Jarenlang was hij milieumanager bij snoepfabrikant Van Melle. Ook daar liet Haverhoek niet na de discussie over de zin en de duurzaamheid van producten op gang te brengen. “Want bij snoep mag je toch wel een kritische noot plaatsen? Natuurlijk is er een zekere basisbehoefte, zeker bij kinderen, maar het is een welvaartsproduct. Te veel suiker leidt tot overgewicht en aantasting van het gebit.” Sinds twee jaar is Haverhoek lector duurzaam ondernemen bij christelijke hogeschool Windesheim. Hij onderwijst studenten, houdt lezingen en stimuleert projecten die het verantwoord ondernemen bevorderen. Zelf spreekt hij liever over duurzaam, “omdat dat zich meer op de toekomst richt.”
Gedreven brengt Haverhoek zijn boodschap. Hij ontwikkelde voor ondernemers een model dat boven de traditionele economische trits van mensen, het milieu en winst de Schepper een plaats geeft. “Je kunt als ondernemer niet zonder ethisch kader. En dat wordt bepaald van bovenaf, door een eeuwige Autoriteit. Door liefde voor de Schepper, de schepselen en de schepping.” Zakenlieden bekritiseren de stellingname van de lector met de opmerking dat de bedrijfsbaten te veel uit het gezicht verdwijnen. “Dat zal dan wel zo zijn, maar mijn verhaal is ook een reactie op de graaicultuur. We leven in een tijd waarin velen pakken wat ze krijgen kunnen. Op deze wereld is genoeg voor ieders behoefte, maar niet voor ieders hebzucht. Dat wil niet zeggen dat er geen rijken mogen zijn, dat is een bijbels gegeven. Maar zij moet wel verantwoording afleggen voor wat zij hebben gedaan. Als we krampachtig aan ons bezit vasthouden, leidt dat wereldwijd tot sociaal onrecht, met alle gevolgen van dien.”
De consument gaat evenmin vrijuit. De voormalige milieumanager wijst op een “merkwaardig verschil” tussen christenen als burger en als consument. “In het ene geval stemmen ze SGP of CU, maar als koper houden ze een keten van onrecht in stand. Neem -als voorbeeld, er zijn er vele- Albert Heijn. Het salaris van topman Moberg kwam tot stand door 440 mensen te laten afvloeien, via een prijzenslag probeert het bedrijf concurrenten uit de markt te drukken en toeleveranciers krijgen een wurgcontract. Waarom gaat iemand dan niet naar de buurtsuper? Die is misschien iets duurder, maar dan neem je toch een gebakje minder?” Toch blijven mensen kopen, merkt de lector, die zelfs zijn eigen vrouw er niet toe kon bewegen AH geheel en al links te laten liggen. “Dat heeft te maken met een zekere gemakzucht en natuurlijk met de prijs. De burger vindt het handelen van zo’n keten ontoelaatbaar, maar als consument slikt hij het.”
Haverhoek is “heel erg geboeid” door dit gedrag. “Dat verschil in overtuiging en gedrag is bij veel christenen een zwak punt. Er zijn genoeg voorbeelden van gerechtigheid in de Bijbel. Lees er de profeet Amos maar eens op na. Mogelijkheden in de praktijk zijn er voldoende. Neem de koffiemarkt, waarin veel sociaal onrecht heerst. Je kunt ook Max Haverlaar-producten kopen. Nu lijkt het alsof dit het domein van links is.” Bij ondernemers treft de Windesheim-lector, zelf evangelisch, weinig visie. “Daarin ben ik wel teleurgesteld. Wanneer de bedrijfsleiding duurzame ontwikkelingen stimuleert, gaat daar juist een geweldige motivatie en stimulans van uit. Dat geldt zeker bij de wijze waarop je werknemers tegemoet treedt.” Haverhoek stelt graag het gezin als voorbeeld bij de omgang met ondergeschikten. “Wegsturen of langs de kant zetten is er in een gezin toch ook niet bij? Vroeger gingen we heel anders met elkaar om. Er was geen sprake van jobhoppen, gezamenlijk werden de schouders eronder gezet. Maar dan moet je je medewerkers wel verantwoordelijk maken en wellicht laten meedelen in de winst.”
Hij beseft dat de geldzucht van velen een gevolg is van de gebrokenheid van de schepping. “Dat is niet snel te verbeteren is, ik heb niet de illusie de wereld te veranderen. Maar ik wil wel helpen om mensen op een idee te brengen.”