“De ondernemingsleiding van een naamloze vennootschap draagt een collectieve verantwoordelijkheid voor het opstellen, publiceren en monitoren van een duurzame ondernemingsstrategie. Onderdeel van die duurzame strategie is het stellen van specifieke en meetbare klimaatdoelen, een beleid op het terrein van gendergelijkheid en een ‘eerlijk’ beloningsbeleid. Het variabele deel van de bestuurdersbeloning moet zijn gekoppeld aan het bereiken van meetbare doelstellingen die in de duurzaamheidsstrategie van de onderneming zijn vastgelegd.” Dit staat in het op 3 september jl. gepubliceerde ontwerpverslag van de rapporteur van het Europees Parlement (EP) over duurzame corporate governance.
Rapporteur is de Fransman Pascal Durand, lid van de EP-fractie ‘Renew Europe’. De EP-rapporteur vindt dat de duurzaamheidsstrategie van de onderneming moet worden opgesteld in overleg met de belangrijkste stakeholders, zoals aandeelhouders en werknemers. Dit overleg zou moeten worden gestructureerd via adviescommissies die ook de mogelijkheid moeten hebben om een intern onderzoek in te stellen als er gerechtvaardigde zorgen zijn over de juiste implementatie van de duurzaamheidsstrategie. Het ontwerpverslag is op 7 september jl. in de EP-commissie Juridische Zaken besproken. De leden van deze EP-commissie hebben de mogelijkheid om het ontwerpverslag aan te passen. Het definitieve verslag zal aan de Europese Commissie worden aangeboden, zodat die het kan betrekken bij een mogelijk richtlijnvoorstel over ‘duurzame corporate governance’. Dat richtlijnvoorstel wordt in het eerste kwartaal van 2021 verwacht. Het EP zal eveneens suggesties doen voor een mogelijk richtlijnvoorstel over verplichte ‘due diligence’ door ondernemingen naar eventuele milieuschade en mensenrechtenschendingen. EP-rapporteur Lara Wolters, lid van de sociaaldemocratische fractie, heeft hiertoe op 11 september jl. de eerste voorstellen gedaan.
Eind juli publiceerde de Europese Commissie de bevindingen van haar onderzoek naar de plichten van bestuurders en duurzame corporate governance. Uit het onderzoek blijkt dat beursgenoteerde ondernemingen binnen de EU nog steeds de neiging hebben om zich te concentreren op kortetermijnvoordelen van aandeelhouders in plaats van op de langetermijnbelangen van bedrijven. In haar mededeling over de Europese Green Deal en in het recente herstel- en herstelplan opstellen, had de Commissie benadrukt dat duurzaamheid verder in het kader van corporate governance moet worden verankerd.