgestelde doelstellingen voor 2030 en 2050. De transitie naar een circulaire economie is een onmisbaar onderdeel in de aanpak van bovengenoemde grote maatschappelijke opgaven.
De actualisatie van het Uitvoeringsprogramma Circulaire Economie geeft een overzicht van ontwikkelingen op het gebied van circulaire economie, de nieuwe activiteiten binnen het Uitvoeringsprogramma Circulaire Economie, evenals de voortgang van de lopende activiteiten.