Op donderdag 11 mei 2023 keurden de leden van het Europees Parlement ontwerpwetgeving goed om de etikettering en levensduur van producten te verbeteren en een eind te maken aan misleidende claims.

Het Parlement stemde in met het voorstel voor een nieuwe richtlijn ter versterking van de positie van de consument voor de groene transitie, en wel met 544 stemmen vóór, 18 stemmen tegen en bij 17 onthoudingen. De richtlijn is vooral bedoeld om consumenten te helpen milieuvriendelijke keuzes te maken en bedrijven aan te moedigen duurzame producten met een langere levensduur aan te bieden.

Verbod op misleidende reclame en algemene milieuclaims

Het Parlement streeft in het kader van zijn goedgekeurde onderhandelingsmandaat naar een verbod op het gebruik van algemene milieuclaims zoals “milieuvriendelijk”, “natuurlijk”, “biologisch afbreekbaar”, “klimaatneutraal” of “eco”, tenzij hier gedetailleerd bewijs voor is. Dit verbod moet ook gelden voor milieuclaims die enkel gebaseerd zijn op CO2-compensatieregelingen. Andere misleidende praktijken worden ook verboden, zoals iets beweren over een heel product terwijl dat slechts geldt voor een deel daarvan, of beweren dat een product voor een bepaalde tijd meegaat of met een bepaalde intensiteit kan worden gebruikt terwijl dat niet het geval is.

De EP-leden zouden graag zien dat alleen duurzaamheidskeurmerken mogen worden gebruikt die op officiële certificeringsregelingen zijn gebaseerd of door een overheidsinstantie zijn ingesteld. Dit moet zorgen voor eenvoudigere productinformatie.

Strijd tegen vroegtijdige veroudering

Het Parlement wil een verbod invoeren op ontwerpkenmerken die de levensduur van een product verkorten of ertoe leiden dat goederen voortijdig slecht functioneren. Zo moeten ze langer meegaan. Ook mogen producenten de functionaliteit van een product niet beperken als het wordt gebruikt met verbruiksgoederen, reserveonderdelen of accessoires die door andere bedrijven zijn gemaakt, zoals opladers of inktpatronen.

Kopers moeten informatie krijgen over eventuele reparatiebeperkingen voordat ze hun aankoop doen. Zo kunnen ze voor goederen kiezen die langer meegaan en gerepareerd kunnen worden. De EP-leden stellen daarnaast een nieuw garantielabel voor, waarop niet alleen de wettelijk vereiste garantieduur staat, maar ook de duur van mogelijke verlengingen die producenten aanbieden. Op die manier zouden kwaliteitsproducten meer aandacht krijgen en bedrijven gemotiveerd worden zich meer op duurzaamheid te richten.

Na de stemming zei rapporteur Biljana Borzan (S&D, HR) het volgende: “De industrie zal niet langer kunnen profiteren van het maken van consumentengoederen die kapot gaan zodra de garantieperiode verstreken is. Consumenten moeten duidelijke informatie krijgen over de mogelijkheden en kosten van reparaties. Op productlabels zullen de kopers kunnen lezen welke goederen gegarandeerd langer meegaan. Producenten van wie de goederen duurzamer zijn, zullen daarvan profiteren. Door alleen gecertificeerde en gefundeerde milieuclaims toe te staan, komt er een einde aan het oerwoud van valse milieuclaims.”

Volgende stappen

Op 3 mei keurde de Raad van de EU, waarin alle lidstaten zijn vertegenwoordigd, zijn eigen onderhandelingsmandaat goed. Het Parlement en de lidstaten kunnen dus binnenkort van start gaan met de onderhandelingen over de definitieve inhoud en formulering van de richtlijn.

Achtergrond

De voorgestelde richtlijn maakt deel uit van het eerste pakket circulaire economie, net als de verordening inzake ecologisch ontwerp, de bouwproductenverordening en een initiatiefverslag over de EU-strategie voor duurzaam en circulair textiel. De richtlijn maakt de weg vrij voor een nieuwe richtlijn over groene claims, waarin de voorwaarden voor het toekomstige gebruik van milieuclaims gedetailleerd worden omschreven.

Door deze wetgeving aan te nemen, voldoet het Parlement aan de verwachting die burgers hebben uitgesproken in de voorstellen 5, leden 1, 7 en 10 en 10 en 11 (2) van de conclusies van de Conferentie over de toekomst van Europa. Dit betreft duurzame consumptie, verpakking en productie, en duurzame groei en innovatie.