Dat boek Duurzaam ontwikkelen… een wereldkans werd afgelopen maandag gelanceerd in het chique hotel Des Indes in Den Haag. Dat is ook een visitekaartje van Anne-Marie Rakhorst: elegant en met smaak. Het boek is net zo’n visitekaartje. Uitgever en auteur hebben een tot in de puntjes verzorgd boek afgeleverd. Het is mooi vormgegeven en aan de foto’s en ander beeldmateriaal is heel veel aandacht besteed. Het is bijna een wat dik – 232 pagina’s – uitgevallen glossy tijdschrift. Dat beeld wordt nog eens versterkt door de foto’s van vele bekende Nederlanders die zich inzetten voor een betere wereld en de glamourfoto van Rakhorst zelf.
Vanwege de tijdschriftachtige aanpak, veel korte artikelen, plaatjes en citaten, is het een heel toegankelijk boek geworden over initiatieven en oplossingen die er al zijn voor de groeiende afvalberg, de klimaatverandering en de afhankelijkheid van fossiele energiebronnen.
Rakhorst benadert deze problemen van de positieve kant. Zij gaat voor de oplossingen. Zoals ze het zelf schrijft in haar inleiding: ‘Ik houd niet van ongemakkelijke waarheden over smeltende gletsjers, een stijgende zeespiegel en klimaatverandering. Ik zoek altijd naar oplossingen.’
Wat iedereen individueel zou kunnen ondernemen om duurzaamheid te bevorderen, straalt bijna van alle pagina’s af. Dat maakt het boek interessant leesvoer voor mensen die geïnteresseerd zijn in een baan waarin ze zich meer zouden kunnen inzetten voor een duurzamere wereld.
Voor wie nog niet helemaal bekend is met de materie biedt Duurzaam ontwikkelen… een wereldkans een breed scala van onderwerpen die allemaal met duurzaamheid te maken hebben. Wubbo Ockels komt voorbij met zijn inspanningen om zonne-energie een serieuze energiebron te maken. Het ‘cradle to cradle-principe’ van Michael Braugart en William McDonough heeft een eigen hoofdstuk gekregen. Hun intussen populaire idee is dat de consument voordat hij of zij iets koopt zich drie vragen moet stellen: is het eetbaar of biologisch afbreekbaar? Is het opnieuw te gebruiken? Of is het te verbranden voor energieopwekking, zonder dat dat schade oplevert aan het milieu?
Het boek spreekt zowel de consument als de ondernemer aan op zijn al dan niet duurzame gedrag. Na elk hoofdstuk geeft Rakhorst een aantal adviezen zoals ‘vervang gloeilampen door spaarlampen’ of ‘onderneem klimaatneutraal’.
De afsluiter van het boek is een interview met c.q. portret van Anne-Marie Rakhorst, gemaakt door haar mede-auteurs Marieke Bemelman en Helen Stenfert Kroese. Dat had niet gehoeven. Rakhorst heeft de lezer in de voorgaande hoofdstukken al direct aangesproken.
De grote aanwezigheid van de auteur zelf in het boek is de sterkte ervan, maar tegelijkertijd ook zijn zwakte. Ze heeft voor dit boek 23 mensen geïnterviewd, onder wie ook de redacteur van deze recensie.
Onder die 23 zat slechts een enkele praktische ondernemer. Ruud Koornstra van Tendris is een van de weinigen. Dat hadden er meer mogen zijn. Een minpuntje voor een voor de rest geslaagd boek over duurzame ontwikkeling.