Eumedion heeft zich in het verleden al voorstander getoond van Europese wetgeving om brede naleving van de OESO-richtlijnen te bevorderen en is verheugd dat het voorontwerp voor de wet internationaal verantwoord ondernemen daarin voorziet. Wel heeft Eumedion nog een aantal aandachtspunten. Dit volgt uit het vandaag door Eumedion verzonden commentaar op het voorontwerp voor de wet internationaal verantwoord ondernemen.
Het voorontwerp voorziet in de implementatie van de Corporate Sustainability Due Diligence Directive (CSDDD). Eumedion kan het voorontwerp van het implementatiewetsvoorstel in algemene zin steunen, maar wil bij de wetgever nog wel enkele punten onder de aandacht brengen.
Ten eerste wijst Eumedion erop dat het niet duidelijk is welke eisen gelden voor ondernemingen die al onder de reikwijdte van de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) vallen. Gelet op de urgentie van het aanpakken van klimaatverandering vindt Eumedion het opportuun dat de ondernemingen die conform de CSRD een transitieplan voor de beperking van klimaatverandering publiceren voldoen aan alle klimaattransitieplanvereisten uit het voorontwerp. In het verlengde hiervan vraagt Eumedion in haar reactie om een verduidelijking van de inhoudelijke eisen die worden gesteld aan het klimaattransitieplan op grond van de CSDDD.
Verder pleit Eumedion er in haar reactie voor om de activiteitenketen van gereglementeerde financiële ondernemingen nader af te bakenen. Eumedion is er kort gezegd voorstander van dat wordt verduidelijkt dat fonds- en vermogensbeheerders geen gepaste zorgvuldigheidsverplichtingen hebben ten aanzien van de beleggingen en daaraan gerelateerde diensten (zoals engagement en stemmen op aandeelhoudersvergaderingen) van hun fondsen respectievelijk hun klanten.
In het laatste deel van haar reactie gaat Eumedion in op het in het voorontwerp opgenomen voorstel om de Autoriteit Consument en Markt (ACM) als enige toezichthoudende autoriteit aan te wijzen. Eumedion meent dat doublures in toezicht en daarmee onnodige administratieve lasten dienen te worden voorkomen voor ondernemingen die al onder het toezicht van de Autoriteit Financiële Markten (AFM) vallen. In haar reactie pleit Eumedion ervoor dat voor de groep ondernemingen die onder het toezicht van de AFM valt (respectievelijk gaat vallen), de AFM wordt aangewezen als de toezichthoudende autoriteit (in plaats van de ACM). Afsluitend maakt Eumedion nog een paar opmerkingen voor het geval toch wordt vastgehouden aan de voor de ACM als enige toezichthoudende autoriteit.