De wijze waarop de richtlijn duurzaamheidsrapportering (‘CSRD’) in de Nederlandse wet- en regelgeving wordt geïmplementeerd is verwarrend en kan tot ongelijkheid leiden. Dit schrijft Eumedion in haar naar de Eerste en Tweede Kamer gestuurde commentaar (28 juni 2024) op het CSRD-ontwerpimplementatiebesluit.
De regering implementeert de CSRD deels in een algemene maatregel van bestuur (amvb) en deels in de wet. Het gevolg hiervan kan zijn dat de inwerkingtredingsdata van de CSRD-verplichtingen voor de grote beursgenoteerde ondernemingen gaan verschillen. Het amvb is bijvoorbeeld van toepassing op alle Nederlandse ondernemingen met een beursnotering aan Euronext Amsterdam, zoals ASML en NN Group, terwijl het wetsvoorstel van toepassing is op buitenlandse rechtspersonen met een beursnotering aan Euronext Amsterdam, zoals Aegon, DSM-Firmenich, Shell en Unilever. Een wetsvoorstel kent in de regel een langere (parlementaire) behandelperiode dan een amvb. Eumedion acht verschillende implementatiedata niet wenselijk.
Eumedion stelt in het commentaar verder vragen over de onvolledige implementatie van het recht voor ‘5%-aandeelhouders’ om een andere accountant dan de controlerende accountant een verslag over bepaalde elementen van het duurzaamheidsverslag te laten opstellen. Daarnaast hekelt Eumedion het besluit van de regering om de beursgenoteerde ondernemingen niet te verplichten het CSRD-duurzaamheidsverslag ter stemming aan de aandeelhoudersvergadering (AVA) voor te leggen.