Het lijkt misschien een duurzame optie om tweedehands elektronica van de EU naar Nigeria te verzenden voor hergebruik. Maar een derde van de TV’s, computers en andere apparaten functioneert helemaal niet, en de kans is groot dat de rest dat ook niet lang meer zal doen. Het wordt e-afval, dat giftig is voor de gezondheid en het milieu. Het circulaire-economiebeleid van de EU is erop gericht dat dit afval op lokaal en nationaal niveau op de juiste manier wordt verwerkt, maar er zijn mazen in de wet bij export naar landen in the Global South, zo hebben onderzoekers uit Nederland, Nigeria en het Verenigd Koninkrijk ontdekt. Zij hebben een internationaal plan ontwikkeld waarin Europese producenten verantwoordelijk worden gesteld voor beheer van de uitvoer van e-afval en tweedehands producten, ongeacht waar ter wereld deze terechtkomen.
Hoewel de huidige Europese regelgeving – Extended Producer Responsibility (EPR) – elektronicaproducenten en -importeurs verantwoordelijk houdt voor de afhandeling van elektronisch afval in Europa volgens het principe ‘de vervuiler betaalt’, wordt deze verantwoordelijkheid naar elders verlegd wanneer een voorwerp als tweedehands naar buiten de EU wordt verscheept. De auteurs van deze nieuwe transdisciplinaire studie externe link, gepubliceerd in Business Strategy and Development, stellen dat die verantwoordelijkheid wereldwijd moet worden uitgebreid, met aandacht voor circulariteit, duurzaamheid en eerlijkheid.
In de huidige situatie is een elektronicaproducent niet langer verantwoordelijk zodra het e-afval of de gebruikte producten in een ander rechtsgebied terechtkomen. “Dit kan leiden tot verscheping van afval naar landen die niet de capaciteit hebben voor degelijke verwerking en beheer”, verklaart hoofdauteur Kaustubh Thapa, onderzoeker aan de Universiteit Utrecht. Elektronica bevat veel potentieel giftige materialen, waardoor een correcte verwerking essentieel is om schade aan de volksgezondheid en het milieu te voorkomen.
In de studie is specifiek gekeken naar zendingen van tweedehands elektronica naar Nigeria. Hoewel het illegaal is om e-afval van Europa naar West-Afrika te verzenden, bestaan er veel mazen in de wet. “Wanneer bijvoorbeeld een gebruikte telefoon naar Nigeria wordt gestuurd, functioneert hij vaak niet meer bij aankomst of vlak daarna”, verklaart co-auteur Olawale Olayide, hoogleraar circulariteit en duurzaamheid aan de universiteit van Ibadan, Nigeria.
De afgedankte elektronica wordt uiteindelijk verbrand of komt terecht op straat, op vuilnisbelten of andere stortplaatsen, wat zowel de volksgezondheid als het milieu schaadt. “Deze ongelijke uitwisseling vergroot de wereldwijde ongelijkheid en veroorzaakt schade, onder het mom van goede milieuprestaties in Europa,” zegt co-auteur Pauline Deutz, professor aan de universiteit van Hull in het Verenigd Koninkrijk.
Het onderzoek schetst een Blueprint for Ultimate Producer Responsibility (UPR) die is opgesteld door vier onderzoekers en vierentwintig deskundigen op het gebied van elektronisch afval uit negen landen. “UPR houdt rekening met de internationale handel in gebruikte producten en omvat een financieel overdrachtsmechanisme van in de EU gebaseerde EPR-programma’s naar landen die tweedehands producten uit Europa importeren”, zegt co-auteur Walter Vermeulen, milieuwetenschapper aan de Universiteit Utrecht.
Op basis van hun onderzoeksresultaten heeft het team ook een petitie gelanceerd waarin wordt opgeroepen Europese producenten verantwoordelijk te maken voor het internationale beheer van hun e-afval. De petitie eist dat de Europese Commissie en de regering van Nigeria effectieve reparatie en recycling organiseren voor geëxporteerde tweedehands producten en e-afval via Ultimate Producer Responsibility (UPR).
“Door de verantwoordelijkheid van de producent uit te breiden tot landen als Nigeria kunnen we een rechtvaardiger samenleving creëren die ook kan bijdragen tot meer circulariteit,” reflecteert Thapa “Ons voorstel is om deze verantwoordelijkheid van de vervuiler wereldwijd uit te breiden, zodat producenten uiteindelijk verantwoordelijk zijn voor hun afval, waar ter wereld het ook terechtkomt.”